woensdag 16 mei 2012

Wist u dat...?




Wist u dat...niet geld maar diepe haat de voornaamste drijfveer was van Jodenjagers?


In de bezettingsjaren kregen de 'Jodenjagers' bij de Nederlandse politie goed betaald, maar het was toch vooral haat tegen de Joden die hen dreef. Na de oorlog hadden er maar heel weinigen spijt. "Al lagen alle Joden hier op een hoop bij elkaar en werden zij met benzine overgoten en in brand gestoken, dan zou ik er met plezier naar kijken,"klonk het citaat van een Jodenjager. Het citaat uit het strafdossier van de Amsterdamse rechereur Harms onderstreept hoe diep bij veel Jodenjagers het antisemitisme geworteld was. Uit de dossiers van 230 'Jodenjagers' is gebleken dat zij werkten bij speciale politiediensten, die slechts één doel hadden: zoveel mogelijk Joden arresteren, desnoods met grof geweld, en hen overdragen aan de Duitse Sicherheitsdienst. De premie ('kopgeld') kon oplopen tot 40 gulden per arrestant en wie de kans kreeg, vulde ook nog zijn zakken met gestolen geld, sieraden en huisraad. Maar geld was niet de belangrijkste drijfveer. Dat was felle Jodenhaat. "Misschien hebben de Nederlandse Jodenjagers de Joden niet willen vernietigen. Zij hebben er wel de grootst mogelijke bijdrage aan geleverd. De meesten deden uit volle overtuiging,"schreven Jan Kompagnie (archivaris Nationaal Archief) en onderzoeksjournalist Ad van Liempt in hun boek "Jodenjacht; De onthutsende rol van de Nederlandse politie in de Tweede Wereldoorlog." (1)


Boek cover 'Jodenjacht'
"Waarschijnlijk waren de nazi-ideologie en het antisemitisme, als integraal onderdeel daarvan, zo diep bij deze mensen ingesleten dat iedere vorm van compassie met de Joden ontbrak,"aldus de onderzoekers. In april 2011 kwam al de conclusie naar buiten dat leden van de NSB een prominente rol in de Jodenjacht hebben gespeeld. De Duitse bezetter moest niets hebben van de NSB, omdat ze een 'slappe, onbetrouwbare partner' was, maar dat gold niet voor individuele NSB-ers die bij de politie werkten. "In de NSB-gelederen waren de trouwste handlangers te vinden, de fanatiekste antisemieten, de hardvochtigste Jodenjagers." Bijna alle van deze 230 politiemannen (96 %) waren lid van een nationaal-socialistische organisatie, waarvan de NSB (met 82 %) het populairst was. De gemiddelde Jodenjager was een redelijk opgeleide huisvader, protestant (70 %) of katholiek (30 %). De speciale afdelingen groeiden uit tot criminele organisaties binnen de politie. "Ze joegen met alle middelen op hun slachtoffers, ze overtraden daarbij alle denkbare rechtsregels, ze roofden waar ze konden, ze gebruikten geweld, ze pasten misleiding toe - en dat alles werd van hogerhand toegestaan, op een enkele uitzondering na, en vaak zelfs gestimuleerd,"aldus Kompagnie en van Liempt. In Nijmegen bijvoorbeeld zag commissaris van Dijk er geen been in om zelf arrestanten te mishandelen en huizen van Joden leeg te roven. De politieafdelingen maakten ook gebruik van verraders, die tegen betaling achterhaalden waar Joden ondergedoken zaten. Deze V-mannen- en vrouwen (de V stond voor Vertrauen) werden soms zelf bedreigd met deportatie. Leden van het verzet kozen er uit lijfsbehoud voor om met de Sicherheitsdienst te gaan samenwerken. De Joodse Ans van Dijk deed zich voor als medewerker van de illegaliteit en verraadde meer dan honderd Joden. Na de oorlog is ze terechtgesteld. (1)


Eenmaal gearresteerd volgde soms mishandeling en marteling - al dan niet in samenwerking met de Sicherheitsdienst - om informatie over andere onderduikers los te krijgen. Vrouwen werden seksueel misbruikt. In de strafdossiers is daarover weinig terug te vinden, maar dat schrijven de onderzoekers eerder toe aan het naoorlogse taboe op seksualiteit. "Want het is bijna onvoorstelbaar dat de gewelddadige, soms zelfs sadistische agenten de kwetsbare vrouwen die in hun handen vielen, zomaar hebben laten gaan." Na de oorlog probeerden Jodenjagers aan de bijzondere rechtspleging te ontkomen door zich te beroepen op een 'ambtelijk bevel' en onwetenheid over het lot van de Joden die ze gearresteerd hebben. De bijzondere gerechtshoven waren niet gevoelig voor dit verweer. Tegen 34 agenten werd de doodstraf uitgesproken, van wie er uiteindelijk elf daadwerkelijk zijn opgehangen. Vierentwintig agenten kregen een levenslange gevangenisstraf. De gerechtshoven legden het merendeel (70 %) gevangenisstraffen tussen de zes en vijftien jaar op. De meesten hadden geen spijt van hun daden. "Uit de strafdossiers, met alle verklaringen, bewijsstukken en verhoren, blijkt niets van massale spijtbetuiging." De enkeling die wel berouw toonde, hoefde niet op veel clementie te rekenen. Ook bij de politie in Den Haag werkte Maarten Spaans. Hij zou 362 arrestaties op zijn naam hebben, van wie zo'n 260 mensen de oorlog niet hebben overleefd. "Na de capitulatie van het Nederlandse leger in mei 1940 heb ik Duitsers niet meer beschouwd als vijand van het Nederlandse volk en had ik er ook geen bezwaar tegen om als politie met hun mee te werken,"redeneerde Spaans pragmatisch. Spaans toonde na de oorlog berouw, maar dat had in eerste instantie geen invloed op de levenslange gevangenisstraf. De Bijzondere Raad van Cassatie oordeelde 'dat het bewezene een dermate afschuwwekkend karakter draagt dat niet meer met een lichtere straf kan worden volstaan.' In 1958 werd de straf alsnog omgezet in 22 jaar cel. Een jaar later kwam Spaans vrij. (1)


Een van de gewelddadigste politieafdelingen was het Judenreferat in Den Haag onder leiding van Kees Kaptein. Hij stond erom bekend dat hij arrestanten mishandelde met een gloeiende pook en mannen in het kruis schopte 'om hen onvruchtbaar te maken.' Naar eigen zeggen heeft Kaptein 1750 à 2000 Joden aan de Duitsers overgeleverd. Hij werd na de oorlog ter dood veroordeeld als 'het ernstigste en afschuwelijkste geval van Jodenvervolging.' (1)


Nabestaanden van Joodse oorlogsslachtoffers kunnen dankzij het onderzoek voor 'Jodenjacht' nakijken wie hun familie heeft gearresteerd en hoe dat in zijn werk is gegaan. Uit de strafdossiers van de 'Jodenjagers' zijn 9.000 namen van slachtoffers gedigitaliseerd die vervolgens zijn gekoppeld aan de database Digitaal Monument Joodse Gemeenschap: www.joodsmonument.nl
Als er een link is, kunnen nabestaanden de dossiers van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging raadplegen. Daarvoor moeten ze een afspraak maken met het Nationaal Archief in Den Haag. (1)


Wist u dat...de Vrijmetselarij vrijgesteld is van belasting?


Waar maar ongehoord en schandalig! De Nederlandse staatsman Abraham Kuyper (1837-1920) noemde zeer terecht de Vrijmetselarij een 'verderfelijke en lichtzinnige sekte.' Achter de geheimzinnige en verborgen wereld van de Vrijmetselarij schuilt een religieuze eredienst. Hoewel de Vrijmetselarij pretendeert geen religie te zijn, richt deze maçonnieke orde zich wel op bepaalde principes die in zekere zin als religieus of spiritueel kunnen worden opgevat, schreef de voormalige vrijmetselaar J.I. van Baaren. Een groot gedeelte van de gebruikte rituelen berust inderdaad op religieuze gronden. De maçonnieke orde is een religieus gezelschap voor uitsluitend mannen dat 'nadenkt over belangrijke levensvragen.' De Vrijmetselarij staat bekend als een elitaire club voor onder anderen politici, schrijvers en cultuurfilosofen. (2) Nederland telt ongeveer 6000 vrijmetselaars. De bijeenkomsten zijn veelal besloten. (2) 


Winkelhaak en Passer als het maçonniek symbool
Voortaan hoeft de Orde der Vrijmetselaren geen belasting meer af te dragen over ontvangen giften. Het genootschap staat voortaan te boek als goed doel. Voormalige staatssecretaris Weekers van Financiën liet weten dat hij zijn cassatieberoep bij de Hoge Raad heeft ingetrokken. Hiermee staakte de bewindsman zijn jarenlange verzet. Met als gevolg dat het genootschap definitief het etiketje 'algemeen nut beogende instelling' krijgt opgeplakt. Het kan nu aanspraak maken op allerlei fiscale voordeeltjes. (2) Belastingexpert Monique Ligtenberg van Fiscaal Up to Date was verbaasd en noemde het toekennen van de anbi-status opmerkelijk. "Het gaat hier niet om een goed doel als het Rode Kruis of de Dierenbescherming. Het genootschap maakt onderscheid tussen mannen en vrouwen en dient nou niet bepaald een algemeen belang." (2) Ze heeft het gelijk. De Vrijmetselarij is beslist géén liefdadigheidsinstelling! 


Wist u dat...een neonazi een chassidisch Jood werd?


Ongeloofelijk maar waar! Pavel Bromson was ooit een Poolse neonazi. Tegenwoordig is hij een religieuze Jood met een lange baard en pijpenkrullen langs de slapen. De Pool vertelde zijn ongeloofelijke verhaal tijdens een bijeenkomst van een orthodoxe Chabad-gemeente in de Verenigde Staten:"Ik ben in Warschau opgegroeid. Als tieners maakten we de straten onveilig. We waren niet alleen tegen Joden, maar tegen iedereen die anders was dan wij. Mijn vrienden en ik hebben een keer de trein naar Auschwitz gepakt. We misdroegen ons in het voormalige concentratiekamp. We scholden het personeel uit en schreeuwden dat eer meer Joden hadden moeten worden gedood." (3)


Pavel Bromson (rechts)
Op een dag werd alles anders in het leven van Pavel. Zijn jonge vrouw bezocht een genealogisch instituut. In een Joods register kwam ze de namen van Pavels grootouders tegen. Pavel confronteerde zijn ouders met de ontdekking van zijn vrouw. Ze gaven toe dat ze Joden waren. Ze hadden hun identiteit geheim gehouden om hun kinderen te beschermen. Bromson zei later tegen journalisten:"Ik dacht dat mijn leven voorbij was. Dit was een ramp!" (3)


Het duurde lang voordat Pavel zijn afkomst accepteerde. Tenslotte wilde hij meer over zijn Jood-zijn te weten komen en besloot hij een rabbijn op te zoeken. Na een tijdje bekeerde hij zich. Elke twijfel aan zijn identiteit was verdwenen. Tegenwoordig is de 36 jarige Pavel trouw lid van de Joodse gemeente in Warschau, net als ooit zijn overgrootvader was geweest. In plaats van zijn skinheadoutfit draagt hij nu een zwart pak met hoed. Pavel Bromson is weliswaar het voorbeeld van een uitzonderlijke bekering. Hij is zeker niet de enige Pool die zijn Joodse wortels heeft ontdekt. (3)


Pavel Bromson (rechts)
Voor de Tweede Wereldoorlog woonden er drie miljoen Joden in Polen. Wie weet hoeveel mensen leven met het vermoeden dat hun voorvaderen Joods waren. (3)


Wist u dat...de Priorij van Sion een verzinsel van de Franse oplichter was?


Misschien hebt u het boek van Dan Brown, 'The Da Vinci Code' gelezen. Veel mensen die Dan Browns 'The Da Vinci Code' hebben gelezen, geloven dat de Priorij van Sion echt bestaat. Het boek werd ook verfilmd. In tal van complottheorieën wordt dit ook veel besproken. Veel mensen beseffen echter niet dat de Priorij van Sion in werkelijkheid niet bestaat en een verzinsel van een Fransman blijkt te zijn. De Fransman Pierre Plantard (1920-2000) was het brein achter de Priorij van Sion en de voornaamste bedenker van de beweringen over de veronderstelde geschiedenis van de Priorij, die later de inspiratiebron vormt voor de boeken van Dan Brown, Het heilige Bloed en de Heilige Graal en Da Vinci Code. De zogenaamde Priorij van Sion, een fictieve 'geheim' genootschap, is inderdaad verzonnen door Pierre Plantard. Plantard bedacht een geschiedenis volgens welke deze Priorij al sinds de Middeleeuwen bestond. Er werd beweerd dat Godfried van Bouillon in 1099 de opdracht gaf om in Jeruzalem op de berg Sion een abdij te bouwen. Een groep priesters, die zich Prieuré du Notre Dame de Sion noemden, diende in de Kerk van de Heilige Maria dat in 1099 door kruisvaarders op de berg Sion in Jeruzalem gebouwd werd. Echter werd de naam van de Priorij van Sion genoemd  naar een kleine heuvel Mont Sion, even buiten Annemasse, die in Frankrijk ligt. Of de Prieuré du Notre Dame de Sion werkelijk bestaat, zoals sommige auteurs beweren, is historisch nooit bewezen. Wel is het zeker dat de Priorij van Sion een verzinsel en een publiciteitsstunt was van de oplichter Pierre Plantard. Samen met André Bonhomme richtte Plantard op 7 mei 1956 de vereniging van de Priorij van Sion op. De door beiden ondertekende statuten en registratiedocumenten deponeerden ze, in overeenstemming met de Franse verenigingswet van 1901, bij de onderprefectuur van Saint-Julien-en-Genevois. (4) De vereniging van de Priorij van Sion had officieel tot doel de verdediging en vrijheid van goedkope huisvesting, sprak steun uit aan een oppositiekandidaat bij de lokale verkiezingen en publiceerde een tijdschrift genaamd Circuit en had haar hoofdzetel thuis bij Plantard in de Sous-Cassanstraat. In het tijdschrift werden de lokale bouwondernemers bekritiseerd en aangevallen. Ergens in oktober 1956 werd de vereniging van de Priorij van Sion weer opgeheven, nadat Plantard tot 12 maanden cel veroordeeld werd wegens de ontvoering van minderjarigen. (4) Als u in de mythe van de Priorij van Sion nog steeds gelooft, zult u de waarheid onder eigen ogen moeten zien dat de Priorij van Sion helemaal niet bestaat en is het hele verhaal uit Plantards duim gezogen.  


Logo van de Priorij van Sion
In de door Plantard bedachte geschiedenis zou het genootschap onder leiding van roemruchte 'grootmeesters' als Leonardo da Vinci, Isaac Newton en Victor Hugo eeuwenlang in het geheim hebben geijverd om de dynastieke rechten van de Merovingen veilig te stellen. (5) Plantard maakte zich gewag van zijn aanspraak dat hij zelf een rechtstreekse afstammeling van deze Merovingen - ja zelfs van Jezus Christus - was en daarmee recht had op de titel Koning van Frankrijk! (4) In de vroege jaren zestig zei hij dat hij als rechtstreekse afstammeling van de Merovingische koning Dagobert II aanspraak kon maken op de Franse troon. (4) Echter zijn daarvoor geen akten of andere bewijsstukken bekend waaruit zou blijken dat Plantard of zijn familie ooit aanspraak maakten op het erfgoed van de Merovingische dynastie! Het blijkt dat Plantard pas op dit idee werd gebracht door een artikel van Louis Saurel in de eerste uitgave van het Franse tijdschrift Les Cahiers de l'Histoire uit 1960. Daarin beweerde Saurel dat Dagobert II in wezen de laatste onafhankelijke koning van de Merovingen was geweest, omdat daarna diens hofmeier de macht zou hebben gegrepen. Het artikel werd in 1964 overgenomen in een vervalste document van de Priorij van Sion, getiteld Koningen en Gouverneurs van Frankrijk, dat werd toegeschreven aan ene Anne Lea Hisler. (4) De bedrieger Plantard zocht inderdaad een publiciteitsstunt voor zijn verzonnen 'geheime genootschap Priorij van Sion.' 


Pierre Plantard
Nadat hij jarenlang tevergeefs publiciteit voor zijn dynastieke claims had gezocht, hielp de schrijver Gérard de Sède hem aan een breder publiek. In de boekjes Le Trésor Maudit (1967) en L'Or de Rennes (1968) combineert de Sède Plantards claims met schatgraversverhalen die in de jaren vijftig van de vorige eeuw door hotelier Noël Corbu waren bedacht om toeristen naar zijn hotel in Rennes Le Château te lokken. De boekjes bevatten tevens door Plantard gefabriceerde valse documenten en enkele schatkaarten van de hand van Philippe de Chérisey. In Frankrijk waren de avontuurlijke boekjes succesvol genoeg om ruzie tussen de drie bedenkers te veroorzaken over de verdeling van het verdiende geld. De drie uitten beschuldigingen over en weer waarbij het voor de Franse pers al snel duidelijk werd dat het hele project een practical joke was geweest. Alleen de betrokkenheid van Plantard was verontrustender. Die liet voortdurend nieuwe documenten registreren waaruit de geldigheid van zijn valse claims moest blijken. De kranten besteedden enige tijd aandacht aan de zonderlinge 'troonpretedent.' (5) 


Het document bewijst dat de Priorij van
Sion NIET in 1099 maar in 1956 opge-
richt werd. De datum van de inschrijving
is 7 mei 1956. Klik op de afbeelding ter
uitvergroting.
Hoe de mythe Priorij van Sion zich heeft ontwikkeld, blijkt uit aantal bekendgemaakte feiten dat Plantard in 1962 samen met de Franse schrijver Gérard de Sède het boek 'Les Templiers sont parmi nous' (De Tempelieren zijn onder ons) had gepubliceerd. Dat boek borduurde voort op een door Roger Lhomoy in de wereld gezet verhaal over Gisors, waar zogenaamd een schat van de Tempeliers verborgen zou zijn. (4) Het boek vormde de basis voor de mythevorming, wat later tot de populaire versie van de Priorij van Sion met zijn inmiddels alom bekende bestanddelen zal uitgroeien. Zo wordt bijvoorbeeld Godfried van Bouillon hier al genoemd als grootmeester van de Priorij. Het is eenvoudig te bewijzen dat de uiteenlopende beweringen in de Priorijdocumenten historische fabricaties zijn, omdat ze voorafgaand aan de vroeg zestiger jaren van de vorige eeuw in geen enkele historische bron, van welke aard dan ook, voorkomen. Voorts kan aan de hand van wederzijds briefverkeer tussen Pierre Plantard, Philippe de Cherisey en Gérard de Sède uit de jaren zestig worden aangetoond dat zij betrokken waren bij een geheime zwendel, omdat ze daarin overleggen over hoe ze zullen reageren op kritiek ten aanzien van hun leugens en over nieuwe leugens die ze zullen gaan bedenken om de zaak gaande te houden. (4) Deze meer dan 100 brieven, inclusief hun oorspronkelijke enveloppen, zijn in het bezit van de Franse onderzoeker Jean-Luc Chaumeil. Chaumeil maakte in de jaren zeventig zelf deel uit van de intrige rondom de Priorij van Sion en schreef over Plantard en de Priorij. Tegen het einde van de jaren zeventig onthulde hij in zijn boeken echter het duistere verleden van Pierre Plantard. 


Vanaf het midden van de jaren zestig begon Plantard te beweren dat de Priorij van Sion een geheime, interne kring van Tempeliers betrof, die de vernietiging van de oorspronkelijke orde hadden overleefd en die eeuwenlang gebeurtenissen in de Europese geschiedenis zouden hebben gemanipuleerd teneinde de "rechtmatige Merovingische koningsheerschappij in stand te houden." Plantard schreef vervalste manuscripten en liet daar door zijn vriend Philippe de Cherisey perkamenten van maken. Die oorkonden zouden volgens Plantard het overleven van de Merovingische lijn in de stamboom van de Frankische koningen aantonen. Bovendien manipuleerde Plantard pastoor Sauniére in Rennes le Château zodanig dat hij er zijn beweringen aangaande de Priorij van Sion mee kon bewijzen. Hij ging zelfs zo ver dat hij zogenaamde geheime, zelf met potlood geschreven documenten in de Parijse Bibliothèque Nationale de France binnengesmokkeld had. (4) Plantard herzag nogal wat van zijn valse claims in de jaren tachtig. Hij kwam met een mythologische stamboom van de Priorij van Sion, ontkende ieder verband met de Tempeliers en beweerde dat Les Dossiers Secret (De Geheime Dossiers) 'onder invloed van LSD' tot stand waren gekomen en dat de Priorij van Sion in werkelijkheid in 1681 in Rennes-le-Château was opgericht door de grootvader van Marie de Negri d'Ables. Deze herziening van het Priorijverhaal bleek alles te maken hebben met het in mei 1989 in Rennes-le-Château geopende Museum Sauniére. Nog weer later beweerde Plantard in september 1993 dat Roger-Patrice Pelat ooit grootmeester van Priorij van Sion was geweest. Pelat was een vriend van de toenmalige en wijlen president François Mitterand en raakte verwikkeld in een schandaal. Toen het bedrog aan het licht kwam, beval een Franse rechtbank huiszoeking bij Plantard. Daarbij kwamen talrijke documenten boven water, waaronder één verklaarde dat Plantard de ware koning van Frankrijk was. Plantard bekende in 1993 onder ede dat hij het hele verhaal van de Priorij van Sion verzonnen had en documenten eigenhandig vervalst had. Sindsdien is er niet veel meer van Plantard vernomen en leidde hij tot aan zijn dood, op 79 jarige leeftijd, een teruggetrokken leven. (4) 


Pierre Plantard was niet alleen een leugenaar, een geraffineerde oplichter en een onverbeterlijke bedrieger, maar ook een antisemiet! Hij had samen met zijn vrienden een tijdschrijft 'Vaincre' (Verover) gepubliceerd dat zich regelmatig leende als platform voor antisemitische, antimaçonnieke en mystiek-nationalistische betogingen. Toen hij in 1937 van school kwam, richtte hij zijn eerste nep-verenigingen op met het zelfverklaarde doel "Frankrijk te zuiveren en te vernieuwen." (4) Op 16 december 1940 schreef Plantard een brief aan Franse maarschalk Henri Philippe Pétain die met de Duitse bezetters collaboreerde, waarin hij zijn geloof in een "verschrikkelijke samenzwering van vrijmetselaars en Joden tegen Frankrijk" verkondigde en waarin hij de maarschalk aanspoorde deze "bedreiging" zo snel  mogelijk het hoofd te bieden. (4) In een politierapport over Plantards activiteiten vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog, opgenomen in het Dossier GA P7 dat bij de Parijse prefectuur berust, is over deze vroege periode onder meer te lezen:"Plantard, die ermee praalt talrijke verbindingen met politici te onderhouden, schijnt een van die niet zo snuggere, aanmatigende jonge mannen te zijn, die min of meer fictieve groeperingen leiden om zich zodoende als belangrijk voor te doen en die misbruik maken van de momentane trend om jonge mensen meer interesse te schenken teneinde de aandacht van de regering op zich te vestigen." (6) 


Nu u weet dat de Priorij van Sion een verzinsel was van Pierre Plantard, is het van groot belang dat u ook géén geloof hecht aan Dan Browns 'The Da Vinci Code.' De auteur Dan Brown heeft verhalen overgenomen van Pierre Plantard en vooral van de BBC-programmamaker Henry Lincoln die het boek Le Tresor Maudit van Plantard en de Sède had gelezen. Henry Lincoln besloot enkele documentaires over het onderwerp en schreef er samen met Michael Baigent en Richard Leigh een boek, getiteld Holy Blood, Holy Grail, (1983) dat een internationale bestseller werd. Dan Browns 'The Da Vinci Code' mag een zeer boeiend geschreven en spannende thriller zijn. Echter worden veel ficties als feiten gepresenteerd, alsof de geschiedenis in dit verhaal accuraat is. Het boek begint op pagina 15 namelijk met de mededeling:"Alle beschrijvingen van kunstwerken, architectuur, documenten en geheime rituelen in dit roman zijn waarheidsgetrouw." De uitwerking is echter verwoestend voor veel christenen. In 'The Da Vinci Code' vertellen zogenaamde 'geheime documenten de waarheid over Jezus, zijn relatie met Maria Magdalena, zijn bloedlijn alsook de nog in leven zijnde afstammelingen van Jezus.' Echter is de inhoud van deze boek gnostiek. 


The Da Vinci Code
Ondanks de bewering van Dan Brown dat zijn boek waarheidsgetrouw is, laat het tegendeel zien dat het vol staat met onnauwkeurigheid, verdraaide feiten, historische blunders en tegenstrijdigheden. Miljoenen mensen denken na het lezen van dit boek een betrouwbaar beeld te hebben gekregen van de historische Jezus, het ontstaan van de Bijbel en de Kerk en vinden daarin wellicht argumenten om Jezus Christus af te wijzen. Maar ze zijn misleid. Een infoteur schreef terecht:"In het boek van Dan Brown wordt echter ook de geschiedenis herschreven en wordt deze versie voorgespiegeld als waarheid." (7) De auteur Dan Brown heeft in zijn boek 'The Da Vinci Code' op bladzijde 8 zelf toegegeven dat in zijn fantasieverhaal zijn karakters, plaatsen en gebeurtenissen het product van zijn eigen verbeelding of gefingeerd. Hij gebruikte daarna wel zijn boek om de goddelijkheid van Jezus Christus aan te vallen, de autoriteit van de Bijbel te ondermijnen en het christendom te herinterpreteren. (8) Helaas leeft de mythe van de Priorij van Sion niet alleen voort in Dan Browns boeken, maar ook in talrijke complottheorieën, die u op internet aantreft. Uit een onderzoek is gebleken dat mensen die het meest in de complottheorieën geloven,  aan het boek 'The Da Vinci Code' vaak ook het plezier beleven. Daarnaast zijn ze ook zeer bang om te sterven en hebben ze het meest met New Age. (9) Mensen die echte wedergeboren christenen zijn en veel over de Bijbel weten, geloven complottheorieën niet zo snel! Helaas geloven nog steeds zeer veel christenen die zeer zwak zijn in hun geloof, complottheorieën wel! In een artikel van The New York Times staat te lezen:"Veel van de ten tonele gedragen samenzweringen in de Da Vinci Code zijn reeds opgezet in een eerdere bestseller Holy Blood, Holy Grail, gepubliceerd in 1980. Het stoelt op een stapel documenten, die gevonden zijn in de Bibliothèque Nationale de France, die sindsdien al zijn weerlegd als bedrog." (10) 


Als u wilt weten of Jezus Christus met Maria Magdalena getrouwd was en een kind had verwekt, is het antwoord NEE. De door Dan Brown verkondigde ongehoorde leugen is gebaseerd op gnostiek, New Age en de apocriefe evangelieën. Toen aan Michael Baigent, één van de auteurs van Holy Blood, Holy Grail tijdens een TV-programma werd gevraagd wat voor bewijs hij had dat Jezus en Maria Magdalena een kind ter wereld brachten, antwoordde hij heel eerlijk:"Absoluut geen enkel bewijs! Dat is puur hypothese." (8) De Priorij van Sion is misschien wel een grootst opgezette bedrog aller tijden geweest. En de schade dat vele miljoenen christelijke en niet-christelijke lezers door het lezen van het fictieve boek 'The Da Vinci Code' en de complottheorieën ondervinden, is mogelijk niet te overzien.


Om Sions wil zal ik niet zwijgen. God zegene u.


                                                                               Paul


Het auteursrecht van dit artikel ligt bij de blogger. Zonder toestemming van blogger Paul zijn vermenigvuldiging, eigen gebruik en publicatie in een ander blog verboden.


Bronnen en referenties:


  (1) Trouw: niet geld, maar diepe haat was drijfveer van Jodenjagers. 3-10-2011
  (2) De Telegraaf: Vrijmetselarij belastingvrij. 9-11-2010
  (3) Israel Today: Neonazi wordt chassidisch. nr. 61 mei 2012
  (4) nl.wikipedia.org/wiki/Pierre Plantard
  (5) nl.wikipedia.org/wiki/Priorij van Sion
  (6) Politierapport Pantards Renovation Nationale Française. 9-05-1940
  (7) Mens en Samenleving.Infonu: De Da Vinci Code ontmaskerd
  (8) Schepping of Evolutie: De Da Vinci Code, Fictie vermomd als feit.
  (9) Scientias.nl: Complottheorie geeft grip op het leven.
(10) Desert News: Clergy are rushing to decode 'Da Vinci.' 27-04-2004



Geen opmerkingen: