dinsdag 4 februari 2014

Profeet Elia en de eindtijd



Elia, de heraut van de Messias

Rondom de profeet Elia, één van de meest bekende Bijbelse figuren, zijn al vele legenden. Bij de Joden is de profeet Elia, in het Hebreeuws uitgesproken als Eliahoe, de meest populaire profeet aller tijden. Er is namelijk geen andere profeet als Elia, die zo nauw verbonden is met de verwachting van de Messias. Iedere Jood die reikhalzend uitziet naar de komst van de Messias, verwacht de profeet Elia, omdat hij het is, die niet alleen de komst van de Messias met woorden aankondigt, maar Hem ook daadwerkelijk voorgaat. In het Jodendom is Pesach, het Joodse Paasfeest, voor de Joden onlosmakelijk verbonden aan de verwachting van de Messias. De hele atmosfeer is er van doortrokken, zoals blijkt uit de gebeden en lofzangen. Maar eerst verwacht men de profeet Elia, schreef dr. Arthur U. Michelson, een Jood die de Messias vond. Vandaar de ereplaats die voor de profeet Elia klaarstaat aan de Sedertafel, met het bord en de beker wijn. (1) Dit hangt samen met hetgeen de Eeuwige, de God van Israël, door de mond van de profeet Maleachi vijfentwintig eeuwen geleden aankondigde: 

"Ziet, Ik zende ulieden den profeet Elía, eer dat die grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal. En hij zal het hart der vaderen tot de kinderen wederbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen; opdat Ik niet kome, en de aarde met den ban sla."
Maleáchi 4:5-6 (Statenvertaling)

Elia zal dus de heraut zijn van Israëls beloofde Verlosser, wanneer deze wederkomt in heerlijkheid. Als het ongezuurde brood wordt gebroken en rondgedeeld, legt de Joodse vader ook een stuk op het bord van de profeet. En de beker wijn is gereserveerd voor Elia. Wanneer de gespannen verwachting tot het hoogtepunt gekomen is, opent men de kamerdeur. Elia wordt uitgenodigd binnen te komen met het goede nieuws over de Messias. Dit moment is hoogst opwindend. Alle aanwezigen zijn opgestaan, een beker wijn in de hand. De vader spreekt het volgende gebed uit (1):

"O, God van Abraham, Izaak en Jakob, lang hebben wij gewacht op Uw belofte. Wij smeken U thans Uw Gezalfde te zenden die Gij beloofd hebt, de Zoon van David. Heb erbarmen met Uw volk Israël. Vergader ons, zoals Gij in Uw Woord gezegd hebt, en wij zullen Uw volk zijn. En Gij zult onze verheugen zijn, zoals vanouds. Aanschouw, alle dingen zijn gereed en wij wachten." (1)

Daarna zegt de vader met luide stem, terwijl allen verlangend naar de deuropening kijken:

 "Gezegend zij uw ingang, Elia!"

De beker van Elia
Na enige minuten van wachten wordt de deur weer gesloten, en omdat Elia niet kwam, zegt de vader dit gebed:

"Hoelang, o Heer, hoe lang zal Uw toorn niet wijken van over Uw volk? Wanneer zult Gij erbarmen hebben en ons weer genadig zijn? Aanschouw ons lijden. Wij zijn verstrooid onder de heidenen. Zij bespotten ons en zeggen:'Waar is uw God, waar blijft de belofte van Zijn komst?' Wij worden afgemat, toch hopen wij, Here!" (1)

Inderdaad drijven de heidenen de spot met de Joden, zoals de apostel Petrus voorzegd had:

"Dit vooral moet gij weten, dat er in de laatste dagen spotters met spotternij zullen komen, die naar hun eigen begeerten wandelen, en zeggen: Waar blijft de belofte van Zijn komst?"
2 Petrus 3:3-4 (NBG)

Eens zal de tijd komen dat Elia terugkeert om de komst van de Messias aan te kondigen.

Elia, de ware man Gods

Elia was een echte man Gods. Zijn naam betekent letterlijk: Mijn God is Jahwe. Hij kwam uit Tisbe in Gilead en was een van de Bijbelse imponerende figuren en een profeet in het noordelijk tien stammenrijk in de tijd van koningen Achab en Ahazia. Anders dan de profeten Jesaja en Jeremia die voornamelijk bekend zijn om hun woorden, onderscheidt Elia zich door zijn daden. (2) In de tijd van Elia waren koning Achab en zijn zoon Ahazia niet oprecht maar goddeloos. Ze deden heel wat kwaad in de ogen des Heren. De profeet Elia haalde de woede van koning Achab en zijn slechte en verdorven vrouw Izebel over de hals door aan te kondigen dat er geen regen zal vallen in Israël. Daarna verborg hij zich aan de beek Krith, waar de raven hem brood en vlees brachten. 

De raven brachten Elia brood en vlees...
Na verloop van tijd begon de beek uit te drogen, want er was geen regen in Israël. God gebood Elia naar Zarfath bij Sidon te gaan om daar een arme weduwe te helpen. De afstand die hij moest afleggen van Krith naar Zarfath, is 225 kilometer. Elia was zes dagen onderweg. Maar de vraag was hoe hij de weduwe kon vinden, die God op het oog had. De enige aanwijzing die God hem gaf, was dat deze weduwe hem zal verzorgen. Weduwen waren in die tijd herkenbaar aan hun kleding, maar dat was niet voldoende om de weduwe te vinden, die God bedoelde. (2) Als Elia aan de poort van de stad Zarfath kwam, bad hij eerst om een teken. Hij vroeg aan een weduwe die hij bij Zarfath tegenkwam:"Breng mij wat water opdat ik drink."  Misschien vraagt u zich af of het niet uiterst onbeleefd was van Elia om van een arme weduwe te verlangen om water en brood weg te geven, en zeker van iemand die zelf niets te eten had. Ludwig Schneider betoogt dat als we willen ontdekken hoe we een bepaalde opdracht van God moeten uitvoeren, moeten we het voorbeeld van Elia volgen om in actie te komen en vrijmoedig te zijn. Want angst voor mensen gaat lijnrecht in tegen vrees voor God. Ontzag voor God is de belangrijke voorwaarde om Gods wil te leren kennen, zodat u kunt handelen naar Gods wil. (2) Daarom zeggen we altijd aan het eind van ons gebed zoals Here Jezus (Hebreeuws: Yeshua) ons geleerd heeft:"...Niet mijn wil, maar Uw wil geschiede." 

De arme weduwe heeft slechts een handjevol meel in de pot en een restje olijfolie in de kruik en zei tegen Elia:"Zo waar de HEERE, uw God, leeft! Indien ik een koek heb, dan alleen een handjevol meel en een weinig olie in de kruik en ik heb een paar hout gelezen. Daarvan wilde ik net iets bakken voor mij en mijn zoon om daarna te sterven. (1 Koningen 17:9-12)" Als Fenicische niet-Joodse vrouw wist zij dat de God van Elia de God van Israël en de Heer is. We kunnen ons wel voorstellen dat zo'n vrouw als de Fenicische weduwe in zulke dramatische omstandigheden leeft en toch wordt ze door Elia gevraagd om brood wat ze in feite niet veel heeft dan alleen maar een handjevol meel. Al was Elia streng en onbuigzaam, stelde hij de weduwe gerust en zei:"Vrees niet, ga heen, doe naar uw woord; maar bak eerst een kleine brood voor mij en breng mij die. Daarna kunt u voor uzelf en uw zoon wat bakken. Want zo zegt de HEERE, de God van Israël: Het meel van de kruik zal niet bederven en de olijfolie van de kruk zal niet opraken tot op de dag dat de HEERE regen op de aardbodem zal geven." De weduwe geloofde het Woord van God dat door de mond van Elia gesproken werd, en deed wat haar opgedragen was. God kijkt niet naar onze gaven, naar de enorme geldbedragen aan goede doelen, maar naar de gever zelf, naar hoeveel hij of zij van zijn of haar armoede of rijkdom geeft of juist terughoudt. (2) Denk maar aan de arme weduwe die twee kleine penningen in de offerkist van de Tempel wierp, terwijl veel rijke mensen grote sommen geld daarin wierpen. Over de arme weduwe zei Jezus vol lof:"Voorwaar, Ik zeg u dat deze arme weduwe meer ingeworpen heeft, dan allen die in de offerkist geworpen hebben. Want zij allen hebben van hun overvloed daarin geworpen, maar zij heeft van haar armoede erin geworpen, al wat zij had, haar hele levensonderhoud! (Marcus 12:41-44)"  In tegenstelling tot rijke mensen heeft de arme weduwe God meer gegeven. Daarom is het beter te geven dan te ontvangen, en van geven is nog nooit iemand arm geworden! Zo zorgde het offer dat de Fenicische weduwe en de arme weduwe brachten, ervoor dat die twee vrouwen rijkelijke Gods zegeningen kregen. Bij de Phoenische weduwe vond Gods wonder plaats zodat het meel in de pot niet opgeraakt was en er was nog genoeg olijfolie in de kruik tot op de dag dat de HEERE het weer liet regenen. 

Elia en de weduwe
Een tragedie vond plaats toen de zoon van de weduwe zeer ernstig ziek werd en stierf. De Fenicische weduwe was wanhopig en bang geworden voor de man Gods, omdat zij dacht dat dit een straf voor haar zonden was. "Wat heb ik met u te doen, gij man Gods? Bent u bij mij gekomen om mijn zonden in gedachtenis te brengen en om mijn zoon te doden?"zei de weduwe tegen Elia. Zoals Ludwig Schneider schreef, zijn ware boodschappers van God een schijnend licht. Dit is waaraan u hen kunt herkennen: alles komt bij hen aan het licht, de meest geheime zonden worden openbaar en de duisternis verdwijnt. (2) Elia die medelijden had met de weduwe, nam het overleden kind en droeg hem naar de zolder. Misschien vraagt u zich af waarom Elia het arme kind niet op de begane grond tot leven had kunnen wekken. Maar Ludwig Schneider laat ons zien dat we op zolder afstand kunnen nemen van alle aardse bezigheden en ongestoord met God praten. (2) Wat een groot verschil met onze tijd waarin van de voorbede voor zieken vaak een spektakelshow met veel uiterlijk vertoon wordt gemaakt, zoals we in sommige pinkster- en charismatische gemeenten, massabijeenkomsten en zelfs in onze huizen dikwijls zien. Ludwig Schneider geeft enkele voorbeelden uit de Bijbel, waarin we lezen dat Daniël ook op zolder met open ramen in de richting van Jeruzalem bad en de discipelen na de hemelvaart van Jezus ook op een zolder bijeen kwamen om God te zoeken en aan Hem te vragen hoe het nu verder moest. Petrus kreeg een visioen toen hij op het dak van een huis stond. Elia bad drie keer tot God en smeekte Hem of Hij het kind weer tot leven wilde wekken. Nadat hij de HEERE tot drie keer toe had aangeroepen, verhoorde God Elia's smeekbede en de jongen ontwaakte. "Zie, uw zoon leeft!"zei Elia tot de weduwe. De weduwe zei tot Elia:"Nu weet ik dat gij een man Gods zijt, en dat het woord des HEEREN in uw mond waarheid is. (I Koningen 17:17-24) 

Koning Achab ontmoette Elia in de wijngaard van Naboth
Zelfs de goddeloze koning Achab erkende dat Elia een man Gods is! Hij scheurde zijn kleren, strooide as over zijn huid en ging vasten en langzaam lopen, toen hij de woorden van Elia hoorde. In verband met de moord op de wijngaardenier Naboth moest Elia van God het verschrikkelijke oordeel over de hele koninklijke familie van Achab aankondigen. De harde boodschap van Elia had koning Achab bijzonder diep geraakt dat hij zich voor het aangezicht van God vernederde (1 Koningen 21:1-29). 

 Johannes de Doper

Net zoals Henoch weggenomen was, nam God Elia ook weg. Elia's opvolger Elisa was een ooggetuige van de hemelvaart van Elia. Hij zag hoe een vurige wagen met vurige paarden op hen afkwam en Elia in een storm ten hemel meevoerde. Elisa die het hele gebeuren met eigen ogen had aanschouwd, riep uit:"Mijn vader, mijn vader! Wagen Israëls en zijn ruiters! (2 Koningen 11-12)" Er gebeurde iets merkwaardigs, want toen Elia ten hemel was opgenomen, viel zijn mantel van hem af. Nadat Elia met de vurige wagen en paarden werd meegevoerd, scheurde Elisa zijn kleren in twee stukken en raapte de mantel van Elia op. De andere profeten die de bovennatuurlijke gebeurtenis niet meemaakten maar bij Jericho op enige afstand stonden, zagen hem aankomen en zeiden tot hun verbazing:"De geest van Elia rust op Elisa." Inderdaad rust de geest van Elia op Elisa. Zo kon de profeet Elisa het ambt van Elia voortzetten evenals het werk. Want eerder had hij Elia erom gevraagd. "Laat twee delen van uw geest op mij zijn!"was Elisa's verzoek aan Elia. De mantel dat van Elia was afgevallen, symboliseert in feite het ambt van Elia. Met deze mantel kon Elisa het werk van Elia voortzetten.

Elia ten hemel opgenomen
Ook Johannes de Doper heeft het werk van Elia voortgezet. Here Jezus zag in Johannes de Doper Elia, die Hem bij Zijn eerste komst voorafging. Over Johannes de Doper werd door profeet Jesaja geprofeteerd:

"Een stem des roependen in de woestijn: Bereidt den weg des HEEREN, maakt recht in de wildernis een baan voor onzen God!"
Jesaja 40:3 (Statenvertaling)

Op Johannes de Doper rustte ook de geest van Elia. In het derde hoofdstuk van Maleachi staat dat Elia ook vooraf zal gaan aan de tweede komst van de Messias. Petrus, Jakobus en Johannes waren tegelijkertijd getuige van een zeer ongewone tafereel waarbij Jezus tijdens Zijn verheerlijking op de berg door Mozes en Elia werd bijgestaan (Matthéüs 17:1-8). Het betekent dat Elia die met Jezus sprak, reëel en levend is, maar niet van de hemel neerdaalt. Alleen de geest van Elia rustte nog op Johannes de Doper. Als de discipelen van de berg afdaalden, stelden ze Jezus een vraag over Elia die nog moet komen. Het antwoord van Jezus is: 

"Elia zal wel eerst komen en alles weder oprichten. Maar Ik zeg u dat Elia nu gekomen is en zij hebben hem niet herkend."
Matthéüs 17:11-12 (Statenvertaling)

Een ander Bijbeltekst zegt ook dat Elia in de tijd van Jezus reeds was gekomen:

"En van de dagen van Johannes den Doper tot nu toe, wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan, en de geweldigers nemen hetzelve met geweld. Want al de profeten en de wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd. En zo gij het wilt aannemen, hij is Elias, die komen zou."
Matthéüs 11:13-14 (Statenvertaling)

De discipelen hadden het begrepen dat Jezus over Johannes de Doper sprak (Matthéüs 17:13). Maar waar het steeds op aankomt, is of God ons openbaring geeft over de dingen die verborgen zijn. De discipelen hadden, toen zij drie jaar met Jezus waren opgetrokken, de beste leermeester en het zuiverste voorbeeld. Toen Petrus tot inzicht kwam en zei tegen Jezus:"U bent de Messias, de Zoon van de levende God! (Matthéüs 16:16)" Jezus beantwoordde en zeide tegen Petrus:"Zalig zijt gij, Simon Bar-Jona! Want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is (Matthéüs 16:17).Dit betekent dat wij bepaalde inzichten niet zomaar krijgen en ook niet kunnen oefenen in het ontvangen van openbaring. Nee, ze worden door God gegeven. Daarom zegt Jezus in Johannes 3:13:"Niemand is opgevaren naar de hemel, dan Die uit de hemel nedergedaald is, namelijk de Zoon des mensen, Die in de hemel is." Daarom moeten we ons alleen op Hem concentreren en ons niet met andere zogenaamd hemelse zaken bemoeien. (3)

Leer van de vijgeboom...       

Tegenwoordig houden veel Bijbeluitleggers en eindtijdpredikers zich bezig met de eindtijd als hun belangrijke thema en negeren de waarschuwing van Jezus volkomen. Voordat Jezus ten hemel opgevaren was, zei Hij dat we ons niet mogen bemoeien met de hemelse zaken zoals de wederkomst, omdat het trouwens niet onze zaak is. De tijd en de gelegenheid wanneer de Messias komt, zijn alleen een zaak van de Vader Die in de hemel is (Handelingen 1:6-7). Ook de dag en het uur waarop Here Jezus weer zal terugkomen, kunnen we op GÉÉN enkele Bijbelschool te weten komen. Het ergste is dat vele speculaties van christelijke eindtijdpredikers en Bijbeluitleggers vaak tot mislukking gedoemd zijn. Daardoor brengen zulke speculaties de Bijbel en de Bijbelse profetieën juist in diskrediet, terwijl de Bijbel de grote nadruk legt dat we alleen onze blik op Jezus moeten richten. Jezus benadrukt Zelf tegen Zijn discipelen, toen zij Hem de vraag stelden wanneer Hij weer zou wederkomen om Zijn koninkrijk te vestigen:

"...van dien dag en die ure weet niemand, noch de engelen, die in de hemel zijn, noch de Zoon, dan de Vader."
Markus 13:32 (Statenvertaling)

"Doch van dien dag en die ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen."
Matthéüs 24:36 (Statenvertaling)

We kunnen in onze moderne tijd ook de dag en het uur niet weten. Maar...de Bijbel openbaart ons wel het seizoen! Over dat seizoen sprak Here Jezus in Zijn rede over de eindtijd (Zie Matthéüs 24:32, Markus 13:28 en Lukas 21:30).   

"En leert van den vijgeboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak nu teder wordt, en de bladeren uitspruiten, zo weet gij, dat de zomer nabij is. Alzo oo gijlieden, wanneer gij al deze dingen zult zien, zo weet, dat het nabij is, voor de deur." 
Matthéüs 24:32 (Statenvertaling)

Met de vijgeboom bedoelt Jezus uiteraard Israël. Hij heeft het niet over de Kerk! Helemaal niet, want de Kerk vervangt Israël niet en is daarom ook niet het geestelijke Israël, zoals de theologen wel beweren. De vijgeboom is in werkelijkheid het fysieke Israël zoals we vandaag kennen. Wat de vijgeboom betreft, wordt er alleen gesproken over uitlopende takken en bladeren. In deze tijd mogen we nog geen geestelijke vruchten verwachten van Israël, maar wel fysieke, zichtbare groei. Het bestaan van de Staat Israël vertelt ons dat de Messias voor de deur staat, en dat wij de deur moeten openen voor Elia, opdat hij de weg kan bereiden voor de Messias. Joden verwachten bij alle feesten de profeet Elia die aan de komst van de Messias voorafgaat, en doen daarom de deur van hun woning LETTERLIJK open! Wanneer wij de actualiteiten in Israël plaatsen in het licht van de eindtijd, kunnen we concluderen dat dit de tijd van Elia is; het tijdperk dat direct voorafgaat aan de komst van de Messias. (3) 


Het tijdperk van Elia

In dit verband is het belangrijk om te weten dat er in Gods heilsplan zeven tijdsperioden zijn. Het getal zeven is het getal van de volheid. Dat begint met 'in zeven dagen schiep God de hemel en de aarde.' God gebruikt het getal zeven telkens wanneer Hij ons wil herinneren aan Zijn tijdschema en heilsplan. Dat deed Hij al in de droom van Farao, toen Hij hem zeven korenaren en zeven koeien liet zien. En dat zien we uiteindelijk ook in de openbaring van Johannes: zeven gemeentes, zeven kandelaren, zeven sterren, zeven zegels, zeven bazuinen, enzovoorts. Steeds weer het getal zeven. De zevende gemeente die wordt aangeschreven in het derde hoofdstuk van Openbaring, is Laodicea. 'Laodicea' staat voor volksrecht (democratie, de wil van het volk). Maar het door God uitverkoren Joodse volk en de door Christus vrijgekochte Gemeente behoren tot een andere dimensie en zij denken en verwachten ook in andere dimensies. Zij zullen niet zomaar voorbijgaan aan Elia en zijn tijdperk dat zal eindigen in het zevende tijdperk. (3)

Deze tijd die voorafgaat aan de komst van de Messias, wordt gekenmerkt door de terugkeer van de Joden naar Sion. Van de ruim dertien miljoen Joden die momenteel in de wereld wonen, zijn er nu al bijna zes miljoen in Israël. Ook het terugwinnen van de woestijn behoort tot het zevende tijdperk. Inmiddels is bijna de helft van de Israëlische Negevwoestijn vruchtbaar gemaakt, zoals de oude profeten voorzegd hadden. God gaf Israël ook de kracht van David. Zoals David destijds Goliath in de Naam van God tegemoet trad en hem overwon, zo heeft Israël in alle Israëlisch-Arabische oorlogen de Arabieren overwonnen. Eveneens behoort tot het einde van het tijdperk van Elia de strijd die de moslims voeren om Jeruzalem en de Tempelberg. Nu al wordt Jeruzalem een beker van bedwelming voor de islamitische buurlanden en wordt deze heilige stad voor alle naties op de aarde tot een steen, die zij zullen moeten heffen. Dit betekent dat Elia hier al is, en dat de deur, waardoor de Messias zal binnenkomen, steeds verder opengaat. (3)

Wedstrijd tussen twee altaren

Maar wat nog heel belangrijk is dat het einde van het tijdperk van Elia ook het einde van alle heidense machten betekent, omdat Elia de weg baant voor de komst van de Messias. Zoals Jezus voorzegd heeft, zal de rol van de heidenen uitgespeeld worden wanneer de strijd om Jeruzalem ontbrandt.

"...Jeruzalem zal van de heidenen vertreden worden, totdat de tijden der heidenen vervuld zullen zijn." 
Lukas 21:24b (Statenvertaling)

We zien vandaag dat Jeruzalem nog steeds vertreden wordt door de heidense volken: De Verenigde Staten, de Europese Unie, de islamitische Arabische landen en de Palestijnen en...de Kerk! We beleven vandaag allemaal een hele grote gebeurtenis dat in het Midden-Oosten en de rest van de wereld nu al heeft plaatsgevonden: de opkomst van de islam. De islam is in de eindtijd een zeer geduchte macht geworden. Waar de islam opkomt en de islamitische extremisten de sharia invoeren, wordt er afgerekend met 'ongelovigen', zoals Joden, christenen en niet-moslims worden genoemd. In Egypte, Libië en Syrië roepen radicale moslims in gezamenlijke koor:"Eerst zaterdagmensen, dan zondagmensen." Ze bedoelen Joden en christenen. De radicalen willen alle Joden en christenen uitroeien. In islamitische landen worden christenen op 'n gruwelijke wijze afgeslacht als zij zich niet bekeren tot de islam. Precies hetzelfde zoals in de tijd van Elia werden profeten en Israëlieten gedood omdat zij niet voor Baäl hadden gebogen (1 Koningen 19:14, 19:18). Sommige moslims (en helaas ook christelijke kerkleiders) beweren vandaag dat de islamitische god Allah in de pre-islamitische tijden hetzelfde is als de God van Abraham, Izaak en Jakob. Maar hun claim is helemaal niet juist, want de heidense god Allah is beslist NIET hetzelfde als de God van Israël! Helaas voor de moslims had de Palestijnse Autoriteit in 2001 een postzegel uitgegeven, waarop Baäl alsmede een stier afgebeeld staat. De afgebeelde Baäl houdt de speer in zijn hand en aan zijn gordel hangt een korte zwaard, zoals we de onderstaande afbeelding van de Palestijnse postzegel zien. 

Baäl op de Palestijnse postzegel
Baäl was in de Bijbelse tijden een bijzonder wrede godheid van de heidense volken. In Kanaän, Fenicië en andere delen van het Midden-Oosten werd hij aangebeden als god van de donder, de bliksem en de oorlog. Baäl betekent letterlijk de Heer (met de hoofdletter!). Uit archeologische vondsten en onderzoekingen is gebleken dat Baäl en Allah idenitiek hetzelfde persoon zijn. Want de oorspronkelijke naam van Allah was Hoebal, een Moabitische godheid. Hoebal was al rééds voor de geboorte van Mohammed door de polytheïstische Arabieren geimporteerd. Van oorsprong was de Ka'aba, een islamitische heiligdom in Mekka, de verblijfplaats van de Arabische afgodsbeelden. In het Arabische polytheïsme stond Hoebal als de oppergod centraal. Hoebal is geïdentificeerd als Baäl-Peor in Moab (Numeri 25:1-3, Deuteronomium 4:3, Jozua 22:17, Openbaring 2:14). De pre-islamitische Arabieren beschouwden Hoebal en Allah niet als verschillende goden. Want Hoebal en Allah waren als één en dezelfde persoon verenigbaar. Zoals Baäl betekent Hoebal ook "de Heer." De titel en het gebruik ervan zijn ook hetzelfde als dat van Allah. De term Allah en de naam Hoebal passen zeker in dit patroon van een lokale oppergod, waarna verwezen wordt naar Baäl. Want in de Bijbelse tijden waren er lokale godheden onder de heidense volken, die allemaal verwezen worden naar Baäl: Baäl-Hadad, Baäl-Peor, Baäl-Melkert, Baäl-Moloch, enzovoorts. Oorspronkelijk heet Allah "Al-ilah." Al-ilah is niet een eigennaam van een specifieke god, maar een algemene verwijzing en betekent letterlijk de god. Voordat Mohammed, de stichter van de islam, ten tonele verscheen, werd al-ilah ingekort tot Allah. Omdat Baäl ook bezitter betekent, beschouwen de meeste moslims zichzelf als Allah's bezit en slaven van Allah! In feite hebben de Palestijnen onbewust de ware herkomst van Allah verraden door een postzegel met de afbeelding van Baäl uit te geven! Uiteraard is de daad van de Palestijnen in de ogen van oprechte moslims een blasfemie! Al willen veel moslims niet graag geloven dat hun god Allah idenitiek hetzelfde is als de heidense god Baäl uit lang vervlogen tijden. De Bijbel identificeert Baäl als Beëlzebub (Matthéüs 12:24, Markus 3:22, Lukas 11:15). Beëlzebub is afgeleid van Baäl-Zebub en betekent "de heer der vliegen." In feite is Beëlzebub een andere naam van satan. 

In de tijd van Elia hadden de goddeloze koning Achab, zijn vrouw Izebel en hun volgelingen voor de wrede god Baäl gebogen en offers aan hem gebracht. Er waren ook mensenoffers gebracht (Jeremia 19:5, 32:35). Veel Baälpriesters maakten zich schuldig aan kannibalisme, doordat zij offervlees hadden gegeten. Het bewijs van kannibalisme vinden we in de Bijbel. In Numeri 25:1-3 lezen we dat de Israëliëten door toedoen van de Moabitische vrouwen slachtoffers van de afgod Baäl-Peor aten. Naïeve westerlingen en ook veel gematigde moslims weten echter niet dat in het verleden was er sprake van kannibalisme onder de moslims. Hoewel de islam kannibalisme officieel verbiedt, worden er toch paar uitzonderingen gemaakt: Afvalligen en vijanden van de islam, vijandige soldaten en overspeligen mogen gedood en opgegeten worden, mits het mensenvlees ongekookt is. Voor de Egyptische TV heeft een salafistische geleerde Ahmad Abdo Maher verklaard dat er geen toestemming voor het eten van mensenvlees nodig is en er ook geen doodstraf op staat. Zo'n uitspraak als die van de salafistische geleerde bewijst wel dat Allah hetzelfde is als Baäl! In 2013 circuleerde een opzienbarende video op YouTube waarop staat te zien hoe een Syrische rebel het lichaam van een gedode soldaat had opengesneden en het hart eruit rukte om hem op te eten. 
 
Beroemd was de wedstrijd tussen twee altaren dat op de berg Karmel gehouden werd door Elia en de Baälpriesters. De profeet Elia daagde koning Achab en de Baälpriesters uit om te bewijzen dat hun god Baäl de ware god is. De Baälpriesters bouwden een altaar, zongen en dansten urenlang en riepen tot hun valse god om antwoord. Alleen mochten de Baälpriesters van Elia geen vuur aanleggen op hun altaar, want zij moesten bewijzen dat hun god Baäl met vuur zal beantwoorden. Van 's morgens tot 's middags hadden de Baälpriesters luidkeels om antwoord van Baäl geroepen, maar er was geen stem, geen antwoord en geen enige teken (I Koningen 18:19-29).  Toen de Baälpriesters ophielden met hun urendans en hun moed opgaven, nam Elia twaalf stenen naar het getal van de stammen Israëls en bouwde met die stenen het altaar voor de God van Israël. En hij slachtte de stier en legde die op het hout. Rondom en op het altaar werd het water op bevel van Elia drie maal uitgegoten. Daarna bad Elia tot God om antwoord. Het vuur Gods schoot uit de hemel naar beneden en verteerde het brandoffer, het hout, de stenen en de aarde. Toen het volk het hele gebeuren zag, wierpen de Israëlieten zich op hun aangezicht en riepen:"De HEERE is God, de HEERE is God! (1 Koningen 18:31-39)" De uitslag van de altaarwedstrijd was dat de enige en ware God van Israël het gewonnen heeft van de valse god Baäl. Zo gaat het ook zeker gebeuren in de eindtijd, nu de moslims uitgedaagd worden om te bewijzen dat hun god Allah de ware god is. Ondanks dat de islamitische Arabieren in de vijf oorlogen met Israël hebben verloren, weigeren ze hun nederlaag te erkennen. Vandaag beloven radicale islamitische leiders en imams hun miljoenen volgelingen de overwinning op Israël. Ze verzekeren hen dat Allah van de God van Israël zou winnen. In de volgende oorlog zullen vele duizenden (wellicht miljoenen) jihadstrijders op de been gebracht worden om oorlog te voeren tegen Israël. In de strijd om Jeruzalem zal de jihad echter uitlopen op de allergrootste nederlaag voor de islam, zoals de profeet Zacharia voorzegd heeft (Zacharia 12:2-9). In Joël 3:12 lezen we dat het dal van Josafat het waterloo van de islamitische legers zal zijn. Toevallig is het dal van Josafat in de buurt van Jeruzalem. De Bijbelse Encyclopedie bevestigt dat hiermee het Kidrondal bij Jeruzalem wordt bedoeld, omdat het komende oordeel over alle heidense volken meermalen in de omgeving van Jeruzalem wordt verwacht. Interessant wordt het als de Bijbelse Encyclopedie ons vertelt dat de islam leert dat Mohammed op deze plek zou terugkeren en alle mensen zal dwingen 'over een koord lopend het dal over te steken.' De geredden zullen ongedeerd de overkant bereiken, aldus de islamitische leer. Dat is precies wat de radicale islamitische leiders hun volgelingen beloofd hebben, als zij naar Jeruzalem willen optrekken om de Heilige Stad van de 'zionisten' te bevrijden. 

De verwachting is dat de altaarwedstrijd in de eindtijd het ongekende climax zal bereiken. Ook zal de uitslag van de wedstrijd ons laten zien dat Jahwe, de God van Israël, van Allah, de god van de moslims, zal winnen! Miljoenen moslims zullen ervan raar opkijken als hun god Allah van de God van Israël verliest en uiteindelijk blijkt helemaal géén god te zijn. Dan zullen ze ook uiteindelijk moeten erkennen dat de God van Israël de enige en ware God is en het Joodse volk inderdaad het volk van God is. Hetzelfde geldt ook voor alle volken op aarde, want in het decadente Westen heeft Baäl een andere vermomming gekregen. Miljoenen Amerikanen en Europeanen aanbidden zonder enig besef hun god Baäl door offers aan hem te brengen. Hun gruwelijke offer is...abortus! Elke dag worden ongeboren babies gedood, vandaar het feit dat er sprake is van Moloch-verering! Want Baäl wordt ook Moloch genoemd vandaar de andere naam Baäl-Moloch! 

Een heel bijzonder detail van de altaarwedstrijd in de Bijbelse tijd was dat Elia twaalf stenen had genomen om een altaar voor Jahwe te bouwen. De twaalf stenen symboliseren de twaalf stammen van Israël. Nu het Messiaanse Vrederijk nadert, zijn de verloren gewaande tien stammen steeds zichtbaarder geworden. In India is enkele jaren geleden een Joods stam, Bnei Menashe (de stam Manasse), ontdekt. De stamleden zijn de nakomelingen van de Israëliëten die in 722 v. Chr. door de Assyriërs werden weggevoerd. Inmiddels zijn honderden Joden uit India naar Israël teruggekeerd. Daarom zegt Here Jezus dat Elia zal terugkomen om alles te herstellen. Vandaar het feit dat Elia de twaalf stenen heeft genomen. Nu Elia die de weg baant voor de Messias en het Messiaanse vrederijk, er is, is het herstel van de twaalf stammen van Israël  ook steeds zichtbaar in onze tijd! Het herstel van de twaalf stammen van Israël werd voorzegd door profeet Ezechiël. Ezechiël zei dat Juda en Israël niet langer twee gescheiden naties zullen zijn en daarom tot één natie samengevoegd zullen worden (Ezechiël 37:21-22). Over het herstelde Israël zal de Messias-Koning heersen, aldus de profeet Ezechiël. 

Het besluit

Ds A.A. Leenhouts bij de Klaagmuur
Nu Elia hier al is, gaat de deur steeds verder open waardoor de Messias Zijn intrede zal doen. Daarom moeten we voorbereid  op de komst van de Messias zijn. Want de komst van de Messias kan totaal geheel onverwacht zijn. Alleen weet niemand wanneer de Messias komt. Ook is er een hamvraag of de Messias vóór of na het duizendjarige vrederijk komt. 

Er zijn evangelisten en geestelijken die beweren de profeet Elia te zijn. John Alexander Dowie (1847-1907) claimde dat hij de profeet Elia was. Zijn bijnaam was 'Elijah the Restorer.' Ook werd hij 'de derde Elia' genoemd. Van de Amerikaanse evangelist William Branham (1909-1965) werd gezegd dat hij de profeet Elia was. Ik kende Nederlandse dominee A.A. Leenhouts (1915-2001) persoonlijk, toen ik een tiener was. Ook zag hij zichzelf als de profeet Elia, al was hij zeer controversieel. Een ongelukkig incident was dat ds. Leenhouts een proclamatie aan de Klaagmuur in Jeruzalem wilde ophangen (zie foto links). Zijn actie werd door de Joden opgevat als een provocatie. Logisch dat de Klaagmuur, een overblijfsel van de tweede Tempel, één van de heiligste plaatsen van het Jodendom is. Het scheen dat ds. Leenhouts bijna door de Israëlische politie werd gearresteerd. Ook al was ik zeer sceptisch over ds. Leenhouts, ligt het toch niet aan mij om over hem te oordelen, ondanks een persoonlijke zaak waarmee hij mij verschuldigd was. De zaak was nooit afgehandeld, toen hij overleden was. Het valt mij zeker op dat John A. Dowie, William Branham, A.A. Leenhouts en nog enkele evangelisten en predikanten die hun aanspraak maken op het profeetschap van Elia, geen Joden maar heidenen zijn. Mijn redenering is heel logisch dat God nog nóóit een heiden tot een profeet heeft geroepen. God roept alleen Joodse profeten. In de Bijbel zijn alle profeten, zieners en apostelen Joden. Ook Elia was een Jood. Dat diverse christelijke evangelisten en dominees hebben geclaimd profeet Elia te zijn, moeten we denken aan de ernstige waarschuwing van Jezus dat er meer valse profeten en valse christussen zijn in de eindtijd (Matthéüs 24:24). Als Elia inderdaad nu al hier is, dan is er een vraag hoe we hem herkennen. We zullen de echte Elia niet herkennen, zoals de tijdgenoten van Jezus Johannes de Doper als Elia niet hadden herkend (Matthéüs 17:12). Tijdens de verheerlijking van Jezus op de berg hadden Petrus, Jacobus en Johannes de echte Elia wel herkend, al hadden ze hem nog nooit gezien. Hoe kwam het dat de discipelen Elia hadden herkend? Dat kwam doordat de Geest Gods hun ogen had geopend. De Joden zullen de echte Elia in de eindtijd wel herkennen, als God de tijd rijp acht. De echte Elia zal de Joden bekendmaken wie de Messias is. Sommige christenen zeggen dat Elia één van de twee getuigen is (Openbaring 11:3-4). Hun opvatting is niet door iedereen gedeeld. Ook de moslims kennen de Bijbelse Elia, maar hun versie is geheel anders dan de Bijbelse. De Arabische naam voor Elia is Ilyas (ook wel Iljas, Ilias). Echter verwachten de moslims niet de profeet Elia, maar de mythische mahdi. De islamitische leer is totaal tegenovergesteld dat niet Elia, maar Jezus de komst van de mahdi voorgaat. Het is belangrijk om een verschil goed te weten.

Om Sions wil zal ik niet zwijgen. God zegene u. 


                                                                                                          Paul Parker





Het auteursrecht van dit artikel ligt bij de blogger. Zonder toestemming van blogger Paul zijn vermenigvuldiging, eigen gebruik en publicatie in een ander blog, website of boekvorm verboden.

Bronnen en referenties:

(1) Het Joodse Paasfeest en het avondmaal des Heren. Door dr. A.U. Michelson
(2) Israel Today nr. 80 februari 2014: Elia. Door Ludwig Schneider
(3) Israel Today nr. 29 juli/augustus 2012: Elia en onze eindtijd. Door Ludwig Schneider

Geen opmerkingen: