vrijdag 12 april 2013

Gestolen Grond of gekochte Grond?



                                                        Door Ruud Koekkoek

Voorwoord blogger: Toen de oorlog met Gaza in 2012 uitbrak, reageerde iemand op mijn artikel "Het overzicht van de Israël-Gazaoorlog 2012" door een reactie te schrijven:"Jullie zijn de terroristen, die de Palestijnen onderdrukken en het land afgepakt hebben." Met terroristen bedoelde iemand de Joden. Blijkbaar geloofde hij alles wat hem verteld is dat de Joden het land van de Palestijnen hadden gestolen. Maar is het waar wat Palestijnen, anti-Israël activisten en media beweren? De heer Ruud Koekkoek heeft een heel interessant artikel geschreven met de vraag of de Grond, zoals we het land Israël kennen, gestolen of gekocht is. Ik laat nu het woord aan de heer Ruud Koekkoek.

Beschuldigingen ongegrond

Vaak beschuldigen volken, organisaties en individuen Israël ervan grondgebied ingenomen of gestolen te hebben. Plaatsen waar de moslims krampachtig aan vasthouden, zijn de Tempelberg, het graf van de aartsvaders in Hebron en het Graf van Jozef in Sichem (Nabloes). Deze plaatsen zijn voor Joden (bijna) ontoegankelijk.

Rabbi Yehuda bar Simon heeft gezegd dat er drie plaatsen zijn waar de volken van de wereld Israël NIET kunnen bedriegen door te beweren: Jullie zijn dieven, die oorlogsbuit in jullie handen hebben! Indien de bewering van volken, organisaties en individuen waar is dat het Graf van de aartsvaders, de Tempelberg en het Graf van Jozef door de Joden van de moslims gestolen zijn, waar zijn dan bewijzen van diefstal? Echter kunnen de volken volgens rabbi Yehuda bar Simon niet aantonen dat de drie heiligste plekken gestolen zijn. Hoe is de geschiedenis van deze plaatsen beschreven?

Het Graf van de aartsvaders

Abraham zei tegen de Hethieten in het huidige Hebron:

"Ik ben een vreemdeling en inwoner bij u; geeft mij een erfbegrafenis bij u, opdat ik mijn dode van voor mijn aangezicht begrave."
Genesis 23:4 (Statenvertaling)

De Hethieten waren graag bereid Abraham een stuk grond te geven waar hij zijn overleden vrouw Sara kon begraven. Maar Abraham wilde per se een eigen graf voor zijn vrouw hebben. Hij stond erop dat hij het stuk grond voor de volle prijs zou kopen.

"En Efron antwoordde Abraham, zeggende tot hem: Mijn heer! hoor mij; een land van vierhonderd sikkelen zilvere, wat is dat tussen mij en tussen u? Begraaf slechts uw dode. En Abraham luisterde naar Efron; en Abraham woog Efron het geld, waarvan hij gesproken had voor de oren van de zonen Heths, vierhonderd sikkelen zilvers, onder den koopman gangbaar. Alzo werd de akker van Efron, die in Machpéla was, dat tegenover Mamre lag, de akker en de spelonk, die daarin was, en al het geboomte, dat op den akker stond, dat rondom in zijn ganse landpale was gevestigd, aan Abraham tot een bezitting, voor de ogen van de zonen Heths, bij allen, die tot zijn stadspoort ingingen."
Genesis 23:14-18 (Statenvertaling)

Genesis 23; Grot van Machpélah
Machpélah in Hebron
Het is niet toevallig dat Abraham juist deze grot van Machpéla wilde kopen. Volgens de overlevering werden in deze grot niet alleen Abraham en Sara, Izaäk en Rebekka en Jacob en Lea begraven, maar lagen hier ook al Adam en Eva begraven. In ieder geval hebben we in Genesis het overtuigende eigendomsbewijs van de grot van Machpéla; de grot is voor veel geld verkocht aan Abraham en het is het graf van Abraham, Izaäk en Jacob.

De Tempelberg

Het tweede stuk grond dat voor veel geld is gekocht, is de Tempelberg. David liet een volkstelling houden. Dat was toegestaan onder voorwaarde dat iedereen die geteld werd, een vast bedrag aan de HEERE zouden afstaan.

"Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: Als gij de som van de kinderen Israëls opnemen zult, naar de getelden onder hen, zo zullen zij een ieder de verzoening zijner ziel den HEERE geven, als gij hen tellen zult; opdat onder hen geen plage zij, als gij hen tellen zult. Dit zullen zij geven, al die tot de getelden overgaat, de helft eens sikkels, naar den sikkel des heiligdoms (deze sikkel is twintig gera); de helft eens sikkels is een hefoffer den HEERE. Al wie overgaat tot de getelden, van twintig jaren oud en daarboven, zal het hefoffer des HEEREN geven. De rijke zal het niet vermeerderen, en de arme zal het niet verminderen van de helft des sikkels, als gij het hefoffer des HEEREN geeft om voor uw zielen verzoening te doen. Gij dan zult het geld der verzoeningen van de kinderen Israëls nemen, en zult het leggen tot den dienst van de tent der samenkomst; en het zal den kinderen Israëls ter gedachtenis zijn, voor het aangezicht des HEEREN, om voor uw zielen verzoening te geven."
Exodus 30:11-16 (Statenvertaling)

Het praktische voordeel van deze regeling is dat iedereen van twintig jaar en ouder hetzelfde muntje zou betalen, waarna eenvoudig het aantal munten geteld kon worden. De leeftijdsgrens van twintig jaar geeft aan dat iemand onder de twintig geen dienst hoeft te doen in het Israëlische leger. Hij wordt niet bij de mannen geteld. David gaf opdracht om een volkstelling te houden. Joab, de opperbevelhebber van het leger, was ertegen en vroeg aan David:

"...maar waarom heeft mijn heer de koning lust tot deze zaak?" Doch des konings woord nam de overhand tegen Joab... En Davids hart sloeg hem, nadat hij het volk geteld had; en David zeide tot de HEERE: Ik heb zeer gezondigd in hetgeen ik gedaan heb; maar nu, o HEERE, neem toch de misdaad Uws knechts weg, want ik heb zeer zottelijk gedaan.

Toen gaf de HEERE een pestilentie in Israël, van den morgen af tot den gezetten tijd toe; en er stierven van het volk, van Dan tot Ber-séba toe, zeventig duizend mannen. Toen nu de engel zijn hand uitstrekte over Jeruzalem, om haar te verderven, berouwde het den HEERE over dat kwaad.."
2 Samuël 24 (Statenvertaling)

Nu wordt het spannend. David heeft zwaar gezondigd , dat is ook te zien aan het grote aantal doden dat valt, en het ligt in Gods bedoeling om te stoppen:

"..en Hij zeide tot den engel, die het verderf onder het volk maakte: Het is genoeg, trek uw hand af."

David is zich terdege bewust van zijn falen, zijn zonde en hij wil een altaar voor de HEERE bouwen. De profeet Gad gaf David opdracht om naar de dorsvloer van de Jebusiet Arauna te gaan om daar een altaar voor de HEERE te bouwen. David ging "naar boven" en toen Arauna de koning met zijn gevolg zag naderen, ging hij hem tegemoet en knielde voor hem neer. David vertelde hem dat hij de dorsvloer wilde kopen om een altaar voor de HEERE te bouwen, zodat het volk van de pest zou worden verlost. En nu krijgen we een situatie die nog verder gaat dan bij de grot van Machpéla: niet alleen de grond wordt gratis aangeboden, maar ook de runderen worden gratis aangeboden voor het brandoffer. En hier weigert David met de prachtige woorden:

"Neen, maar ik zal het zekerlijk van u kopen voor den prijs; want ik zal den HEERE, mijn God, niet offeren brandofferen om niet."

En David kocht de dorsvloer en de runderen voor vijftig sikkels zilver. Dit is in tegenspraak met I Kronieken 21:25, waar staat: David betaalde Ornan zeshonderd sikkel goud voor het terrein. De verklaring hiervoor is dat David vijftig sikkel aan elke stam vroeg. In iedere geval staat ook hier het overtuigende bewijs dat de offerplaats na een flinke betaling in eigendom is overgegaan naar koning David. Als u de volgende twee teksten met elkaar vergelijkt, dan ziet u dat de dorsvloer van Arauna, die David had gekocht, en waar de engel van de HEERE voor hem was verschenen, dezelfde plaats is waar later zijn zoon Salomo de Tempel voor de HEERE bouwde.

"Als David zijn ogen ophief, zo zag hij den engel des HEEREN, staande tussen de aarde en tussen den hemel, met zijn uitgetrokken zwaard in zijn hand, uitgestrekt over Jeruzalem.."
1 Kronieken 21:16 (Statenvertaling)

"En Sálomo begon het huis des HEEREN te bouwen te Jeruzalem, op den berg Moría, die zijn vader David gewezen was, in de plaats, die David toebereid had, op den dorsvloer van Ornan, den Jebusiet."
2 Kronieken 3:1 (Statenvertaling)

3D model Tempel van Salomo
3D model Tempel van Herodes
Abraham offerde zijn zoon Izaäk
op de berg Moría

Rashi verklaart "op de berg Moría" als volgt: omdat de Heilige, geprezen zij Hij, aan David verscheen op de dorsvloer van Ornan toen de pest ophield, en dat is de Berg Moría, de plaats van David. Waarvan kennen we deze berg Moría? Het is de plaats waar Abraham zijn zoon Izaäk moest offeren.

Het Graf van Jozef

Toen Jozef zijn levenseinde voelde naderen, liet hij zijn broers zweren dat ze zijn lichaam zouden meenemen als God zich hun lot zou aantrekken.

"En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik sterf; maar God zal u gewisselijk bezoeken, en Hij zal u doen optrekken uit dit land, in het land, hetwelk Hij Abraham, Izak en Jakob gezworen heeft. En Jozef deed de zonen van Israël zweren, zeggende: God zal u gewisselijk bezoeken, zo zult gij mijn beenderen van hier opvoeren! En Jozef stierf, honderd en tien jaren oud zijnde; en zij balsemden hem, en men legde hem in een kist in Egypte."
Genesis 50:24-26 (Statenvertaling)

Nadat Jozef honderden jaren in zijn sarcofaag had liggen 'wachten', werd hij door Mozes meegenomen op de lange tocht door de woestijn. Er waren grote bijzonderheden tijdens de tocht door de woestijn: er was dagelijks voldoende water en voldoende brood, overdag werden ze tegen de felle zon beschermd door een wolk en 's nachts werden ze bijgelicht door een vuur. En tot overmaat van ramp hadden ze al die jaren de beenderen van Jozef bij zich.

"En Mozes nam de beenderen van Jozef met zich; want hij had met een zware eed de kinderen Israëls bezworen, zeggende: God zal ulieden voorzeker bezoeken; voert dan mijn beenderen met ulieden op van hier!"
Exodus 13:19 (Statenvertaling)

Toen het volk in het land was aangekomen, werd Jozef herbegraven in zijn eigen graf in een stuk land dat met geld gekocht was van de zonen van een zekere Chamor (Hemor).

"Zij begroeven ook de beenderen van Jozef, die de kinderen Israëls uit Egypte opgebracht hadden, te Sichem, in dat stuk velds, hetwelk Jakob gekocht had van de kinderen van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds, want zij waren aan de kinderen van Jozef ter erfenis geworden."
Jozua 24:32 (Statenvertaling)


De Tombe van Jozef 1899
Wie had het stuk land van de zonen van Chamor gekocht? Dat was aartsvader Jakob, die van God de naam Israël had gekregen.

"En Jakob kwam behouden tot de stad Sichem, welke is in het land Kanaän, als hij kwam van Paddan-Aram; en hij legerde zich in het gezicht der stad. En hij kocht een deel des velds, waarop hij zijn tent gespannen had, van de hand der zonen van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds. En hij richtte aldaar een altaar op, en noemde het: De God Israëls is God!"
Genesis 33:18-20

Het is treurig dat deze drie genoemde plaatsen die historisch erfgoed van het Joodse volk zijn, worden beklad en vernield, en dat de historische Joodse aanwezigheid ontkend wordt. En de wereld is gehuld in stilzwijgen.

                                                                                                       Ruud Koekkoek


Nawoord blogger: De wereld zweeg toen de Palestijnen op 7 oktober 2000 het Graf van Jozef in Nabloes (Sichem) vernietigd hadden. Volgens de Oslo Akkoorden zou de heilige plaats van het Jodendom onder Israëlisch beheer blijven en toegankelijk voor Joodse pelgrims. In deze schokkende video kunt u zien hoe de moslims de Graftombe van Jozef, één van de heilige plekken van het Joodse volk, verwoest hadden. 


De moslims schreeuwen om moord, brand en heiligschennis, als een van hun heiligdommen vernield wordt door 'ongelovigen'. Ze eisen ook van ons dat we respect moeten tonen voor hun islamitische 'heiligdommen.' Maar zelf tonen zij helemaal géén respect voor Joodse en christelijke heiligdommen!! Het is bekend dat Joodse en christelijke heiligdommen in het Midden-Oosten ontheiligd zijn door de moslims. Wat de Palestijnen met de Graftombe van Jozef hadden gedaan, was schaamteloos, weerzinwekkend en brutaal. Hun daad vloeit voort uit pure Jodenhaat. Nog erger: de houding van de internationale gemeenschap die niets heeft geprotesteerd tegen de verwoesting van het Joodse heiligdom, is zéér lafhartig. Eigenlijk stemt de wereld in met de daad van de Palestijnen. U kent wel een spreekwoord: wie zwijgt, stemt toe. De Palestijnen beweren dat de Joodse Tempel nooit in Jeruzalem heeft gestaan. Maar de Romeinse historicus Tacitus (56-117 na chr.) vermeldt echter in zijn beroemde Annalen dat er wel een Joodse Tempel in Jeruzalem heeft gestaan! Ook zijn er historische, niet-bijbelse bronnen die het bestaan van de Joodse Tempel kunnen bevestigen. Beste lezer, u weet waarschijnlijk niet dat tijdens de renovatie van de moskeeën op de Joodse Tempelberg hadden de Palestijnen het puin op de vuilnisbelt tussen Jeruzalem en Ma'ale Adumim gestort. In het puin dat op de vuilnisbelt werd gedumpt, bleken archeologische vondsten die het bestaan van de Joodse Tempel bewijzen, te zijn!! "Wat we in het puin hebben gevonden, bewijst het Joodse verleden en de Tempel in Jeruzalem, wat de moslims in het afval willen verbergen,"vertelde een archeoloog verontwaardigd. De Palestijnen willen inderdaad bewijzen van het bestaan van de Joodse Tempel verdoezelen. De Palestijnen kunnen hun claim op het land niet hardmaken. Daarom is de Palestijnse claim op het land en de stad Jeruzalem vals en onwettig.

Jeruzalem en het land zijn al duizenden jaren eigendommen van het Joodse volk. De internationale gemeenschap denkt er anders over en vindt dat Jeruzalem, het land en alle Joodse heiligdommen aan de Palestijnen toegewezen moeten worden. Maar...boven alle internationale wetten verheven, staan Gods wetten. En boven alle landverdelingen geldt Gods verdeling van het land. God heeft de aarde geschapen en Hij heeft het recht om land toe te wijzen aan een volk! God gaf Israël het land van andere volken. Dat heeft Hij onder ede gezworen!

"En de HEERE zeide tot hem (Mozes): Dit is het land, dat Ik Abraham, Izak en Jakob gezworen heb, zeggende: Aan uw zaad zal Ik het geven!"
Deuteronomium 34:4 (Statenvertaling)

"Hij heeft de kracht Zijner werken Zijn volk bekend gemaakt; hun gevende de erve der heidenen."
Psalm 111:6 (Statenvertaling)

God heeft het erfdeel van de heidenen aan Zijn volk Israël gegeven, dan hebben de heidenen, zowel Palestijnen als andere volken, daar niets meer te erven! Al willen Nederland, de internationale gemeenschap, de Kerk en de moslims niets van Gods bepaling weten. Eigenlijk weerstaan ze Gods bepaling. Maar Gods wet en bepaling zijn nog steeds van kracht! Gezien het feit hebben de Joden de Tempelberg, de grot van Machpéla en de Graftombe van Jozef NOOIT verkocht, zoals staat geschreven in de Schrift:

"Doch het veld van de voorstad hunner steden zal NIET verkocht worden; want het is een EEUWIGE BEZITTING voor hen."
Leviticus 25:34 (Statenvertaling)

Het land dat in het bezit van het Joodse volk is, is niet tijdelijk, maar voor altijd en eeuwig!! Of de Kerk die krampachtig vastklampt aan de valse en onbijbelse vervangingstheologie, de moslims die krampachtig vasthouden aan drie heiligste plekken van het Joodse volk, en de internationale gemeenschap die Israël voortdurend onder druk zet om land te geven in ruil voor de vrede, wel of niet accepteren, al vinden ze het helemaal niet leuk!! Christenen, moslims en andere volken hebben NIET het recht om het land en de stad Jeruzalem te claimen en hen in bezit te nemen, wat niet van hen is! Anders komt het neer op pure diefstal en onrechtmatige onteigening. De Bijbel maakt alle mensen duidelijk: 

"GIJ ZULT NIET STELEN!"
Exodus 20:15

Al de verhalen dat de Joden het land van de Palestijnen zouden hebben gestolen, zijn niets anders dan klinkklare leugens. Vergeet ook niet dat het land Israël EIGENDOM VAN GOD is (lees: Joël 3:2)!! Om Sions wil zal ik niet zwijgen. God zegene u.

                                                                                                 Paul Parker

Het auteursrecht van dit artikel ligt bij de blogger, AMI de heer Ruud Koekkoek. Zonder toestemming van blogger Paul zijn vermenigvuldiging, eigen gebruik en publicatie in een ander blog of website verboden.

Geen opmerkingen: