vrijdag 24 juni 2011

De Tempelberg ontheiligd door de heidenen. Deel I


Niet alleen Jeruzalem wordt vertrapt door de heidenen. Ook de Tempelberg, waarop de Joodse Tempel vroeger stond, wordt ontheiligd door de heidenen. Koning David had van Godswege geprofeteerd dat de Tempel ontheiligd zou worden door de heidenen. Zijn profetische woorden zijn bewaardheid geworden, toen de heidenen Jeruzalem innamen en de Tempelberg betreden hadden;

"O God! Heidenen zijn gekomen in uw erfenis, zij hebben de Tempel uwer Heiligheid verontreinigd, zij hebben Jeruzalem tot steenhopen gesteld."
Psalm 79:1 (Statenvertaling)

Davids profetie werd vervuld, toen de Babyloniërs, de Grieken, de Romeinen, de Arabieren en de kruisvaarders die Jeruzalem met geweld veroverden, de Tempelberg, Gods heilige berg (!), binnengedrongen en ontwijd hadden. David was niet de enige die voorzegd had dat de Tempelberg ontheiligd zou worden. Zijn zoon Salomo kreeg in zijn droom te horen van de Here die voor de tweede keer aan hem was verschenen, dat de Tempel verwoest zou worden. (I Koningen 9:8-9. II Kronieken 7:20-22) De profeet Daniël die als balling in Babel verbleef en de Babylonische verwoesting van de eerste Tempel meemaakte, voorzegde dat de Tempelberg ontheiligd zou worden door de heidenen. Ook is zijn profetie vervuld.

De achtergronden van de Tempelberg

Toen koning David Jeruzalem op de Jebusieten veroverd had en tot hoofdstad van Israël maakte, ging hij in de burcht wonen. Hij noemde Jeruzalem de burcht Sion, Stad Davids. (II Samuël 5:6-9) En hij liet een paleis voor zichzelf bouwen. Timmerlui en metselaars waren speciaal uit Tyrus, Libanon, overgekomen om het paleis voor koning David te bouwen. Toen David in zijn paleis was gaan wonen, liet hij de Ark van het Verbond naar Jeruzalem overbrengen (II Samuël 6:1-19, I Kronieken 15:1-29, 16:1-6) en hij zei tegen de profeet Nathan;"Het is niet goed dat Gods huis een tent is, terwijl ik in een paleis woon. Ik wil een tempel voor God bouwen." Maar in die nacht sprak de Here God tot Nathan en de volgende dag deelde Nathan de koning mede dat God niet wil dat hij een tempel voor Hem bouwt. Maar God beloofde David een zoon die een huis voor Hem zal bouwen, en ook dat zijn nakomelingschap voor eeuwig zal regeren. (II Samuël 7:1-17, I Kronieken 17:1-15) De tweede belofte werd vervuld in Jezus Christus, geboren uit de stam Juda van koning David en Die eeuwig regeert. (Matthéüs 1;1, 12:23, Lukas 1:32, Handelingen 13:22, Romeinen 11:3, Openbaring 5:5)

Abraham en zijn zoon Izaäk
op de berg Moria

Na de dood van David besteeg Salomo de troon. Hij begon het huis des Heren als vervanging van de Tabernakel te bouwen op de berg Moria te Jeruzalem. (II Kronieken 3:11) De berg Moria is exact dezelfde plek, waar Abraham zijn zoon Izaäk geofferd had. (Genesis 22:1-2) Ook was dit dezelfde locatie waar Abraham Melchizedek, de koning van Salem, ontmoet had (Genesis 14:18-20) en koning David een offeraltaar voor de Here op de dorsvloer van de Jebusiet Arauna had opgericht. (II Samuël 24:18-19, I Kronieken 21:18-27) David kocht de dorsvloer van de Jebusiet en zei;"Dit is het huis van de Here God, en dit is het brandofferaltaar voor Israël." (I Kronieken 22:1) Deze berg Moria blijkt ook de berg Sion, de heilige berg Gods, te zijn, waarop God gewoond heeft, zoals het staat geschreven in de Schrift;

"Gedenk aan Uw vergadering, die Gij van ouds verworven hebt; de roede Uwer erfenis, die Gij verlost hebt; de berg Sion, waarop Gij gewoond hebt." 
Psalm 74:2 (Statenvertaling)

De berg Moria is een vlakke rots, een tafelberg. Deze plateau of plein, het enige dat Jeruzalem bezit, heeft tegenwoordig de afmetingen van 500 m bij 500 m, was voorheen kleiner, maar is kunstmatig uitgebreid. Op het tempelplein was de luisterrijke Tempel tijdens de regeerperiode van Salomo gebouwd. Dat tempelplein heet tegenwoordig Haram-as-Sjarief hetgeen betekent het verheven heiligdom. Het midden van het plein ligt enkele meters hoger en vormt een tweede plein. En op dat bergplein ligt de hoogst merkwaardige "heilige rots." Deze beroemde rots heeft een onregelmatige vorm. Op deze vlakke rots heeft volgens sommigen het brandofferaltaar in de voorhof van de Tempel gestaan. Daarvan uitgaande kan men, lettende op de afmetingen van het tempelgebouw de plaats ervan op Moria nagaan. De Tempel van Salomo was een groot en luisterrijk huis in wit marmer en architectonische schoonheid: dat huis, dat de koning voor de Here bouwde, was 60 el lang, 20 el breed en 30 el hoog. Dat huis had een voorhuis of voorhal. Het tempelgebouw was opgetrokken uit natuursteen. Het materiaal kwam kant en klaar uit de groeve. Koning David was door God geinspireerd om de bouw van de Tempel voor te bereiden. Zijn zoon Salomo was door God verkoren om de Tempel voor de Here te bouwen;

"Mijn zoon Salomo, de enige, door God verkoren, is nog een tengere knaap, en het werk is groot, want deze burcht (Jeruzalem) is niet voor een mens bestemd, maar voor de Here God. Daarom heb ik, zoveel ik vermocht, gereedgelegd voor het huis van mijn God: goud voor de gouden, zilver voor de zilveren, koper voor de koperen, ijzer voor de ijzeren, hout voor de houten voorwerpen, chrysoprasen en vulstenen, zwarte en kleurige stenen, allerlei edelgesteeente en wit marmer in menigte. Maar nu schenk ik nog bovendien, uit liefde voor het huis van mijn God, van wat ik zelf aan goud en zilver bezit, aan het huis van mijn God, behalve wat ik voor het heiligdom heb gereedgelegd.."
I Kronieken 29:1-3

God heeft Jeruzalem tot heil voor heel Israël en alle volken op aarde gekozen om daar te wonen. Op de berg Moria, waar Abraham zijn zoon Izaäk had geofferd, zetelt de Here God. Daarom werd de Tempel op deze berg Moria gebouwd.

"En in Salem is Zijn hut, en Zijn woning in Sion."
Psalm 76:3

"Want de Here heeft Sion verkoren, Hij heeft het begeerd tot Zijn woonplaats, zeggende: Dit is Mijn rust tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want Ik heb het begeerd."
Psalm 132:13-14 (Statenvertaling)

Dat God Jeruzalem en de berg Sion voor de Messias en Zijn messiaanse vrederijk bereid heeft, staat het ook geschreven in de Schrift;

"Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, de berg Mijner heiligheid. Ik zal van het besluit verhalen: de Here heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot Uwe bezitting. Gij zult ze verpletteren met een ijzeren scepter, Gij zult ze in stukken slaan als een pottenbakkersvat."
Psalm 2:6-9 (Statenvertaling)

"Daar zal Ik voor David doen uitspruiten, Ik zal voor Mijn Gezalfde een lamp bereiden."
Psalm 132:17

Toen de bouw van de Tempel voltooid werd, werd de Ark van het Verbond, waarover de naam van de Here der heerscharen, die op de cherubs troont, uitgeroepen is (Exodus 25:22, II Samuël 6:2), in de achterzaal van de Tempel, het Heilige der Heiligen, geplaatst. (II Kronieken 5: 7-8) En de Tempel werd aan de Here God ingewijd door koning Salomo. (II Kronieken 5:2-14, 6:1-42, 7:1-10) In de Tenach is de naam die wordt gegeven voor het tempelgebouw, in het Hebreeuws Beit Adonai. (vertaald: Huis van Adonai) Om de naam van God niet onnodig uit te spreken, is de gebruikelijke Hebreeuwse naam voor de Tempel Beit Hamikdash, 'Huis van het Heiligdom.' Alleen de Tempel te Jeruzalem wordt zo genoemd! Toen Salomo zijn gebed tijdens de inwijding van de Tempel geëindigd had, daalde vuur uit de hemel neer en verteerde het brandoffer en de slachtoffers en de heerlijkheid des Heren vervulde de Tempel. (II Kronieken 7:1-3) De profeet Jesaja zag in zijn visioen de Here zetelen op een hoge en verheven troon en Zijn zomen vulden de Tempel. Serafs, engelen van de hoge orde, stonden boven Hem en riepen gezamenlijk;"Heilig, heilig, heilig is de Here der heerscharen." En de dorpelposten beefden van het luide roepen en de Tempel werd vervuld met rook. (Jesaja 6:1-4) Zo ontzagwekkend en indrukwekkend waren de gebeurtenissen rondom de Tempel, waarop de grote heerlijkheid des Heren rust, en Salomo en Jesaja waren ooggetuigen geweest. De Joodse Tempel was eeuwenlang het middelpunt van het Jodendom. In Jeruzalem klopt het hart van Israël en de Tempel is de ziel van het volk Israël. In de Tempel heeft God gewoond. De Joden spreken van Sjechiena. Het Hebreeuwse woord Sjechiena (het wonen) geeft de Goddelijke aanwezigheid in de Tempel aan. Tijdens de uittocht uit Egypte en de zwerftocht door de woestijn was Gods aanwezigheid, Sjechiena, duidelijk zichtbaar in de wolkkolom overdag en de vuurkolom s'nachts die de Israëlieten op weg naar het Beloofde Land leidde. (Exodus 13:21-22) Toen de Tabernakel gereed was, daalde de Sjechiena neer over de tent der samenkomst, waarin de Ark van het Verbond stond, en de heerlijkheid des Heren vervulde de Tabernakel. Op de Tabernakel rustte de wolk des Heren overdag en s'nachts was er een vuur in voor de ogen van het volk Israël. (Exodus 40:34-38) Later in de Tempel was de Sjechiena aanwezig. (I koningen 8:10-11, Openbaring 15:8). De Sjechiena verdween uit de Tempel, toen het volk Israël in afgoderij verviel, zoals de Here Salomo al tevoren had gewaarschuwd. (II Kronieken 7:19-22) Volgens de Joodse traditie is de Sjechiena verdwenen, omdat de zonden en ontrouw van het volk Israël zo erg waren geweest dat vanaf het moment de 'tijden der heidenen' begonnen waren. Deze tijden der heidenen zullen pas eindigen met de komst van de Messias, die de Tempel zal weer opbouwen en de Sjechiena zal hier dan weer zijn intrek nemen. (Lucas 21:24b)

3D constructie van de Tempel van Salomo
De voorstelling van de Tempel van Salomo
Korte geschiedenis van de Tempel

Deze eerste Tempel deed ongeveer 400 jaar dienst totdat de Babyloniërs hem, samen met Jeruzalem, in 586 v. Chr. verwoestten, de tempelschatten leegroofden en de Joden wegvoerden in ballingschap naar Babel. (II Kronieken 36:18-20) Na de verwoesting van Jeruzalem en de Tempel door de Babyloniërs herbouwden de Joden met toestemming van de Perzische koning Cyrus zeventig jaar later het huis des Heren. (Ezra 1:2) Aanstonds werd het brandofferaltaar gebouwd op aansporen van Zerubbabel die een nakomeling van David en een voorvader van Jezus was. (Ezra 3:2, Matthéüs 1:12) Maar de herbouwde Tempel was niet meer te vergelijken met de pracht en praal van Salomo's Tempel. Deze tweede Tempel was veel bescheidener en er werd zelfs geweend als men dacht aan de prachtige Tempel van weleer. Een groot en essentieel verschil met de eerste Tempel was dat hier geen Ark van het Verbond meer aanwezig was. De Ark zou volgens een overlevering bij de Babylonische verwoesting verloren gegaan zijn. Hierdoor kon het jaarlijkse ritueel van het verzoenen van de zonden van het volk door de hogepriester tijdens de Grote Verzoendag niet meer voltrokken worden. Toen Alexander de Grote, de legendarische koning van Macedonië, ten strijde trok om de wereld aan zich te onderwerpen, rukte hij, rijdend op zijn beroemde paard Bucephalus, met zijn Griekse leger in verbazingwekkende tempo op naar de landen, die onder de Perzische heerschappij stonden. Het ene land na het andere viel ten prooi aan de onverzadigbare veroverzucht van Alexander, precies zoals de profeet Daniël de bliksemactie van de jonge Macedonische koning als de snelheid van cheetah omschreef. (Daniël 7:6) In 332 v. Chr. besloot Alexander Jeruzalem in te nemen. De stad wachtte in angst af. Maar als het leger van Alexander de Grote in aantocht was, opende de hogepriester de poorten van Jeruzalem en ging met een processie naar buiten om de overwinnaar te begroeten. Alexander zag dat de hogepriester een man van God was, en boog voor hem. Dan ging hij de stad binnen en hield een eredienst in de Tempel.

Alexander de Grote in de Tempel
Toen Alexander stierf, viel zijn imperium in vier delen uiteen, zoals Daniël had voorzegd. (Daniël 7:6) In 168 v. chr. had de Seleucidische koning Antiochus Epiphanes IV de Tempel ontheiligd. Hij beval een altaar ter ere van Baäl Hasjamaïm (het Syrische equivalent van de Griekse oppergod Zeus) op te richten en te plaatsen op het brandofferaltaar in de voorhof van de Joodse Tempel. Op het nieuwe altaar liet hij een varken offeren. Het offeren van het varken aan de heidense afgod in de Tempel was een belediging en aanfluiting aan het adres van de levende God van Israël. De ontwijding van de Tempel was de aanleiding geweest voor de Joodse opstand. De opstand werd geleid door de priester Mattahias en zijn zoon Judas Makkabeüs. Antiochus Epiphanes IV was ziedend van woede over het verzet van de Joden tegen de ontwijding van de Tempel, voerde persoonlijk zijn leger aan en liet duizenden Joden ombrengen. Voor zijn enorme wreedheid noemden de Joden hem al gauw Antiochus Epimanes (Grieks voor Antiochus de gek). Antiochus overleed aan een ernstige ziekte tijdens de hoogtepunten van de strijd. De Makkabeeën boekten grote successen in hun vrijheidsoorlog en wisten Judea te bevrijden van het Seleucidische juk. Jeruzalem werd heroverd en weer tot hoofdstad van Judea gemaakt. En de ontwijdde Tempel werd gereinigd en aan de Here God opnieuw ingewijd. Deze gebeurtenis wordt tot de huidige dag onder Joden nog steeds herdacht op het Chanoekafeest.

Muntstuk met het beeltenis van Antiochus
Epiphanes IV (links) en Zeus (rechts)
Sommige Bijbelgeleerden zagen in Antiochus Epiphanes IV het prototype van de antichrist. Dit was ook het geval. Aan de onafhankelijkheid van de Joodse staat Judea was een definitief einde gekomen, toen de Romeinen onder aanvoering van generaal Pompeius het land bezetten en Jeruzalem innamen. Herodes de Grote werd als vazalkoning over het Joodse land geinstalleerd door de Romeinen. Onder zijn bewind werd Jeruzalem versterkt met verschillende vestingwerken en getooid met imposante bouwwerken als de burcht Antonia. het amfitheater en het paleis van Herodes. In zijn negentiende regeringsjaar (20-19 v. Chr.) begon hij met een zeer ambitieuze herbouw van de tweede Tempel, waarbij het tempelcomplex flink werd uitgebreid, gerestaureerd en verfraaid. Met de restauratie van de Tempel poogde Herodes, die erg gehaat was, de Joden voor zich te winnen. in 10 v. Chr. werd de Tempel opnieuw in gebruik genomen, maar de bouw-en restauratieactiviteiten duurden nog voort tot ver in de eerste eeuw na Chr.  In Johannes 2:20 staat te lezen dat er in de tijd van Jezus al 46 jaar gewerkt werd aan de herbouw van de Tempel. De Tempel en z'n voorhoven waren pas voltooid in het jaar 64 na Chr. Toen de Tempel eindelijk voltooid was, gold hij als een van de schitterendste en indrukwekkendste architectuurcomplexen van het Romeinse Rijk en trok van heinde en verre bewonderaars. In Lucas 21:1 wordt duidelijk aan de pracht en praal van de Tempel gerefereerd dat hij met schone stenen en wijgeschenken versierd was.

Model van de Tweede Tempel
Dat de Tempel zoveel bewonderaars trok als men de trappen van het tempelplein opging, kwam men eerst op een groot plein, waar iedereen mocht komen. Dit plein was geheten 'Voorhof der heidenen.' Maar er was een regel; Om verder te mogen gaan, moest een persoon een Jood zijn. Als iemand geen Jood was, kwam men er achter dat die persoon toch in de Tempel was binnengegaan, volgde de doodstraf. Er stond op een steen geschreven: geen vreemdeling mag betreden binnen de balustrade rond de Tempel en omheining. In de voorste voorhof mochten alle Joden komen. Verder in de 'Voorhof der priesters' mochten geen vrouwen komen. Daar stonden het brandofferaltaar en het koperen wasvat. In de Tempel zelf mochten alleen de priesters komen. In het Heilige der Heiligen mocht de hogepriester alleen betreden. Toen sommige discipelen zeiden dat de Tempel met stenen en wijgeschenken versierd was, waarop Here Jezus antwoordde over een tragische gebeurtenis die zou plaatsvinden;

"Wat gij daar aanschouwt - er zullen dagen komen, waarin geen steen op de andere zal gelaten worden, die niet zal worden weggebroken."
Lucas 21:6

Zijn voorzegging ging het over de verwoesting van de Tweede Tempel. Ook de profeet Daniël had het over de 'Gruwel der Verwoesting.' (Daniël 9:27, 11:31, Matthéüs 24:15, Marcus 13:14) Beide profetieën waren in vervulling gegaan, toen de Romeinen onder aanvoering van generaal Titus de Joodse opstand in het jaar 70 na Chr. bloedig neersloegen en Jeruzalem innamen. Ze plunderden en verwoestten deze stad. Ook richtten ze een grote slachting onder de Joodse bevolking van Jeruzalem aan, zoals Jezus het voorzegd had. (Lucas 19:41-44, 21:20-24) De Tempelberg werd bezet door het Romeinse legioen, terwijl Jeruzalem op dat moment in grote puin lag.

De verwoesting van Jeruzalem en de Tempel


De Romeinen staken de Tweede Tempel in brand en namen de tempelschatten als oorlogsbuit naar Rome mee. Onder de buitgemaakte tempelschatten bevond zich de menorah, de enorme zevenarmige kandelaar. In 2002 beweerde de PLO-leider Yasser Arafat dat de Joodse Tempel nooit in Jeruzalem heeft gestaan. Maar zijn bewering, eigenlijk een gore en klinkklare leugen, wordt tegengesproken door historische feiten. Op de Tempelberg te Jeruzalem had wel een Joodse Tempel die door de Romeinen werd verwoest, gestaan. Want in Rome staat nog de triomfboog van Titus als herinnering aan de val van Jeruzalem. Zie twee foto's van de relief van de triomfboog van Titus hieronder, dan ziet u de menorah die als oorlogsbuit uit de Tempel werd geroofd en naar Rome meegevoerd;



De menorah is het symbool van het Joodse volk. Door de menorah uit de Tempel te roven wilde Titus de identiteit van Israël op deze barbaarse manier vernietigen! Momenteel bevind de menorah zich in de kelders van het Vaticaan. In 2004 gingen de opperrabbijnen op zoek naar de geroofde tempelschatten die in de donkere kelders van het Vaticaan liggen. De twee rabbijnen, Yehuda Metzger en Shlomo Amar, waren de eerste Joodse geestelijken die in het Vaticaan op audiëntie kwamen bij de paus. Ze trachtten de gelegenheid vooral aan te grijpen om de paus te vragen naar de menorah die uit de Tempel in Jeruzalem door de Romeinen werd geroofd. Toen de rabbijn Amar, de geestelijk leider van de Joden van Noord-Afrikaanse afkomst, aan de medewerker van het Vaticaan, die hem voor de audiëntie uitnodigde, vroeg of de Menorah in Rome was. De medewerker ontkende dat de kandelaar in het Vaticaan aanwezig is. "Mijn hart zegt me echter dat dat niet waar is, dat het een of andere manier is om de ware toedracht te bedekken,"verklaarde Amar. (3) Hoewel het Vaticaan in alle toonaarden ontkend heeft, bevindt de menorah naar mijn diepe overtuiging zich nog steeds in de kelders van het Vaticaan! Tijdens een bezoek aan Rome had de voormalige Israëlische president Moshe Katzav uit naam van alle Joden een verzoek ingediend bij kardinaal Angelo Sudano om een lijst samen te stellen van alle geroofde tempelschatten. Paar archelogen vermoeden dat er naast de tempelschatten ook zeer oude Thora-rollen en manuscripten in de kelders van het Vaticaan verborgen zijn. (4) Een hardnekkig gerucht deed de ronde dat de Ark van het Verbond zich ook in de geheime kelders van het Vaticaan bevindt!

De zeer opmerkelijke profetie van Daniël ging het niet alleen over de verwoesting van Jeruzalem, maar ook over de Messias. In Daniël 9:25-26 lezen we dat na de wederopbouw van Jeruzalem zal de Messias uitgeroeid worden, terwijl er niets tegen hem is, dan zal Jeruzalem en het Heiligdom verwoest worden door de heidenen. Daniëls profetie ging in vervulling, toen de Joden uit de Babylonische ballingschap naar Judea terugkeerden en Jeruzalem onder leiding van Ezra en Nehemia wederbouwden, werd Here Jezus, die de Beloofde Messias was, 400 jaar later gekruisigd. Tijdens de kruisiging en het stervensuur van Jezus werd het voorhangsel van het Heilige der Heiligen in de Tempel middendoor gescheurd. (Lucas 23:45) Het voorhangsel symboliseerde de scheiding tussen God en de mens. Alleen de hogepriester mocht in het Heilige der Heiligen achter het voorhangsel betreden. Maar toen het voorhangsel van boven naar beneden gescheurd werd, was de toegang tot Gods heerlijkheid geopend. Ook is de scheuring van het voorhangsel het teken dat offers niet meer nodig zijn. Want Jezus is het lam Gods dat de zonde der mensheid wegneemt, (Johannes 1:29) en de Hogepriester die Zichzelf ten offer bracht voor de verzoening van de zonden der mensheid. (Hebreeën 4:14-16, 5:1-9, 7:24-27, 10:1-18). Als het volmaakte lam werd Jezus Christus aan het kruis voor onze zonden geslacht en Zijn bloed werd vergoten voor vergeving van onze zonden. Alleen een volmaakte en zondeloze offer als Jezus Christus, die Zelf nooit zondigt, kon als plaatsvervanger de straf voor onze zonden dragen en Zijn bloed werd als losprijs vergoten opdat wij vrijgekocht kunnen worden. De scheuring van het voorhangsel was zeker geen mensenwerk, maar Gods werk. Na de dood, opstanding en hemelvaart van Jezus Christus werd Jeruzalem 37 jaar later ingenomen en verwoest door de Romeinen. En het Heiligdom, de Tweede Tempel, werd ook verwoest.      

De gruwel die de verwoesting brengt aan de Tempelberg

In 70 na Chr. werd de Tempel door de Romeinen met de grond gelijk gemaakt. Het enige overblijfsel van de Tempel is de Westelijke muur, ook wel de Klaagmuur genoemd, die nog overeind staat. de Klaagmuur was een oorspronkelijk onderdeel van de gigantische muur die het plateau omringde en ondersteunde, waarop de Tempel stond, en herinnert als de enige nog altijd aan de Tempel van weleer. Deze werd een traditionele ontmoetingsplek voor de Joden om de verwoesting van de Tempel te betreuren en te bidden. De datum van de verwoesting van de Tempel, de negende dag van de maand Av, viel samen met de datum waarop de eerste Tempel verwoest werd. sindsdien vieren de Joden "Tisja Be'Aaw" (Hebreeuws voor de negende dag van de maand Av) als een nationale rouwdag om deze en andere tragische gebeurtenissen uit hun bewogen geschiedenis te herdenken. Na de verwoesting is de Tempel nooit meer opgebouwd en kon de offerdienst ook niet meer uitgevoerd worden. Daarmee is Daniël's profetie in vervulling gegaan dat het dagelijks offer opgehouden zou worden;

"Dan zullen strijdmachten door hem op de been gebracht worden; zij zullen het heiligdom, de vesting, ontheiligen, het dagelijks offer doen ophouden en een gruwel oprichten, die verwoesting brengt."
Daniël 11:31

"Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniël gesproken is, op de heilige plaats ziet staan - wie het leest, geve er acht op.."
Matthéüs 24:15

Rituelen, zoals offers die in de Tempel werden gebracht, waren vervangen door gebeden die in een synagoge gehouden worden. Tijdens de diaspora kunnen de Joden hun geloofsbelijdenis houden in hun synagoges die over de hele wereld verspreid zijn. De synagoge ontstond eerder tijdens de Babylonische ballingschap, toen de eerste Tempel in Jeruzalem verwoest werd en de Joden dus geen plaats meer hadden om samen te komen voor hun geloofsbelijdenis. In Babel werd het voor de Joden onmogelijk om hun eigen identiteit te behouden, als ze niet samenkwamen. Het probleem was dat ze in een ver en vreemd land als Babel aangekomen waren. Ze stonden voor de dilemma: integratie, assimilatie of isolatie. Het antwoord was integratie, maar de voorwaarde voor het integreren in een heidens samenleving was wel het behoud van het Joodse geloof, het enige dat hetgeen zou blijven wat hen samenbindt. De Joden konden algauw in een omgeving ernaar aanpassen en de gebruiken respecteren. Maar ze wisten hun identiteit te behouden door een bijeenkomst te houden. Voor deze bijeenkomsten gebruikten ze oorspronkelijk een gewone huiskamer. Deze huiskamers waren echter wel een stuk kleiner geworden en de feesten en offers werden sober en minder uitbundig. En de nadruk werd gelegd op het lezen en het leren van de Thora. Zo'n huiskamer werd een synagoge genoemd. Echter kan de synagoge de Tempel nooit vervangen. Want de Tempel was altijd de centrale plaats van offerdienst, samenkomst en eredienst geweest. Ondanks de verwoesting van twee heilige Tempels, zowel de Tempel van Salomo in 586 v. Chr. als de Tweede Tempel in 70 na Chr., blijven Jeruzalem en de Tempelberg centraal in het Joodse religieuze en nationale bewustzijn, want in Jeruzalem klopt het hart van het volk Israël.
Toen de Romeinse keizer Hadrianus die als inspecteur door het hele Romeinse Rijk rondreisde en vaak vergezeld werd door zijn jonge minnaar Antinous, een Griekse jongen, Jeruzalem in 130 na Chr. bezocht, besloot hij een Romeinse kolonie op de resten van deze verwoeste stad te stichten. Blijkbaar volgde Hadrianus het voorbeeld van Antiochus Epiphanes IV door het hellenisme aan de Joden te willen opleggen. Op de Tempelberg liet hij een tempel bouwen ter ere van Romeinse god Jupiter Capitolinus, het equivalent van de Griekse oppergod Zeus. Ook werden twee afgodsbeelden, één van hemzelf en één van Jupiter, op deze Tempelberg neergezet. Er werden varkens aan twee afgoden geofferd ter ere van Jupiter. De ontheiliging van de Tempelberg was opnieuw de kiem voor de opstand. De opstand werd geleid door Bar Kochba, die zichzelf als de messias opwierp. Deze opstand van Bar Kochba en ook de daden van Hadrianus droegen bij aan het ontstaan van een definitieve kloof tussen het christendom en het Jodendom. Joodse christenen beschouwden Jezus als de Beloofde Messias, wiens Zijn komst, sterven en opstanding door de Schriften voorzegd en vervuld waren, en erkenden Bar Kochba daarom niet als de messias. Ook steunden ze hem niet in zijn opstand tegen de Romeinen. Tijdens de opstand werd Jeruzalem heroverd en opnieuw tot hoofdstad verheven door de Joden en de voorlopige tempel werd opgericht op de Tempelberg. Hadrianus liet de opstand bloedig neerslaan, maar het met grof geweld onderdrukken van het verzet ging gepaard met grote verliezen voor de keizer. Daarvoor werden wel twaalf legioenen ingezet. Duizenden Joden vonden de dood en de overlevenden trokken weg, waarmee de Joodse diaspora opnieuw een fase inging. Na het neerslaan van de opstand verbood Hadrianus alles wat met het Joodse geloof te maken had. De sabbat en besnijdenissen werden verboden. In de ogen van de Romeinen en de Grieken was het Joodse geboorteritueel, de besnijdenis, een 'barbaarse methode van lichamelijke verminking.' Hadrianus liet een groot aantal rabbijnen ombrengen. Ook werden de boekrollen, zowel de Thora als de Tenach, op de Tempelberg in het openbaar verbrand! Het voorbeeld wordt eeuwen later nagevolgd door de nazi's, de moslims, de christenen en anderen die tijdens de pogroms synagogen en boekrollen overal ter wereld verbrand hebben. Het Joodse land Judea kreeg de nieuwe naam Palestina, hetgeen betekent 'het land der Filistijnen.' En Jeruzalem werd tot Aelia Capitolina omgedoopt. Het werd de Joden verboden op straffe van de dood de stad te betreden.  

Keizer Hadrianus
Hadrianus slaagde er echter niet in het Jodendom met tak en wortel uit te roeien. Dit kwam omdat het grotendeels al gecentreerd was rondom de synagoges en de Joden over het hele Romeinse Rijk verspreid waren.

De Gruwel die de verwoesting brengt aan de Tempelberg, is, komt nog niet aan het einde. De geschiedenis herhaalt zich telkens, wanneer Jeruzalem door de heidenen vertrapt wordt en de Tempelberg is alweer ontheiligd. De Babyloniërs, de Seleuciden, de Romeinen en de moslims zijn niet de enigen die de Tempelberg ontheiligd hebben. Ook de christenen ontheiligen deze Tempelberg!! Toen Jeruzalem en de Bijbelse gebieden Judea en Samaria onder de Byzantijnse heerschappij kwamen te staan, liet Helena, de moeder van keizer Constantijn de Grote, rond het jaar 325 een kleine kerk op de Tempelberg bouwen. Ze noemde dit de kerk van St. Cyrus en St. John. Later kreeg zij de naam Kerk van de Heilige Wijsheid, als de kerk was uitgebreid. Helena gaf ook de opdracht om een tempel voor de Romeinse godin Venus, de tegenhangster van de Griekse Aphrodithe, gelegen op het westelijke stuk van de Tempelberg, te slopen en een nieuwe kerk te bouwen. In 363 kwam de Byzantijnse keizer Julianus Apostata die op weg naar Perzië, op bezoek in Jeruzalem. Deze keizer moest helemaal niks hebben van het christelijke geloof en trachtte de herinvoering van de heidense religies te bevorderen. Hij gaf de opdracht de Tweede Tempel te laten herbouwen, maar dit ging niet door. In 610 veroverden de Sassaniden Jeruzalem en de Byzantijnen werden verdreven uit het Midden-Oosten. De Joden kregen toegang tot Jeruzalem en herstelden het heiligdom op de Tempelberg. Kort voor de Byzantijnen het verloren gegane gebied heroverden, hadden de Sassaniden de stad over aan de christelijke bevolking overgedragen. De christenen haalden het Joodse heiligdom dat op de Tempelberg gebouwd was, omver. Zowel Byzantijnse keizers als de christenen verzetten zich hevig tegen de Joodse aanwezigheid op de Tempelberg.

In 636 werd het Byzantijnse leger tijdens de slag bij Jarmoek verslagen door de moslimlegers. In 637 gaf patriarch sophronius Jeruzalem, die toen in handen was van de Byzantijnen, over aan de Arabieren onder de aanvoering van kalief Omar Ibn al-Khattab. De kalief liet Joden, die verbannen waren door de Byantijnse keizers, naar Jeruzalem terugkeren. Het aantal Joden die wilden terugkeren, werd onder druk van patriarch Sophronius beperkt tot 70 families. Kalief Omar gaf opdracht om een moskee te bouwen op de zuidoostelijke hoek van de Tempelberg. De Byzantijnse kerk werd omvergehaald en moest plaats maken voor de islamitische moskee.  Tussen 688 en 692 werd de Rotskoepel op de Tempelberg, op dezelfde plek waar de Tempel stond, gebouwd door kalief Abd-al-Malik van de Omajjaden. De Rotskoepel heeft de vorm van een achthoek met een doorsnede van zo'n 55 m. Het gebouw is 30 m hoog. De met bladergoud bedekte koepel is geplaatst bovenop een cilinder. In die cilinder bevinden zich 16 ramen die zonnelicht binnenlaten. Het gedeelte van het bouwwerk rust op 12 pilaren die samen met 28 zuilen zijn opgesteld en de binnenkant van het gebouw is rijk versierd met mozaïeken, die een tuin voorstellen. Met deze islamitische gebouw wilde de kalief niet alleen aan de wereld, maar ook aan de God van Israël duidelijk maken dat de islam een macht was geworden om rekening mee te houden. Hij liet in een achthoekige arcade van de Rotskoepel aan de binnen - en buitenzijde voorzien van een doorlopende inscriptie;"Er is geen godheid dan Allah alleen, zonder metgezel." De korantekst aan de binnenzijde is gericht tot de Joden en de christenen:"O mensen van het Boek, de Messias Jezus, zoon  van Maria, was slechts Allah's boodschapper. Het is niet aan Allah om een zoon te nemen tot Hem." (Soera 19:34-35) Met deze godslasterlijke teksten heeft de kalief de God van Israël geprovoceerd en beledigd. Al eerder hadden Antiochus Epiphanes IV en keizer Hadrianus de Tempelberg ontwijd door aan hun heidense afgod in te wijden en varkens te offeren. In navolging had de kalief de Tempelberg ontheiligd door aan Allah, de god van de moslims, in te wijden en een islamitisch moskee te bouwen, zoals Hadrianus een tempel voor Jupiter Capitolina op de Tempelberg liet bouwen.

De Rotskoepel op de Tempelberg
Precies was de Rotskoepel over de top van de berg Moria gebouwd, waar Abraham zijn zoon Izaäk offerde en koning David een altaar voor de Here op de dorsvloer van de Jebusiet Arauna oprichtte. In het midden van de Rotskoepel bevindt zich een eigenaardig rots dat volgens sommigen het offeraltaar in de voorhof van de Tempel zou zijn. Maar de rotsplaat is vrijwel met zekerheid exact dezelfde plek, waar het Heilige der Heiligen vroeger stond,waarop de Ark van het Verbond stond. Toen de Ark van het Verbond tijdens de verwoesting van de Eerste Tempel op onverklaarbare wijze verdween en niet meer in het Heilige der Heiligen van de Tweede Tempel aanwezig was dan alleen de steen, waarop de hogepriester op de Grote Verzoendag het wierookvat neerzette. De steen was niets anders dan de rotsplaat.

De rotsplaat
De moslims beweren dat Abraham zijn zoon Ismaël op deze rots geofferd had. Maar in de Koran wordt de naam van de zoon echter niet genoemd. Veel moslims geloven dat Ismaël, de stamvader van de Arabieren, de zoon was, die Abraham bij zoon slavin Hagar verwekt had. De Bijbel bevestigt ook dat Ismaël de zoon van Abraham was, maar spreekt de bewering van de moslims helemaal tegen. Want de Bijbel maakt daarentegen heel duidelijk dat Abraham zijn andere zoon Izaäk, een stamvader van het Joodse volk, van de Here moest offeren. Izaäk is de zoon die Abraham bij zijn vrouw Sarah verwekt had. De rotsplaat in het midden van de Rotskoepel is volgens de traditie het natuurlijke altaar waarop Abrahams zoon geofferd moest worden. Vandaar de naam Rotskoepel. Volgens de Hadith, de islamitische overlevering, zou de profeet Mohammed vanaf precies dezelfde plek, zittend op de rug van het hemels paard Buraq, de nachtreis naar de hemel gemaakt hebben. De overlevering zou gebaseerd zijn op de korantekst;"Geprezen zij Hij die Zijn dienaar des nachts deed reizen van het gewijde bedehuis naar het buitenste bedehuis.." (Soera 17:1) Maar het probleem voor de moslims is dat de tekst in de Koran zelf de rotsplaat of de stad Jeruzalem nergens bij naam noemt! De mythe ontstond echter pas in de 20ste eeuw en was alleen maar bedoeld om de islamitische aanspraak op de Tempelberg te promoten! Louter om niet-religieuze en politieke redenen. Ook is de vraag, waarom de zogenaamde profeet Mohammed zó ver van zijn huis in Arabië (het huidige Saoedi-Arabië) moest weggaan om met het hemels dier naar de hemel te reizen, nog altijd onbeantwoord.
Omstreeks het jaar 660 bouwden de moslims ook een ander islamitisch gebouw naast de Rotskoepel op de zuidzijde van de Tempelberg. Het islamitische gebouw staat als de Al-Aqsa moskee bekend en wordt gebruikt als het bedehuis voor de moslims. Er zouden de restanten van de Tempel van Salomo onder de Al-Aqsa moskee zich bevinden. Dat is de reden waarom de archeologen geen opgravingen op de Tempelberg mogen doen.

Tijdens de kruistochten hadden de Augustijnen de Rotskoepel tot een kerk gemaakt! Griekse en Romeinse afgodstempels, christelijke kerken en islamitische moskeeën zijn de gruwelen, waarover de profeet Daniël sprak! Met al deze gruwelen hebben de heidenen de Tempelberg, Gods heilige berg Sion, ontheiligd!

Binnenkort wordt het tweede deel van het artikel "De Tempelberg ontheiligd door de heidenen" gepubliceerd. Bid voor vrede voor Jeruzalem en het volk Israël. Bid ook dat de Tempelberg weer aan de Here God, de enige en ware God, ingewijd zal worden en onder Gods soevereiniteit voor eeuwig zal staan.  

Om Sions wil zal ik niet zwijgen. God zegene u

                                                                Paul

Bronnen en referenties;

(1) Bijbelse Encyclopedie, Geschiedenis in Notedop
(2) Wikipedia.org/wiki/Joodse tempel, Tempelberg, Rotskoepel
(3) nieuws.nl; opperrabijnen op zoek naar heilige voorwerpen 
(4) De derde tempel, door Franklin ter Horst  


                                                

dinsdag 14 juni 2011

Jeruzalem vertrapt door de heidenen


"God is bekend in Juda, Zijn naam is groot in Israël; in Salem was immers Zijn tent, en op Sion Zijn woning; daar verbrak Hij de vurige schichten van de boog, het schild en het zwaard en de krijg."
Psalm 76:2-4

Jeruzalem herenigd maar nog steeds vertrapt

Op 1 juni 2011 was het 44 jaar geleden dat Jeruzalem herenigd werd. Op 5 juni 1967 (Joodse kalender: 28 Iljar 5727) heroverden het Israëlische leger tijdens de zesdaagse oorlog de oude stad van Jeruzalem. Oost-Jeruzalem en de Westelijke muur (de Klaagmuur) kwamen weer in Joods bezit. (1)
Duizenden Israëliërs deden mee aan de vlaggendans ter gelegenheid van de hereniging van Jeruzalem dat 44 jaar geleden plaatsvond. De feestelijke optocht eindigde bij de Klaagmuur. Na de optocht was er een bijeenkomst in de oude stad. De Palestijnen waren niet erg opgetogen over de herdenking van de hereniging van Jeruzalem. Linkse activisten en Arabische inwoners van de wijk Sheikh Jarrah hielden een protestdemonstratie. De protestdemonstratie liep uit de hand, toen linkse activisten confrontatie zochten en gearresteerd werden. (1) De Palestijnen hadden gepland een massaal demonstratie te houden op Naksa dag, de dag dat Israël Oost-Jeruzalem heroverde in 1967. Premier Netanyahu maakte duidelijk dat het Israëlische leger geen enkele betoging bij de grenzen van Israël zal dulden. Israël heeft het recht om haar grenzen te verdedigen, net zoals iedere staat, aldus Netanyahu. Israël had eerder berichten naar Libanon en Syrië gestuurd en zou beide landen verantwoordelijk, mochten de grenzen weer overschreden worden. In reactie daarop had Libanon het grensgebied tot verboden militair gebied verklaard. (1)  Veel geplande betogingen waren afgelast. Hamas liet ook weten dat de geplande demonstraties niet doorgaan. De IDF was wel in verhoogde staat van paraatheid gebracht, omdat er via internet tot derde intifada opgeroepen werd. Op zondag 5 juni trachtten de Syrische demonstranten de Israëlische grens over te steken. Bij de grens tussen Syrië en Israël werden waarschuwingsschoten door de Israëlische soldaten gelost. Volgens de Syrische televisie waren er 18 doden gevallen en 227 gewonden geraakt. De IDF meldde niets over doden. Op 7 juni was het aantal 23 doden en 350 gewonden gemeld door de Syrische staatstelevisie. De IDF noemde het aantal overdreven. Volgens de Syrische oppositie kregen de demonstranten 1000 dollar bij deelname aan de protesten en 10.000 dollar voor de familie, als er doden zouden gevallen zijn. Zo hadden de Syrische demonstranten hun eigen dood veroorzaakt, toen ze door het mijnenveld liepen. Volgens Israël had dat vooral te maken met de Syrische onrust. De Syrische regering zou de Naksa dag misbruiken om de aandacht af te leiden van de onrust in eigen land. (1)
Naar aanleiding van de herdenking van de verovering van Oost-Jeruzalem in de zesdaagse oorlog van 1967 verklaarde de Israëlische premier Benjamin Netanyahu tijdens een parlementaire zitting van de Knesset dat Jeruzalem "de eeuwige en ondeelbare hoofdstad van Israël" is. Hij had de Bijbel geciteerd om een aanspraak te maken op Jeruzalem als hoofdstad van het land Israël. (1) Is Jeruzalem wel de ondeelbare hoofdstad van Israël? Het ziet er naar uit dat Jeruzalem als de hoofdstad van Israël internationaal nog steeds niet erkend wordt. Jeruzalem is wel herenigd maar nog altijd betwist door vele volken! De Verenigde Naties willen aan het verdelingsplan vasthouden en hebben de resoluties 476 en 478 van de Veiligheidsraad in 1980 bevestigd. Het Oslo-verdrag tussen de PLO en Israël maakt onderscheid tussen de Westelijke Jordaanoever en Jeruzalem.

Het wapen van Jeruzalem

wat zegt de Bijbel erover? De Bijbel betwist niet dat Jeruzalem de hoofdstad van Israël is. Want in de dagen van David en Salomo was Jeruzalem de hoofdstad van het koninkrijk Israël geweest. Wel maakt de Bijbel ons duidelijk dat Jeruzalem nog steeds vertrapt wordt door de heidense volken! In Zijn rede over het Einde der Tijden voorspelde Jezus dat Jeruzalem door de vijanden omsingeld en verwoest zou worden. Zijn voorspelling kwam uit, toen de Romeinen in het jaar 70 Jeruzalem ingenomen en verwoest hadden en de Joodse bevolking afslachtten. Volgens Jezus is het einde nog niet gekomen, want Jeruzalem is nog steeds vertrapt door de heidenen.

"Zodra gij nu Jeruzalem door legerkampen omsingeld ziet, weet dan, dat zijn verwoesting nabij is. Laten dan die in Judea zijn, vluchten naar de bergen, en die binnen de stad zijn, de wijk nemen, en die op het land zijn, er niet binnengaan, want dit zijn de dagen van vergelding, waarin alles wat geschreven is, in vervulling gaat. Wee de zwangeren en de zogenden in die dagen! Want er zal grote nood zijn over het land en toorn over dit volk, en zij zullen vallen door de scherpte des zwaards en als gevangenen weggevoerd worden onder alle heidenen, en Jeruzalem zal door heidenen VERTRAPT worden, totdat DE TIJDEN DER HEIDENEN ZULLEN VERVULD ZIJN."
Lucas 21:20-24

Wie zijn de heidenen die Jeruzalem vertrapt hebben? Blijkbaar waren de Romeinen niet de enigen die Jeruzalem vertrapt hadden. Als u zo goed op de hoogte bent van de geschiedenis van Israël en het Midden-Oosten, dan weet u ook dat niet alleen de Romeinen, maar ook heel wat volken om Jeruzalem hebben gestreden! Nu zijn de moslims die aanspraak op Jeruzalem willen maken en de stad vertrapt hebben!! De echte hereniging van Jeruzalem zal alleen mogelijk zijn, wanneer de Messias als de Grote Koning terugkomt en de tijden der heidenen vervuld zullen worden. Blijkbaar zijn de tijden der heidenen nog niet vervuld en de geestelijke hereniging van Jeruzalem is ver te zoeken. Dat Jeruzalem nog altijd vertrapt is, hebben de Palestijnen Jeruzalem geclaimd, alsof de stad van hen is. Vorig jaar liet de Palestijnse onderhandelaar Saeb Erekat weten dat de Palestijnen de volledige overdracht van Oost-Jeruzalem eisen, met inbegrip van de Klaagmuur, de Tempelberg en de Joodse wijk, die heilig zijn voor de Joden, in ruil voor een 'vredesakkoord.' Ook willen de Verenigde Staten, de EU, de Verenigde Naties en Rusland Oost-Jeruzalem van Israël afnemen en wegschenken aan de Palestijnen! Dit is het bewijs dat Jeruzalem nog steeds vertrapt wordt door de heidense volken!!

Is de Palestijnse claim van Oost-Jeruzalem legitiem?

De Palestijnen beweren dat Jeruzalem hun stad is. Hun dubieuze beweringen zijn alleen maar bedoeld om de islamitische aanspraak op Jeruzalem te promoten. De Palestijnen zeggen dat de islamitische band met Jeruzalem ouder is dan de Joodse. Volgens de moslims bezocht de profeet Mohammed Jeruzalem, toen hij door de engel Gabriël op een rug van een hemels paard midden in de nacht naar Jeruzalem werd gebracht. In de heilige stad zou Mohammed met Jezus, Mozes en Abraham gesproken hebben. Dit verhaal staat bekend als de Mi'raadj in de islamitische overlevering, de Hadith. Of Mohammed daadwerkelijk in Jeruzalem was geweest, is dat historisch nooit bevestigd. We moeten aannemen dat het verhaal op louter fantasie berust. Op 15 mei 2002 beweerde Yasser Arafat dat de Joodse Tempel niet in Jeruzalem stond, maar in Nabloes. Om de beweringen kracht bij te zetten hebben de Palestijnen geschiedvervalsing op grote schaal gefabriceerd: de mythes luiden dat de Joden geen band met Jeruzalem hebben gehad en nog nooit in het land gewoond hebben. En de Klaagmuur is volgens de Palestijnen geen Joods heiligdom en de graftombes van Rachel en Jozef zouden islamitisch moskeeën zijn geweest. Ook zou er nooit een Joodse Tempel in Jeruzalem zijn geweest. De westerse media steunen de Palestijnse beweringen ook. Vandaag de dag bevat de roep om een Palestijnse staat met Jeruzalem als de hoofdstad zeker een spoor van de claim dat de stad heilig is in de islam. Maar de geschiedenis laat zien dat de acties en omstandigheden, waar die Palestijnse claim op gebaseerd is, in feite helemaal niet zo heilig zijn. Yonatan Silverman schreef;"Volgens elke maatstaf van religieuze waarden in iedere maatschappij in de wereld is het kunstmatig toevoegen van heiligheid aan een plaats door middel van woordspelletjes en administratieve handigheidjes het tegenovergestelde van heiligheid." (2)  In zekere zin is de Palestijnse claim van Oost-Jeruzalem niet legitiem, maar vals en dubieus. 

Jeruzalem is Joods stad

De Palestijnen beweren dat Jeruzalem geen Joodse stad is, maar Palestijns. Echter wordt hun bewering tegengesproken door aantal feiten die ik voor u zal opnoemen. Ook de islamitische aanspraak op Jeruzalem, de stad waar Mohammed volgens de overlevering in de nacht ten hemel besteeg, wordt tegengesproken door de historische feiten! Het probleem voor de moslims is dat Jeruzalem nergens in de Koran wordt genoemd. Al trachten de moslims hun aanspraak op Jeruzalem te koppelen aan een verwijzing in de Koran naar "al Masjid al-Aqsa" (het verste heiligdom), dat men de Al-Aqsa moskee in Jeruzalem zou bedoelen. Maar ten tijde van de profeet Mohammed stond er helemaal geen islamitische gebouw op de Tempelberg. De moslims hielden vol dat de heiligheid op de Tempelberg gebaseerd is op een tekst uit de Koran, waar in Soera 17:1 staat te lezen:"Lofprijzing aan hem, die zijn dienaar des nachts deed reizen van het gewijde bedehuis naar het buitenste bedehuis, welke omtrek wij gezegend hebben, opdat wij hem voor onze tekenen zouden tonen. Hij is de horende, de alziende." Men moet wel een bijzonder rijke fantasie bezitten om uit deze tekst de conclusie te trekken dat het hier om Jeruzalem gaat. (3) Noch in de tekst, noch in andere teksten in de Koran wordt Jeruzalem genoemd. Maar desondanks eisen de moslims de stad op als heilige plaats voor de islam! Jeruzalem wordt vertrapt door de moslims! Hun valse aanspraak wordt teniet gedaan, wanneer Jeruzalem in de Bijbel 802 keren genoemd wordt! En Israël wordt 1476 keren in de Bijbel genoemd, Joden 245 keren en Sion 130 keren!! En de Bijbel beweert dat Jeruzalem altijd Joods is gebleven. De Bijbelse bewering wordt ondersteund door talrijke niet-bijbelse bronnen, historische feiten en archeologische vondsten!! Naast de Romeinse geschiedschrijvers is er ook overvloed aan archeologische bewijsmateriaal zoals opgravingen in Israël. De Romeinse geschiedschrijver Tacitus (56-117) was absoluut geen christen en ook geen Jood. Hij was een Romein en verachtte het christendom en zeker het Jodendom. Met grote laatdunkenheid schreef hij dat het christendom een 'verderfelijk bijgeloof' was. Maar als een objectieve historicus bevestigde hij het historische bestaan van Jezus Christus, maar ook het historische bestaan van het Joodse land Judea! Tacitus schreef ook zijn "histories", maar dit werk is verloren gegaan. Een ander Romeins geschiedschrijver als Plinius de jongere (62-113) haalde dit echter aan en vermeldde hoe generaal Titus een einde hoopte te maken aan zowel het christendom als het Jodendom door Jeruzalem aan te vallen en te verwoesten. Ook Flavius Josephus, een Joodse historicus die in dienst van de Romeinen stond, bevestigde dat Jeruzalem altijd een Joods stad is. In 1830 werd bij archeologische opgravingen in de rüïnes van Sanheribs paleis in Nineve (tegenwoordig in Noord-Irak) grote vondst gedaan. De belangrijke vondst betreft de zogenoemde prisma van Sanherib. De prisma - een hexagonaal voorwerp van gebakken klei met een hoogte van 38 cm en een breedte van 14 cm - dateert uit de tijd van Sanherib (705-681 v. Chr.) en is aan zes zijden bedekt met inscripties in Akkadisch spijkerschrift die de gebeurtenissen uit de regeringsperiode van Sanherib beschrijven. (4) De annalen van Sanherib bevestigen een aantal gebeurtenissen die in het Oude Testament beschreven worden! Ze bevestigen ook dat Jeruzalem een Joods stad is.

De prisma van
Sanherib
Een vertaling van Sanheribs annalen naar Ancient Near Eastern Texts luidt:"Wat Hizkia de Jood aangaat, hij onderwerpt zich niet aan mij, ik belegerde 46 van zijn versterkte steden, ommuurde vestingen en talloze dorpen en overmeesterde ze door aangestampte taluds en stormrammen, voetvolkaanvallen, mijnen, stootblokken, alsook sappeurswerk... Hemzelf maakte ik gevangen in Jeruzalem, zijn koninklijke residentie, als een vogel in een kooi." (5) Het komt overeen met de beschrijving van Sanheribs inval in Juda en belegering van Jeruzalem in de Bijbel. (II Koningen 18:13-37, 19:1-37) Nog een ander voorbeeld van de archeologische vondsten die kunnen bewijzen dat Jeruzalem Joods stad is: bij opgravingen in Noord-Jeruzalem hadden archeologen een deel van een deksel van een sarcofaag gevonden met het Hebreeuwse inschrift "Ben Hacohen HaGadol" (zoon van de hogepriester). Het inschrift heeft betrekking op een op jonge leeftijd overleden zoon van een van de hogepriesters die in de Bijbelse tijden hun ambt uitoefenden. Het gevonden fragment heeft een afmeting van 60 bij 48 centimeter en is gemaakt van hard kalksteen. De archeologen troffen de steen aan in wat bekendstond als het land van Benjamin. In dit gebied, waar nu de noordelijke stadswijken van Jeruzalem, woonden vroeger de priesters. (6)

Fragment van een deksel van de
sarcofaag met het Hebreeuwse inschrift
De archeologische vondsten bewijzen dat de Bijbel historisch betrouwbaar is en Jeruzalem helemaal géén Palestijnse stad is, maar Joods!! Maar de moslims geloven niet in de Bijbel en verwerpen de Bijbel. Ze zeggen dat de Schriften 'beschadigd' zijn, en vertrouwen hen niet. In sommige opzichten eren zij Jezus en sommige dingen van de Bijbel zijn volgens hen goed. Echter is de Bijbel goddelijk geinspireerd en op het gezag van de Heilige Geest geschreven, zoals het staat geschreven;"Het is niet mogelijk dat het Woord Gods zou vervallen zijn. (Romeinen 9:6) Wij hebben niet met sluwheid omgaan of het Woord Gods vervalsen, maar de waarheid aan het licht brengen en zo bij elk menselijk geweten onze eigen aanbeveling zijn voor het oog van God. (II Corinthiërs 4:2)  Heel de Schrift is van God ingegeven.. (II Timótheüs 3:16) Want nooit is de profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken. (II Petrus 1:21)" 

Geschiedenis van de eeuwige stad 

De etymologie en de oorsprong van Jeruzalem zijn niet met zekerheid vastgelegd. Zelfs de betekenis van de naam, die vermoedelijk van Kanaänitische oorsprong is, is onzeker: men verklaart die wel als "stad van Salem." De Jebusieten, die er woonden vóór de Israëlieten, maar vermoedelijk niet de oudste bewoners van de stad waren, noemden haar Jebus. Richteren 19:10-11, Kronieken 11:4 Een ander naam voor Jeruzalem was Salem. Genesis 14:18, Psalm 76:3 Sommige geleerden denken dat de naam twee steden uit de Bijbelse tijden combineert, die de basis vormen voor Jeruzalem. In de Hebreeuwse Bijbel wordt Jeruzalem dikwijls Sion - de oorspronkelijke naam voor de heuvel, waarop de stad der Jebusieten lag of voor de versterkte burcht van hun stad, - genoemd. II Samuël 5:7 De naam Sion werd later ook gebruikt voor de hele stad Jeruzalem. Psalm 132:13, Hebreeën 12:22, Openbaring 19:11 Het eerste deel van de naam Jeru betekent misschien 'stad', 'woning' of 'bron.' De volksetymologie heeft van Jeruzalem 'de stad van vrede' gemaakt vandaar de echte betekenis: de stad van Salem. Jeru staat voor stad en Shalom voor vrede. Volgens sommige semitische taalkundigen kan Jeru 'woning' betekenen. De stad Jeruzalem wordt reeds genoemd in niet-bijbelse bronnen; In Egyptische vervloekingsteksten, die uit de 19e en 18e eeuw v. Chr. dateren, wordt de naam van Jeruzalem aangetroffen. Later komt in de brieven (keitabletten) van Amarna, gedateerd de eerste helft van de 14e eeuw v. Chr., de naam Urusalim (u) voor.

De ontmoeting tussen Melchizedek en Abraham

De geschiedenis van Jeruzalem begon met de ontmoeting tussen Abraham, de stamvader van het Joodse volk, en Melchizedek, de koning van Salem. Genesis 14:18, Hebreeën 7:1-3 Melchizedek wordt in het Bijbelboek Hebreeën 'koning des vredes' genoemd vandaar de echte betekenis van de naam Jeruzalem; de stad van vrede! In 1004 v. Chr. veroverde koning David, die na 7,5 jaar vanuit Hebron geregeerd had, Jeruzalem op de Jebusieten. II Samuël 5: 6-8, I Kronieken 11: 1-9 Hij maakte er de hoofdstad van Israël van. De stad werd "de stad Davids", de koninklijke stad, ambtenarenstad, die losstond van de gezagsverhoudingen binnen de twaalf stammen Israëls. David nam ook maatregelen om het doel te bereiken, dat de stad niet alleen een politiek, maar ook een religieus centrum werd, liet hij de Ark des verbonds er naartoe halen. II Samuël 6: 1-16, I Kronieken 15:1-6 David versterkte niet alleen de stad Jeruzalem, maar liet ook een koninklijk paleis voor zichzelf bouwen. Metselaars en timmerlui waren speciaal uit Tyrus overgekomen om het paleis voor koning David te bouwen. I Kronieken 14:1 David wilde ook een tempel voor de Here God bouwen, maar kreeg daarvoor geen toestemming, omdat hij veel bloed had vergoten. II Samuël 7:1-17 Zijn zoon Salomo mocht de Tempel voor de Here wel bouwen. Wel had David voorbereidingen getroffen om de Tempel voor de God van Israël in Jeruzalem te laten verrijzen. Vanaf die tijd is Jeruzalem tot op de dag van vandaag het hart van het volk Israël. Na de dood van koning David besteeg Salomo de troon. Onder zijn koningschap brak de 'Gouden Eeuw' aan voor Israël. Israël beleefde economische en culturele bloei en werd een rijk en machtig koninkrijk. Er heersten welvaart en vrede in het Joodse rijk. Salomo bouwde de Tempel op de berg Moria te Jeruzalem. Andere Salomo's bouwwerken waren bekend: Salomo's paleis, het huis "Woud van de Libanon" (I Koningen 7:1-12) en een paleis voor Farao's dochter (I Koningen 9:24). Koning Salomo was befaamd en zeer legendarisch om zijn wijsheid en grote rijkdom. Toch werd hem verweten zich met de afgoderij in te laten. Toen Salomo zich bezighield met de handel, werd zijn rijk nog welvarend. Maar er was een keerzijde van de medaille. Belastingen, dwangarbeid en geldverslindende bouwwerken drukten zwaar op het volk Israël. Na het overlijden van Salomo raakte Israël in verval en het koninkrijk viel in twee aparte staten uiteen dat veroorzaakt werd door de rebellie van de tien noordelijke stammen. I Koningen 12:1-24 Jeruzalem werd de hoofdstad van het koninkrijk Juda. In 925 v. Chr. plunderde Farao Sisak Jeruzalem. I Koningen 14:25-26. In 849 v. Chr. voerde de goddeloze koningin Athalia, echtgenote van koning Joram en dochter van Izebel, de Baäl-cultus in Jeruzalem. Na de dood van haar zoon Ahazia besteeg ze de troon, liet ze alle leden van het koninklijke huis ombrengen, op haar kleinzoontje en baby Joas na, dat door de priesters van de Tempel des Heren tot zijn zevende jaar op wonderbaarlijke wijze verborgen werd. Toen Joas op initiatief van de priesters tot koning van Juda uitgeroepen werd, werd Athalia ter dood gebracht. II Kroniekjen 22:10-12, 23:1-21 In 701 v. Chr. werd Jeruzalem belegerd door de Assyrische legers van Sanherib. Door het Goddelijk ingrijpen werd Jeruzalem gered en Sanherib, de koning van Assur, droop plotseling af, zodat hij en zijn leger met schaamte en vernedering naar hun land terugkeerden. II Kronieken 32:1-23, II Koningen 18:13-37, 19:1-37, Jesaja 36:1-22, 37:1-38 Vanaf 750 v. Chr. bleef Juda de Here aanvankelijk trouw, maar verviel in toenemende mate in afgoderij, zedenbederf en wetteloosheid. Er braken roerige tijden aan waarin hervormingen (Hizkia en Josia) en goddeloze afval (Ahaz, Manasse, enz) elkaar afwisselden. De profeten riepen het volk tot bekering en boetedoening op, maar als koning Manasse het volk voorging in het offeren van kinderen aan de heidense god Moloch, was voor God de maat helemaal vol. II Kronieken 33:1-20 Het oordeel was door de profeten aangekondigd en stond vast: Nebukadnezar, de koning van Babel, rukte met zijn leger naar Jeruzalem op, veroverde de stad en voerde het volk in drie fasen van de ballingschap naar Babel weg. In 586 v. Chr. werden Jeruzalem en de Tempel van Salomo verwoest. Een deel van de overgebleven Judeeërs, die niet naar Babel meegevoerd waren, vluchtte naar Egypte en nam de profeet Jeremia onder dwang mee. II Kronieken 36:11-21, Jeremia 42:11-22, 43:1-7

Sinds die tijd waren er van het volk Israël alleen nog maar de Judeeërs meer, waarin mensen uit andere stammen Israëls waren opgegaan. Sedertdien spreken we dan ook van Joden als zijnde het volk Israël. 70 jaar lang was Jeruzalem een ruïne. In 538 v. Chr. ging het Babylonische rijk ten onder, toen de stad Babel werd ingenomen door de Perzen. De Perzische koning Kores (Cyrus) gaf de Joden toestemming naar Juda terug te keren. II Kronieken 36:22-23, Ezra 1:1-8
Het merendeel van de Joden bleef in Babel. Een deel verspreidde zich over het hele Midden-Oosten en het Middellandse zeegebied. Onder de leiding van Ezra en Nehemia begon de wederopbouw van Jeruzalem. Ook de tweede Tempel werd gebouwd op de plaats, waar eens Salomo's Tempel stond. Juda werd afwisselend overheerst door Perzen, Ptolemeeën (Egytenaren) en Seleuciden (Syriërs).  Als Alexander de Grote, de jonge koning van Macedonië, er op uittrok om de wereld te veroveren, rukte hij, rijdend op zijn beroemde paard Bucephalus, met zijn Griekse leger op naar de landen, die hoorden bij het Perzische rijk. Het ene land na het andere viel en gaf zich over. In 332 v. Chr. besloot Alexander de Grote Jeruzalem te veroveren. De stad wachtte vol schrik af. Maar als het leger van Alexander in zicht kwam, opende de hogepriester de poorten en ging met een processie naar buiten om de overwinnaar te begroeten. Alexander zag dat de priester een man van God was, en boog voor hem. Dan ging hij de stad binnen en hield een eredienst in de Tempel. De Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus schreef dat de profetieën van Daniël aan Alexander de Grote werden getoond, toen hij Jeruzalem binnentrok. De profetie van Daniël ging in vervulling, toen Alexander de Grote Perzië veroverd had. Daniël 8:20-22 Na de dood van Alexander de Grote viel het Griekse imperium in vier delen uiteen en het rijk werd verdeeld onder zijn vier generaals, zoals de profeet Daniël had voorzegd. Het vorstenhuis der Seleuciden kreeg Syrië en Juda toegewezen, terwijl de dynastie der Ptolemaeën heerste over Egypte, met Alexandrië als Hellenistische centrum. In 312 v. Chr. nam de Egyptisch-Griekse koning Ptolemaeüs I Jeruzalem in. Onder de Ptolemaeën genoten de Joden grote godsdienstige vrijheid. Jeruzalem werd echter later in 198 v. Chr. veroverd door de Seleuciden die het Hellenisme met geweld wilden opdringen aan de Joden. In 168 v. Chr. poogde de Seleucidische koning Antiochius Epiphanes IV (de Joden noemden hem al gauw Antiochos Epimanes dat Antiochos de gek betekent) de Joodse autonomie te beperken en de Joodse godsdienst te vervangen door de Griekse afgodendienst. De daad van Antiochius Epiphanes IV was de aanleiding tot de opstand onder de Joden. De opstand werd geleid door de Makkabeeën. De Makkabeeën slaagden erin in 167 v. Chr. van hun land Juda onafhankelijk te maken. Jeruzalem werd in 164 v. Chr. heroverd en de door Antiochius Epiphanes IV ontwijdde Tempel werd gereinigd en opnieuw gewijd aan de God van Israël. De Makkabeeën stichtten het Joodse koningshuis van de Hasmoneeën. In 143 was Judea een onafhankelijk staat met Jeruzalem als de hoofdstad. In 63 v. Chr. viel Judea onder Romeins bestuur doordat de Romeinse generaal Pompeius Jeruzalem ingenomen had. Judea werd hierdoor een vazalstaat van Rome waardoor het Hasmoneese koningshuis haar macht geleidelijk afstond aan een Edomitisch geslacht. Uit het Edomitische geslacht werd Herodes geboren. De Romeinen maakten Herodes in 37 v. Chr. koning over Judea. In feite was Herodes, ook als Herodes de Grote bekend staand, een onderkoning, die namens keizer Augustus het bewind over Judea voerde. Onder zijn bewind werd Jeruzalem versterkt en verfraaid met verschillende vestingwerken en andere imposante bouwwerken, zoals de burcht Antonia, een theater en het paleis van Herodes. Jeruzalem werd een belangrijke metropool van meer dan 100.000 inwoners. Herodes de Grote was bijzonder zeer wreed en de Joden haatten hem. Om de Joden gunstig te stemmen herbouwde en verfraaide hij de Tempel. Onder zijn regeerperiode werd Jezus Christus geboren in Bethlehem. Herodes was de man die de Bethlehemse kindermoord op zijn geweten had, echt een daad van deze wreedaard. Matthéüs 2:13-18 Kort daarop stierf hij.

In de dagen van Jezus regeerde het koningshuis der Herodianen, maar de Romeinen hielden een geducht oogje in het zeil door een stadhouder aan te stellen. De bekende stadhouder was Pontius Pilatus, die Jezus ter dood had veroordeeld. Johannes 18:28-40, 19:1-16, Matthéüs 27:1-26 De Joden waren vrij in het uitoefenen van hun godsdienst. Politieke zelfbeschikking werd echter niet geduld. Dat was de achtergrond van het leven van Jezus, die in religieus opzicht in conflict kwam met de Farizeeën, de geestelijke leiders van het volk. Het conflict draaide om de Thora en het feit dat Jezus zich als Zoon van God boven Mozes verhief en aan God gelijkstelde. Johannes 8:42, 58-59 Ook was dit de aanleiding geweest voor Zijn kruisiging, sterven en opstanding. Matthéüs 26:59-66
In deze tijd was het Joodse verlangen bijzonder sterk om van het Romeinse juk bevrijd te worden. Jezus weigerde zichzelf als politieke bevrijder op te werpen en voor de Joden de Romeinen te verjagen. Johannes 18:33-38 Na de dood, opstanding en hemelvaart van Jezus Christus ontstond de eerste christengemeente in Jeruzalem. Handelingen 2:41-47 De eerste christenen waren Joden geweest. (Later waren de niet-joodse heidenen christenen die zich afzetten tegen de Joodse wortels van het Christendom en tegen het volk Israël keerden) De eerste christengemeente stuitte op verzet van de hogepriester, de overpriesters en de Sadduceeën. Handelingen 5:17-25 In Jeruzalem stierf de christen-jood Stéfanus de eerste marteldood en er onstond een zware vervolging tegen de gemeente. Handelingen 7:54-60, 8:1-3

In het jaar 66 na chr. brak de desastreuze Joodse opstand uit, nadat de Grieken een synagoge ontheiligd hadden. De opstand liep alles uit op de verwoesting van Jeruzalem en de tweede Tempel door de Romeinse legioenen, aangevoerd door Titus in het jaar 70. De verwoesting van Jeruzalem werd voorzegd door Jezus. Lucas 19:41-44 Het enige overblijfsel van de verwoeste Tempel is een deel van de westelijke muur, die nu bekend staat als de Klaagmuur. Op de ruïnes van de stad werd een Romeins legerkamp opgericht. Keizer Hadrianus bezocht in het jaar 130 Jeruzalem en besloot er een Romeinse kolonie te vestigen. De overgebleven Joden in Judea bleven zich hardnekkig tegen de Romeinse overheersing aldaar verzetten. Dat culmineerde in de opstand onder Bar Kochba die door velen als de messias werd beschouwd. In 135 werd Jeruzalem door de Joden veroverd. De opstandelingen maakten Jeruzalem opnieuw tot hun hoofdstad en richtten er een voorlopige tempel op. De boze reactie van keizer Hadrianus bleef niet uit: de opstand van Bar Kochba werd bloedig neergeslagen en alle Joden werden verjaagd. Jeruzalem werd heroverd en tot verboden gebied verklaard voor ieder Jood om er maar binnen te treden. Hadrianus doopte de stad om tot Aelia Capitolina. De val van Jeruzalem  in het jaar 70 en het neerslaan van de Joodse opstand in het jaar 135 maakten de verstrooïng van de Joden (Diaspora) een feit. De verstrooïng bracht de Joden over de gehele wereld onder alle volken, zoals dit al werd geprofeteerd door Mozes. Deuteronomium 28:64 Die diaspora was al reeds begonnen in 722 v. Chr. en duurt nog steeds voort. Hadrianus beval ook dat Judea een andere naam moest krijgen en Palestina werd genoemd. Jeruzalem en het land Judea gingen eeuwenlang over van de ene vreemde overheerser in de andere. In 326 bezocht Helena, de moeder van keizer Constantijn de Grote, de stad en kreeg deze opnieuw de naam Jeruzalem. In 335 beval keizer Constantijn de bouw van de Heilige Grafkerk. Op het concilie van Chalcedon (451) werd besloten dat het patriarchaat Jeruzalem opgericht werd. Jeruzalem en het hele land Judea gingen deel maken van het Byzantijnse rijk, het Oost-Romeinse rijk. In 614 werd Jeruzalem met hulp van de Joden veroverd door de Perzen. In 629 konden de Byzantijnen de stad tijdelijk heroveren. In 636 werd het Byzantijnse leger tijdens de slag bij Jarmoek verslagen door de moslimlegers. In 637 gaf patriarch Sophronius Jeruzalem, die toen in handen was van de Byzantijnen, over aan de Arabieren onder aanvoering van kalief Omar Ibn al-Khattab. In het Arabisch werd Jeruzalem Al-Qads (het heiligdom) genoemd en heel zelden als Oeroesjalim, wat wel wordt uitgelegd als stad van Sjalim. De kalief liet Joden, die verbannen waren onder de Byzantijnen, terugkeren. Echter onder druk van patriarch Sophronius werd het aantal Joden beperkt tot 70 families. In het jaar 660 werd de bouw van de Al-Aqsamoskee begonnen. De Joden en de christenen genoten onder het kalifaat van de Abbasiden een hoge mate van zelfstandigheid. In 937 werden christelijke plaatsen in Jeruzalem door moslims verwoest. De Heilige Grafkerk werd platgebrand en ook andere kerken werden verwoest. In 966 waren er vervolgingen van christenen in Jeruzalem. In 1004, 1005 en 1012 vaardigde al-Hakim discriminerende decreten uit tegen Joden en christenen die als dhimmi's behandeld werden. In 1072 werd Jeruzalem veroverd door de Seltsjoeken van Turkse origine. Joodse synagogen en christelijke kerken werden verwoest en in brand gestoken. Wanneer de Seltsjoeken in 1094 het Byzantijnse rijk bedreigden, riep keizer Alexios I Komnenos het Westen om hulp tegen de islamitische invasies in zijn gebied. In 1095 preekte paus Urbanus II de eerste kruistocht. De kruistochten waren niet een gevolg van een 'agressieve en imperialistisch christendom' zoals sommige historici die geschiedvervalsing plegen, ons willen doen geloven. De kruistochten waren juist de reactie op de expansionistische en gewelddadige islam. Ondertussen werd Jeruzalem ingenomen door de Arabische Fatimiden. In 1099 trokken de kruisvaarders uit West - en Midden-Europa naar het Heilige Land en bereikten Jeruzalem. De stad werd op de moslims veroverd en de kruisvaarders richtten er vervolgens een waar bloedbad onder de Joden en de moslims aan. Maar zowel de kruisvaarders als de moslims maakten zich schuldig aan enorme wreedheden en slachting onder de Joden. Het koninkrijk Jeruzalem werd gesticht door de kruisvaarders. Godfried van Bouillon weigerde echter de koningstitel en nam de titel van Beschermer van het Heilige Graf aan, omdat hij 'geen koningskroon wilde dragen op de plaats waar Jezus een doornenkroon droeg.' Zijn opvolgers namen echter wel de koningstitel aan. In 1187 werden de kruisvaarders verslagen en de stad Jeruzalem gaf zich over aan Saladin. Frederik II, keizer van het Heilige Roomse Rijk, wist in 1229 via slinkse diplomatieke wegen Jeruzalem verwerven en het koninkrijk Jeruzalem werd in ere hersteld. Jeruzalem werd in 1244 door de Ajjoebiden veroveerd en in 1260 door de Mamelukken. Vanaf al die tijd waren er zoveel gewelddadigheden tegen Joden en christenen geweest. In 1517 kwam Jeruzalem onder Ottomaanse heerschappij. Onder deze heerschappij beleefde Jeruzalem een korte periode van bloei onder sultan Süleyman. Tussen 1537 en 1541 werden de stadsmuren van Jeruzalem herbouwd en de rotskoepel verfraaid. Belangrijk voor de Joden was dat de Turken vrij tolerant waren. Veel Joden die uit Spanje werden verdreven en de beruchte Spaanse Inquisitie ontvluchtten, vestigden zich in het Ottomaanse rijk, waaronder ook Jeruzalem. Echter in de loop van de eeuwen van de Turkse overheersing werden de bewoners van het land min of meer overgeleverd aan de genade van uitbuitende grootgrondbezitters uit Damascus en de invallende Bedoeïenenbendes. Het land, Judea en Samaria, verkeerde in een jammerlijke toestand.

Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog, in december 1917, veroverden Britse troepen onder leiding van generaal Allenby Jeruzalem op de Turken. De verovering van Jeruzalem verliep zonder slag of stoot zeer merkwaardig. Generaal Allenby was een zeer gelovig christen en het gebed was zijn geheime wapen. Op 11 december 1917, op de eerste dag van het Chanoeka feest van de Joden, namelijk op de 25e dag van de Joodse maand Kislev, trok Allenby Jeruzalem binnen, terwijl de vliegtuigen over de stad vlogen. Hij veroverde Jeruzalem zonder een schot te lossen en zonder een druppel bloed te vergieten! Van alle veroveringen van Jeruzalem is dit de enige keer dat het "beschut en bevrijd" werd. De verovering van Jeruzalem door generaal Allenby was een wonderbaarlijk vervulling van de profetie van Jesaja. Jesaja 31:5 Volgens de Joodse kalender was het 2160 jaar geleden dat Judas Makkabeüs Jeruzalem innam en op de 25e van de maand Kislev de Tempel weer inwijdde. Ter herinnering aan de overwinning van Judas Makkabeüs hadden de Joden kaarsen ontstoken in hun huizen, toen generaal Allenby Jeruzalem binnentrok. In de Balfourverklaring werd het toenmalige Palestina, dat bestond uit Judea, Samaria, Galilea en transjordanië (ten oosten van de Jordaan), als Britse mandaatgebied in zijn geheel aan de Joden toegewezen voor de vorming van hun nationaal tehuis. De volkerenbond, de voorloper van de Verenigde Naties, bekrachtigde in 1922 de declaratie van de Balfourverklaring en wees het toezicht op het gebied toe aan de Britten. De afspraak was dat er een Joods nationaal tehuis zou worden gecreëerd. Echter door de woordbreuk en het verraad aan de Joden gaf Engeland Transjordanië (nu Jordanië geheten), die aan de oostelijke kant van de rivier de Jordaan lag, weg aan de Arabieren. Dit gebied besloeg 75% van het volledige erfdeel dat aan het Joodse volk was beloofd! Onder het Britse bestuur nam het verzet onder de Arabieren toe. Amin al-Hoesseini, de grootmoefti van Jeruzalem, organiseerde pogroms en riep de Arabieren op tot pogroms tegen de eeuwenoude Joodse gemeenschappen in Jeruzalem, Safed, Tiberias en Hebron. En hij noemde de Balfourverklaring van 1917, die de Joden in Palestina een nationaal Tehuis beloofde, een "Joods-Britse samenzwering". Op 19 april 1936 begon een Arabisch opstand die duurde tot 1939. Deze opstand werd geleid door het Arabisch Hoge Comite dat werd voortgezeten door Amin al-Hoesseini. De gruwelijke slachtpartijen onder de Joden vonden plaats in Jeruzalem, Hebron en andere plaatsen. In zijn verzet tegen het Britse mandaatbestuur en de Joodse immigratie zocht al-Hoesseini onder andere steun bij nazi-Duitsland. Op 28 november 1941 bracht hij in Berlijn een bezoek aan Adolf Hitler. In zijn radiotoespraak moedigde Amin al-Hoesseini de Arabieren aan tot het vermoorden van alle Joden.

Na de Tweede Wereldoorlog werd in november 1947 tijdens de Algemene Vergadering van de VN resolutie 181 aangenomen dat Palestina in twee afzonderlijke staten, een Joods en een Arabisch, moest worden verdeeld. De Joden aanvaardden het voorstel met grote tegenzin en de Arabische buurlanden verwierpen het volledig. De resolutie voorzag ook de speciale positie van Jeruzalem en de stad zou onder een speciaal bewind komen dat door de VN bestuurd zou worden. De resolutie was echter nooit uitgevoerd. Op 14 mei 1948 werd de staat Israël geproclameerd. Onmiddelijk verklaarden de Arabische buurlanden de jonge Joodse staat Israël de oorlog. Ze vielen het land aan. De oorlog werd uiteindelijk gewonnen door Israël. Tijdens de wapenstilstand werden de grenzen van Israël "facto" vastgelegd. Voor het eerst sinds vele eeuwen werd het land, zij het gedeeltelijk, weer bestuurd door de oorspronkelijke Joodse bewoners en niet meer door vreemde overheersers. In 1949 werd zelfs een volledige resolutie van de Algemene Vergadering van de VN (resolutie 303) gewijd aan het internationale statuut van de stad Jeruzalem. In praktijk viel Oost-Jeruzalem tijdens de onafhankelijkheidsoorlog in de Jordaanse handen. De annexatie van Oost-Jeruzalem alsmede de gehele westelijke Jordaanoever door de Jordaniërs was illegaal en nooit internationaal erkend. En de VN schonk er helemaal geen aandacht aan de annexatie en sprak geen veroordeling uit over de Jordaanse daad! Tussen de jaren 1949 en 1967 was Jeruzalem in tweeën verdeeld door een middel van een barrière (muur en hek). De deling van Jeruzalem viel samen met de deling van Berlijn. In de periode tussen 1948 en 1967 hadden de Jordaniërs flink huisgehouden in Oost-Jeruzalem. De Arabieren richtten enorme verwoestingen aan alle Joodse eigendommen. De Joodse wijk in de Oude Stad werd geplunderd en platgebrand en 57 synagogen ondergingen hetzelfde lot. De beroemde Hurvasynagoge die onlangs werd gerestaureerd en opnieuw opengesteld, werd met de grond gelijk gemaakt. Alles wat van Joden en christenen was, werd vernield, ontheiligd en onteerd. De toegang voor de Klaagmuur werd voor de Joden ontzegd. En de Jordaanse troepen pleegden grafschennis doordat ze de Joodse begraafplaats als urinoir en de grafstenen voor de wegenaanleg hadden gebruikt. Wanneer in juni 1967 de Joden terug naar de begraafplaats keerden, troffen ze er open graven aan met de beenderen van de gestorvenen overal verspreid. Oost-Jeruzalem werd vertrapt door de Jordaniërs! Er klonk geen internationale verontwaardiging over de vernielingen die door de Jordaniërs waren aangericht. Tijdens de Zesdaagse Oorlog in 1967 heroverde Israël Oost-Jeruzalem op Jordanië. De vreugde onder de Joden kende geen grenzen, toen Oost-Jeruzalem van de Jordaanse bezetters werd bevrijd. De Joodse soldaten konden hun tranen niet bedwingen, toen ze voor de Klaagmuur stonden. De zogenaamde 'annexatie' van Oost-Jeruzalem door Israël werd niet internationaal erkend. Ditmaal maakten zowel Arabische landen als de VN aanzienlijk meer bezwaar. Na een oproep van de Veiligheidsraad in 1980 en onder druk van de Arabische landen moesten westerse landen als Nederland hun ambassades van Jeruzalem naar Tel Aviv verplaatsen. Onder Teddy Kollek die burgemeester van Jeruzalem was, begon de wederopbouw van Jeruzalem en groeide Jeruzalem tot de grootste stad van Israël, waarin Joden en Arabieren vrij rustig konden samenleven. Aanslagen werden door militante Palestijnen gepleegd. Tijdens de eerste Intifada werden veel toeristen in de Oude Stad en omstreken neergestoken. Ook waren er rellen in Arabische wijken uitgebroken. In september 2000 brak de tweede Intifada uit. De aanleiding was dat de voormalige Israëlische politicus Ariël Sharon bezoek bracht aan de Tempelberg te Jeruzalem. Sindsdien werd de stad opgeschrikt door bloedige aanslagen op bussen en restaurants. In 2004 begon Israël aan de bouw van een barrière die de terroristische aanslagen een halt toe moest roepen. (7)

Jeruzalem overheerst door
vreemde volken
Jeruzalem, de stad van de grote Koning

Nu u de geschiedenis van de eeuwige stad Jeruzalem kent, weet u ook dat de Palestijnse claim op Oost-Jeruzalem onrechtmatig is. Eeuwenlang hadden vele volken om de stad gevochten. Geen enkel volk kan wettige aanspraak op Jeruzalem maken. Ook de Palestijnen niet. Franklin ter Horst schreef zeer terecht;"Jeruzalem is uniek onder de steden van de wereld. De stad bezit een uitstraling die door geen andere stad te evenaren valt. Voor het volk van Israël is er nooit een alternatief geweest voor Jeruzalem en dat zal er ook nooit zijn, want het is God Zelf die deze plek heeft uitgekozen. Jeruzalem is de stad van de kinderen van Israël, Gods volk, het is de stad van hun geschiedenis en hun toekomst." Toen de moslims in 637 de stad veroverden, hadden ze van Jeruzalem nooit de hoofdstad van het Kalifaat gemaakt! Onder de Ottomaanse overheersing was Jeruzalem ook nooit de hoofdstad van het Kalifaat geweest hoewel de Ottomanen zelf moslims waren. Istanboel was wel hun hoofdstad geweest. Jeruzalem was in de ogen van de Ottomanen een nietszeggende dorpje, ver weg in een provincie van het Ottomaanse rijk. Het had geen enkele politieke betekenis. Nu Jeruzalem het centrum van de wereldaandacht en vele conflicten is geworden, eisen de moslims de stad nu opeens voor henzelf op! Dus is de islamitische aanspraak op Jeruzalem niet wettig. Historisch gezien is het heel duidelijk dat deze stad van de Joden is. Ieder die de Bijbel goed kent, weet heel goed dat de verbondenheid van de Joden met Jeruzalem uniek en onbetwistbaar is en niet te vergelijken met welk ander volk dan ook. Dat Jeruzalem Joods bezit is, valt het niet te redetwisten. De voormalige chef van de Mossad, Uzi Arad, verklaarde;"Jeruzalem is de enige plaats die onze natie historisch en religieus verenigt." Maar...men moet niet vergeten dat Jeruzalem ook de stad van God is. God verklaarde in Zijn Woord dat Jeruzalem Zijn woning is;

"Want de Here heeft Sion verkoren, Hij heeft het Zich ter woning begeerd: Dit is Mijn rustplaats voor immer, hier zal Ik wonen, want haar heb Ik begeerd."  Psalm 132:13-14

"Geloofd zij de Here uit Sion, Die te Jeruzalem woont. Halleluja!" 
Psalm 135:21

Uit twee bijbelteksten is het volstrekt duidelijk dat de stad Jeruzalem door God werd gekozen om Gods licht aan de hele wereld over te dragen. Ook is Jeruzalem door God gekozen om de toekomstige hoofdstad van het Messiaanse vrederijk te worden. Als u een wereldkaart neemt, dan valt het u op dat Jeruzalem precies in het midden van de wereldkaart staat! Jeruzalem wordt wel de navel der aarde genoemd. Nu het Joodse volk na eeuwenlange verstrooiing naar huis terugkeert, is de Here God Degene die Zijn verstrooide kinderen bijeenbrengt en naar huis brengt, gelijk het ook staat geschreven in de Schriften;

"De Here bouwt Jeruzalem; Hij vergadert Israëls verdrevenen." 
Psalm 147:2

Opnieuw hiervan het bewijs dat de verbondenheid van het Joodse volk met Jeruzalem onlosmakelijk is. Het Joodse volk is het volk van God, het land Israël het land van God en Jeruzalem de stad van God. Alle drieën zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar. Jezus Christus verklaarde in Zijn redetwist met de Farizeeën over de naleving van de Thora dat Jeruzalem de stad van de grote Koning is.

"Maar Ik zeg u, in het geheel niet te zweren: bij de hemel niet, omdat hij de troon van God is; bij de aarde niet; omdat zij de voetbank Zijner voeten is; bij Jeruzalem niet, omdat het de stad van de grote Koning is."   
Matthéüs 5:34-35

Met zijn verklaring verwijst Jezus naar de profetie van koning David in de psalmen;

"Groot is de Here en hoog te loven in de stad van onze God Zijn heilige berg. Schoon door zijn verhevenheid, een vreugde voor de ganse aarde is de berg Sion, ver in het noorden, de stad van de grote Koning. God doet in haar paleizen Zich kennen als een burcht."
Psalm 48:2-4

Jeruzalem een schaal van bedwelming voor de volken

Niet alleen de Palestijnen maar ook steeds meer landen betwisten het Bijbelse standpunt dat Jeruzalem de stad Davids is. Al deze heidense en goddeloze volken zijn niet alleen de vijanden van het Joodse volk maar ook de tegenstanders van de God van Israël. Ze eisen Jeruzalem voor henzelf op en willen de stad van God en Zijn volk Israël beroven. Nu vecht de hele wereld om Jeruzalem. Het is zo onvoorstelbaar dat we in de hele wereld bijna geen krant openslaan zonder verwijzingen naar actuele gebeurtenissen in Israël en Jeruzalem tegen te komen. Bijna meer dan de helft van alle resoluties van de Verenigde Naties gaat over het Midden-Oosten. Zonder geestelijke inzicht en Bijbelse kennis kunnen politici, media en gewone mensen uit de hele wereld het Arabisch-Israëlische conflict niet doorgronden. Ze begrijpen dat gewoon niet. Deskundigen trachten de oorzaken te achterhalen, maar hun visie strookt niet met de werkelijkheid. De Bijbel deelt hun mening helemaal niet! Er zijn zelfs maar heel weinig christenen die dankzij hun Bijbelse kennis dat wel begrijpen! De hoofdoorzaak van het huidige conflict en de reden waarom Jeruzalem door de heidenen vertrapt is, zijn geestelijk. Achter het conflict en de strijd om Jeruzalem schuilen de boze geestelijke machten die strijden tegen het volk Israël en de wederkomst van Jezus Christus. Het conflict draait om de wederkomst van de Here Jezus. De Bijbel maakt heel duidelijk dat Jezus niet zal terugkomen op aarde voordat de Joden zich opnieuw gevestigd hebben in Jeruzalem en het beloofde land. Dat is de echte situatie in de wereld waarin Hij zal terugkomen. Er is echter één persoon in het heelal die de gedachte van de wederkomst van Jezus meer dan wie ook haat en vreest. Hij kan deze gedachte niet verdragen. Die persoon is satan, de aartsvijand van God en alle mensen. Met enorme felheid en alle middelen, die hij voorhanden heeft, bestrijdt hij het Joodse volk en de wederkomst van Jezus. De duivel wil ook niet dat hij straks duizend jaar lang gebonden zal worden in een afgrond. Daarom zit hij, de werkelijke hoofdveroorzaker, achter het conflict in het Midden-Oosten.

Dat er zoveel ophef over Jeruzalem gemaakt wordt, bewijst een onlangs uitgelekte rapport van de EU-diplomaten wel, waarop aanbevelingen staan dat de EU Oost-Jeruzalem als de hoofdstad van een toekomstig Palestijnse staat zou moeten erkennen. Maar...God waarschuwt ernstig in Zijn Woord dat landen en volken geoordeeld zullen worden naar de manier waarop ze Jeruzalem en het land Israël verdelen en het Joodse volk hebben behandeld. Jeruzalem is nu een schaal der bedwelming voor alle volken geworden. Ook is Jeruzalem een steen des aanstoot geworden voor de hele wereld. Duizenden jaren geleden werd er geprofeteerd dat de volken ten strijde tegen Jeruzalem zullen trekken en de stad belegeren. Allen die Jeruzalem, de steen des aanstoot, vertrappen, zullen zich deerlijk verwonden!

"Zie, Ik maak Jeruzalem tot een schaal der bedwelming voor alle volken in het rond; ja ook tegen Juda zal het gaan bij de belegering van Jeruzalem. Te dien dage zal Ik Jeruzalem maken tot een steen, die alle natiën moeten heffen; allen die hem heffen, zullen zich deerlijk verwonden. En alle volkeren der aarde zullen zich daarheen verzamelen." 
Zacharia 12:2-3

De profetie zal zeker vervuld worden, wanneer de Arabische buurlanden (volken in het rond), de Verenigde Naties, de Verenigde Staten en de Europese Unie besluiten Israël aan te vallen en Jeruzalem te belegeren. Dan is het oordeel over deze volken en landen aangekondigd;

"...het volk en het koninkrijk, die u niet willen dienen, zullen te gronde gaan, en die volken zullen zeker verwoest worden."         
Jesaja 60:12

Laat deze tekst uit het Bijbelboek Jesaja een waarschuwing zijn voor alle natiën op aarde. De waarschuwing geldt ook voor Amerika, de EU, Rusland, China en de Verenigde Naties die Gods doel van verzoening en herstel voor Israël en Gods voorbereiding van het komende Messiaanse vrederijk op aarde tegenwerken! De Europese Unie zal zeer zeker ophouden te bestaan, als de hele unie met de Palestijnse Autoriteit samenspant om Oost-Jeruzalem aan de Palestijnen weg te geven. De geschiedenis heeft verschillende malen bewezen dat landen en volken die het Joodse volk aangedaan hadden, ten onder waren gegaan. Toen Spanje de Joden verdreef, viel het Spaanse wereldrijk uiteen. Nu is Spanje een tweederangse land binnen de EU, die kampt met de Eurocrisis, hoge werkeloosheid en economische malaise. Toen Engeland een vuile streek uithaalde door het gebied aan de oostelijke kant van de rivier de Jordaan, die aan de Joden werd beloofd, aan de Arabieren weg te geven en ook zo'n felle weerstand tegen de totstandkoming van de staat Israël bood, verloor Engeland haar overzeese gebieden en het Britse wereldrijk stortte ineen. Het overkwam Duitsland ook, toen deze land eenderde deel van de Joodse bevolking uitgeroeid had. Alle leiders, volken en landen moeten zwaar boeten voor wat zij het Joodse volk aangedaan hebben. Ook zal God de islamitische volken die tegen Israël opstaan en Jeruzalem voor de islam willen claimen, oordelen! 

Jeruzalem ondeelbaar en herenigd in het Messiaanse vrederijk

Momenteel is Jeruzalem als de hoofdstad van Israël in politieke zin herenigd. Van de geestelijke hereniging is nog steeds geen sprake. Jeruzalem is niet ondeelbaar, zolang de Messias niet terugkomt om Zijn koninkrijk te vestigen. Wat gebeurt er met Oost-Jeruzalem als de Oude Stad onder de druk van de VN, de EU, de Verenigde Staten en Rusland aan de Palestijnen weggegeven wordt? Dan zouden de Palestijnen in navolging van de Jordaniërs de Joden van Oost-Jeruzalem wegdrijven en alle Joodse heiligdommen als de Klaagmuur, synagogen en begraafplaatsen zeer zeker verwoesten en ontheiligen. Dezelfde Palestijnen hadden de Graftombe van Jozef, een van de heiligste plekken van het Jodendom, op 7 oktober 2000 verwoest. Sinds de Oslo-akkoorden werden de gebieden van Judea en Samaria aan de Palestijnen overgedragen en de christenen die vroeger de meerderheid vormden in Bethlehem en Nazareth, werden weggepest, vervolgd en vermoord. De wereld onderneemt niets en de VN spreken helemaal geen veroordeling uit over de daden van de Palestijnen! Straks zullen de VN, de EU en Amerika geen veroordeling uitspreken, als de Palestijnen Oost-Jeruzalem als hun hoofdstad van hun eigen staat maken, de Joden wegdrijven en alle Joodse heiligdommen ontwijden! Reken maar! Maar de Here God slaapt noch sluimert en zal de verdeling van Jeruzalem zeker niet toelaten. God belooft aan Israël dat Hij alle heidense volken die Jeruzalem en het land verdelen, zal oordelen. 

De tijden der heidenen zijn bijna vervuld. We zien de tekenen in deze tijd heel duidelijk. Wanneer de tijden der heidenen vervuld zullen worden en de rol van de heidense volken en wereldmachten die God en Zijn volk Israël zeer vijandig gezind zijn, uitgespeeld wordt, breekt een nieuw tijdperk aan voor Israël en de overgebleven volken die aan het oordeel van God ontsnapt zijn en genade Gods ontvangen; het duizendjarige Messiaanse vrederijk op aarde. Jeruzalem zal niet alleen op politieke en geestelijke terrein de herenigde en ondeelbare hoofdstad van Israël, maar ook van het Messiaanse vrederijk worden met Jezus Christus als de grote Koning! Jeruzalem zal ook uiteindelijk als de hoofdstad van Israël internationaal erkend en niet langer vertrapt worden. De staatshoofden en afgevaardigden van alle volken en landen zullen naar Jeruzalem gaan om zich neer te buigen voor de grote Koning. 

"Allen, die zijn overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar heentrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de Here der heerscharen, en het Loofhuttenfeest te vieren. Maar wie uit de geslachten der aarde niet naar Jeruzalem zal heentrekken om zich voor de Koning, de Here der heerscharen, neder te buigen, op hem zal geen regen vallen." 
Zacharia 14:16-17 

Het Joodse volk zal een priestervolk en een grote zegen worden voor alle volken op aarde, zoals het ook staat geschreven in de Schriften. We zijn de Joden veel dank verschuldigd. Zonder Israël zou de Heiland, Zaligmaker en Verlosser Jezus Christus niet aan het kruis voor onze zonden sterven en uit de doden opstaan! Zonder Israël is er geen verlossing voor ons meer mogelijk. Zonder Israël zou de Bijbel als onze leidraad niet bestaan. Zonder Israël zou Jeruzalem alle volken tijdens het Messiaanse vrederijk niet verenigen. Daarom is het zo belangrijk voor ons om de waarheid te erkennen van wat Jezus verklaarde tegen de Samaritaanse vrouw:"Het heil is uit de Joden." Johannes 4:22b Derek Prince schreef;"Alle volken op aarde danken al het kostbare dat er is gelegen in hun geestelijke erfenis aan de Joden. Dit geldt voor ons allemaal, of we nu Arabier zijn of Afrikaan, Aziaat of Europeaan, of van Russische, Amerikaanse  of Chinese afkomst. Jezus zegt hier dat we allemaal onze redding te danken hebben aan de Joden, en de ongeloofelijke waarde daarvan is natuurlijk niet in geld of getal uit te drukken." (8) Door Israël zijn wij medeërfgenamen van Jezus Christus. Romeinen 8:17. Daarom herinnert God de heidenen, dus niet-joden, aan de dank die ze aan de Joden verschuldigd zijn en waarschuwt hen en ons allemaal zo ernstig tegen het aannemen van een arrogante of ondankbare en vijandige houding ten opzichte van Israël. Helaas heeft de kerk tegen God zo zwaar gezondigd door een arrogante en vijandige houding tegen het volk Israël aan te nemen. Ook claimt de kerk zichzelf als het nieuwe Israël, het geestelijke Israël, hoewel deze claim onbijbels, vals en dubieus is! De zogenaamde 'vervangingstheologie', die leert dat de kerk de bevoorrechte plaats van Israël heeft ingenomen in Gods heilsplan, is eigenlijk een uiting van antisemitisme en heeft onnoemelijk schade toegebracht aan zowel het Joodse volk als de kerk. Over de kerk zal God ook zeker oordelen.

Het besluit

God verwacht van ons dat wij als bijbelgetrouwe en wedergeboren christenen het volk Israël dat door God uitverkoren heeft om tot zegen voor alle volken te worden, oprecht en daadwerkelijk liefhebben en onze verantwoordelijkheden aanvaarden om voorbede te doen voor Israël, voor Jeruzalem en voor het Joodse volk. We zijn als voorbidders geroepen om voor Israël te bidden, op het moment dat God bezig is Zijn verstrooide kinderen Israëls naar huis terug te brengen. Derek Prince die zelf als officier in het Britse leger zat, gaf een goede voorbeeld dat in militaire dienst wachtlopen een zeer grote verantwoordelijkheid is. Wie tijdens zijn wacht in slaap valt, komt zeker voor de krijgsraad. Deze ernst verwacht God ook van ons, als het gaat om onze toewijding te bidden voor de vrede van Jeruzalem. (8) Niet voor niets heeft God ons als wachters aangesteld om voor Israël en Jeruzalem te bidden. Israël beleeft in haar zeer lange en bewogen geschiedenis vele 'nachten', zware tijden van grote angst, gevaar en duisternis. De duistere machten liggen op de loer en wachten een gunstig moment af om toe te slaan door Israël te vernietigen en van de aardbodem te doen verdwijnen. Daarom roept de Bijbel ons op om in dagen maar ook in nachten - de zware tijden- Israël in gebed bij te staan en te brengen voor God. Laten de donkere tijden waar het volk Israël geregeld doorheen moet gaan, ons herinneren aan die belangrijke opdracht te bidden voor Jeruzalem!

"Op uw muren, o Jeruzalem, heb Ik wachters aangesteld, die de ganse dag en de ganse nacht nimmer zullen zwijgen. Gij, die de here indachtig maakt, gunt u geen rust. En laat Hem geen rust, totdat Hij Jeruzalem grondvest en het stelt tot een lof op aarde." 
Jesaja 62:6-7

Koning David had zo'n prachtige bedevaartslied gemaakt en gezongen voor vrede over Jeruzalem. Lees de bemoedigende en profetische teksten uit de psalmen van David en huiver en loof de Here!

"Ik was verheugd, toen men mij zeide: Laten wij naar het huis des Heren gaan. Onze voeten staan in uw poorten, o Jeruzalem. Jeruzalem is gebouwd als een stad, die WÈL SAMENGEVOEGD IS; waarheen de stammen opgaan, de stammen des Heren. Een voorschrift voor Israël is het de Naam des Heren te loven. Want daar staan de zetels ten gerichte, de zetels van het huis van David. Bidt Jeruzalem vrede toe: mogen wie u liefhebben, rust genieten; vrede zij binnen uw muur, rust in uw burchten. Om mijn broeders en mijn vrienden wil ik zeggen: vrede zij in u; om het huis van de Here, onze God, wil ik het goede voor u zoeken." 
Psalm 122:1-9

Bid voor vrede over Jeruzalem. God zegene u. Om Sions wil zal ik niet zwijgen. Shalom!

                                                        Paul

Bronnen en referenties;

(1) Infonu.Israël/nieuwsoverzicht Israël, Israel Today, CIP.nl
(2) Vervalsing van de geschiedenis van Jeruzalem, door Daniel Pipes 
(3) Eeuwige stad Jeruzalem, door Franklin ter Horst
(4) Jmpauw.nl/Bijbelstudie en archeologie
(5) Wikipedia.nl/Jeruzalem
(6) Reformatorisch Dagblad. 10-10-2008
(7) Bijbels Encyclopedie, Atlas van de Bijbel, Wereldgeschiedenis in Notedop, 
Volgend jaar in Jeruzalem, door Evert van der Poll, Wikipedia.n/Jeruzalem,
 Brabosh.com/de verwoesting van Jeruzalem door de Arabieren
(8) Wachters op de muur, door Derek Prince