zondag 1 april 2012

Jezus voor het Sanhedrin. Deel 2




                                                                                   Door Arthur U. Michelson


                                           Alle Bijbelteksten komen uit de Statenvertaling 

Wie is de Messias? 


Aan Eva had God beloofd dat de Messias het "Zaad van de vrouw" zou zijn, en dit is vervuld door Zijn geboorte uit een maagd, zoals we lezen in Jesaja 7:14:


"Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam Immanuel heten."


Immanuel betekent: God mét ons!


De rabbijnen hebben dit Schriftwoord zó verklaard, alsof  het geen betrekking had op de Messias, maar op Hizkia, de zoon van koning Achaz. Daarom zeggen zij dat Matthéüs het in zijn Evangelie ten onrechte betrok op Jezus. (Matthéüs 1:23) Zij vertalen het woord "almah" niet door "maagd"maar door "jonge vrouw". 


Dode Zee rollen: De grote Jesaja boekrol
Laten wij in Jesaja 7 nagaan in welke omstandigheden Achaz, de koning van Juda, verkeerde toen God hem dit teken gaf. Hij werd aangevallen door de koning van Syrië en de koning van Israël (700 v. Chr.). Bevreesd tegenover deze vereende machten het onderspit te zullen delven, besloot Achaz de hulp in te roepen van de koning van Assyrië. Hij begreep heel goed dat het koninkrijk Juda hiermee zijn onafhankelijkheid zou verliezen, maar de troon van David zou dan tenminste bewaard blijven voor algehele ondergang. Zo overlegde Achaz in zijn ongeloof! Toen zond God de profeet Jesaja tot hem met de boodschap dat hij niet hoefde te vrezen voor de twee koningen die tegen hem optrokken om Jeruzalem te veroveren. Waar Achaz als nakomeling van David uit Juda stamde, hoefde hij niet te vrezen. Had God niet beloofd dat de scepter niet van Juda zou wijken vóórdat Silo kwam? En de Messias was nog niet gekomen! Daarom had Achaz zich veilig moeten voelen, maar hij beefde "zoals bomen van het woud beven voor de wind" (Jesaja 7:2), omdat hij geen geloof had. Nu herhaalde God voor hem de belofte die Hij eens aan Adam en Eva had gegeven over het "Zaad van de vrouw", maar nu veel duidelijker (Jesaja 7:14). 


Eerst sprak God tot Achaz:"Vraag Mij om een teken."Toen de koning dit in zijn ongeloof weigerde, zei Jesaja:"Daarom zal de Heer Zelf u een teken geven: Zie, de maagd zal zwanger worden en een Zoon baren." Met andere woorden:"Ofschoon gij, o koning, niet gelooft dat God de troon van David voor ondergang zal bewaren totdat de Messias komt, toch zal dit geschieden. Hij zal Zijn belofte over het "Zaad van de vrouw" en over de "scepter van Silo" in vervulling doen gaan. Ofschoon gij geen teken wenst, tóch zal God het geven in de maagdelijke geboorte van de Messias, het grootste teken dat de wereld ooit heeft aanschouwd!"


Is het niet alsof God zich bij Achaz' weigering van hem afwendde om zich verder te richten tot "het huis van David" (Jesaja 7:13)? Het is of Hij wilde zeggen:"Vreest niet, de twee koningen zullen de Davidstroon niet omverwerpen, want Mijn Gezalfde zal geboren worden uit een maagd en eens zal de scepter rusten in Zijn hand."


Jesaja vervolgde zijn profetie over de Messias met de verheven woorden:


"Het volk, dat in duisternis wandelt, zal een groot Licht zien; degenen, die wonen in het land van de schaduw des doods, over dezelve zal een Licht schijnen."
Jesaja 9:1 (Statenvertaling)


Dit Licht is de Zoon van David, geboren uit een maagd, de Immanuël, bestemd voor de troon van David, die tijdens Jesaja werd ingenomen door een ongelovig koning als Achaz. Deze Immanuël is de hope Gods, de hope Israëls! De profeet gaat verder:


"Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst; Der grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon van David en in Zijn koninkrijk, om dat te bevestigen, en dat te sterken met gericht en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver des HEEREN der heirscharen zal zulks doen."
Jesaja 9:5-6 (Statenvertaling)


Jesaja schreef over de geboorte van de Messias
Aan de profeet Micha, een tijdgenoot van Jesaja, openbaarde God de geboorteplaats van de Messias. Hij profeteerde: 


"En gij , Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israël, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid."
Micha 5:1 (Statenvertaling)


Toen Matthéüs in zijn Evangelie Jesaja 7:14 betrok op de maagdelijke geboorte van Jezus, was hij door zijn vervulling met de Heilige Geest in staat de profetie van het Oude Testament (Tenach) op juiste wijze te verklaren. (Matthéüs 1:23) Het Hebreeuwse woord "almah" werd correct vertaald door "maagd". In zes andere passages van het Oude Testament komt dit woord "almah" voor in de betekenis van "reine, ongehuwde jonge vrouw" (Genesis 24:43, Exodus 2:8, Psalm 68:26, Spreuken 30:19, Hooglied 1:3, 6, 8. Het woord maagd komt in de betrouwbare Statenvertaling voor). Als wij deze gedeelten nalezen, vinden we overal dat "almah" eenvoudig "maagd" betekent. Daarom hoeven wij niet te twijfelen aan de uitspraak van de profeet:"Zie, een maagd zal zwanger worden en een Zoon baren." Als het een getrouwde vrouw was geweest, zou het immers geen wonder, geen "teken" geweest zijn. Dit "teken" moest juist bewijzen "dat bij God alle dingen mogelijk zijn." 


Tenslotte willen wij nog wijzen op de Septuaginta. Omstreeks 275 v. Chr. kwamen te Alexandrië tweeënzeventig Joodse mannen bijeen en zij vertaalden de Tenach, het Oude Testament, van het Hebreeuws in het Grieks. In deze Septuaginta is "almah" vertaald met "Parthenos", wat betekent: reine maagd. In de eerste christengemeenten gebruikte men deze vertaling tegenover de vijandige Joden, die dan wel moesten erkennen dat Immanuël het Kind moest zijn van een "Parthenos", een maagd in de ware betekenis van het woord. In de Syrische vertaling uit de eerste helft van de tweede eeuw nam men voor "almah" het woord "Bethulah" wat niets anders betekent. 


Oud-Testamentische profetieën en hun letterlijke vervulling in het Nieuwe Testament


De boekrol
Laten wij nu enige van de Oud-Testamentische profetieën over de beloofde Messias vergelijken met hun historische vervulling, beschreven in het Nieuwe Testament: 


Profetie: Jesaja 7:14:


"Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam Immanuël heten."


Hier openbaarde God ons de Naam van de Messias en beantwoordde Hij de vraag gesteld in Spreuken 30:4:


"Wie is ten hemel opgeklommen, en nedergedaald? Wie heeft den wind in Zijn vuisten verzameld? Wie heeft de wateren in een kleed gebonden? Wie heeft al de einden der aarde gesteld? Hoe is Zijn Naam, en hoe is de Naam Zijns Zoon, zo gij het weet?"


Vervulling: Matthéüs 1:20-25:


 "En alzo hij deze dingen in den zin had, ziet, de engel des Heeren verscheen hem in den droom, zeggende: Jozef, gij zoon Davids! Wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; want hetgeen in haar ontvangen is, dat is uit den Heilige Geest. En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. En dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden, hetgeen van den Heere gesproken is, door den profeet, zeggende: Ziet, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten Immanuël; hetwelk is, overgezeet zijnde, God met ons. Jozef dan, opgewekt zijnde van den slaap, deed, gelijk de engel des Heeren hem bevolen had, en heeft zijn vrouw tot zich genomen; En bekende haar niet, totdat zij dezen haar eerstgeboren Zoon gebaard had; en heette Zijn naam JEZUS."


Commentaar blogger:"De oude term "bekende haar niet" betekent letterlijk: geen geslachtsgemeenschap met haar. In de NBG-vertaling lezen we ook: En hij had geen gemeenschap met haar.. Maar het woord "eerstgeboren" is echter uit de NBG-vertaling weggelaten en komt ook niet in de NBV voor, terwijl de Statenvertaling heel juist belangrijk vermeldt dat Jezus de eerstgeborene is. Na de geboorte van Jezus hebben Jozef en Maria wel gemeenschap met elkaar en aantal kinderen verwekt. Het bewijs vinden we in Matthéüs 12:46-47 dat Jezus broers heeft. Waarom het woord "eerstgeboren" niet in de NBG- en NBV vertalingen vermeldt wordt, willen de corrupte vertalers de indruk wekken dat Maria na de maagdelijke geboorte van Jezus nog altijd "de maagd" is. Het opzettelijk weglaten van het woord "eerstgeboren" heeft veel te maken met de onbijbelse en heidense Maria-verering."


Profetie: Micha 5:1:


"En gij, Bethlehem Efratha! Zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israël, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid."


Vervulling: Lukas 2:4-7:


"En Jozef ging ook op van Galiléa, uit de stad Názareth, naar Judéa, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt, omdat hij uit het huis en geslacht van David was; om beschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, welke bevrucht was. En het geschiedde, als zij daar waren dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zou. En zij baarde haar eerstgeboren Zoon.."


Profetie: Hosea 11:1


"Als Israël een kind was, toen heb Ik hem liefgehad, en Ik heb Mijn Zoon uit Egypte geroepen."


Vervulling: Matthéüs 2:13-21


"...ziet, de engel des Heeren verschijnt Jozef in den droom, zeggende: Sta op, en neem tot u het Kindeke en Zijn moeder, en vlied in Egypte, en wees aldaar, totdat ik het u zeggen zal; want Heródes zal het Kindeke zoeken, om Hetzelve te doden. Hij dan opgestaan zijnde, nam het Kindeke en Zijn moeder tot zich in den nacht, en vertrok naar Egypte; En was aldaar tot den dood van Heródes; opdat vervuld zou worden hetgeen van den Heere gesproken is door den profeet, zeggende: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen. Als Heródes zag, dat hij van de wijzen bedrogen was, toen werd hij zeer toornig, en enigen afgezonden hebbende, heeft omgebracht al de kinderen, die binnen Bethlehem, en in al deszelfs landpalen waren, van twee jaren oud en daaronder, naar den tijd dien hij van de wijzen naarstiglijk onderzocht had. Toen is vervuld geworden, hetgeen gesproken is door den profeet Jeremia, zeggende: Een stem is in Rama gehoord, geklag, geween en veel gekerm; Rachel beweende haar kinderen, en wilde niet vertroost wezen, omdat zij niet zijn! Toen Heródes nu gestorven was, ziet, de engel des Heeren verschijnt in Jozef in den droom, in Egypte. Zeggende: Sta op, neem het Kindeke en Zijn moeder tot u, en trek in het land Israëls; want zij zijn gestorven, die de ziel van het Kindeke zochten. Hij dan, opgestaan zijnde, heeft tot zich genomen het Kindeke en Zijn moeder, en is gekomen in het land Israëls."


Profetie: Zacharia 9:9


"Verheug u zeer, gij dochter Sions! Juich, gij dochter Jeruzalems! Ziet, uw Koning zal u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm, en rijdende op een ezel, en op een veulen, een jong der ezelinnen."


Commentaar blogger:"Let wel goed op de tekst 'Hij is een Heiland'. In de NBG-vertaling komt deze belangrijke vermelding niet voor, terwijl de zeer betrouwbare Statenvertaling wel juist een verwijzing maakt naar de persoon Jezus Christus. Jezus Christus, Yeshua HaMasjiach, is onze Heiland!"


De intocht van de Messias-Koning in Jeruzalem.
Geschilderd door Larissa lando
Vervulling: Matthéüs 21:4-11


"Dit alles nu is geschied, opdat vervuld worde, hetgeen gesproken is door den profeet, zeggende: Zegt der dochter Sions: Zie, uw Koning komt tot u, zachtmoedig en gezeten op een ezelin en een veulen, zijnde een jong ener jukdragende ezelin. En de discipelen heengegaan zijnde, en gedaan hebbende, gelijk Jezus hun bevolen had, brachten de ezelin en het veulen, en legden hun klederen op dezelve, en zetten Hem daarop. En de meeste schare spreidden hun klederen op den weg, en anderen hieuwen takken van de bomen, en spreidden ze op den weg. En de scharen, die voorgingen, en die volgden, riepen, zeggende: Hosanna, de Zoon Davids! Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste hemelen! En als Hij te Jeruzalem inkwam, werd de gehele stad beroerd, zeggende: Wie is Deze? En de scharen zeiden: Deze is Jezus, de Profeet van Nazareth in Galilea."


Profetie: Jesaja 50:6


"Ik geef Mijn rug degenen, die Mij slaan, en Mijn wangen degenen, die Mij het haar uitplukken; Mijn aangezicht verberg Ik niet voor smaadheden en speeksel." 


Vervulling: Matthéüs 26:67-68


"Toen spuwden zij in Zijn aangezicht, en sloegen Hem met vuisten. En anderen gaven Hem kinnebakslagen, zeggende: Profeteer ons, Christus, wie is het, die U geslagen heeft?"


Profetie: Zacharia 11:12-13


"Want Ik had tot henlieden gezegd: Indien het goed is in uw ogen, brengt Mijn loon, en zo niet, laat het na. En zij hebben Mijn loon gewogen, dertig zilverlingen. Doch de HEERE zeide tot Mij: Werp ze henen voor de pottenbakker: een heerlijk prijs, dien Ik waard geacht ben geweest van hen! En Ik nam die dertig zilverlingen, en wierp ze in het huis des HEEREN, voor de pottenbakker."


Vervulling: Matthéüs 27:3-8


"Toen heeft Judas, die Hem verraden had, ziende, dat Hij veroordeeld was, berouw gehad, en heeft de derig zilveren penningen de overpriesters en de ouderlingen werdergebracht, zeggende: Ik heb gezondigd, verradende het onschuldig bloed! Maar zij zeiden: Wat gaat ons dat aan? Gij moogt toezien. En als hij de zilveren penningen in de tempel geworpen had, vertrok hij, en heengaande, verworgde zichzelve. En de overpriesters, de zilveren penningen nemende, zeiden: Het is niet geoorloofd, dezelve in de offerkist te leggen, dewijl het een prijs des bloeds is. En te zamen raad genomen hebbende, kochtenzij daarmede de akker des pottenbakkers, tot een begrafenis voor de vreemdelingen. Daarom is die akker genaamd de akker des bloeds, tot op de huidige dag."


Profetie: Psalm 22:17-19


"Want honden hebben Mij omsingeld; een vergadering van boosdoeners heeft Mij omgeven; zij hebben Mijn handen en Mijn voeten doorgraven (andere vertaling: doorboren). Al Mijn beenderen zou Ik kunnen tellen; zij schouwen het aan, zij zien op Mij. Zij delen Mijn klederen onder zich, en werpen het lot over Mijn gewaad."


Vervulling: Johannes 19:23-24


"De krijgsknechten dan, als zij Jezus gekruist hadden, namen Zijn klederen, en maakten vier delen, voor elke krijgsknecht een deel) en de rok. De rok nu was zonder naad, van boven af geheel geweven. Zij dan zeiden tot elkander: Laat ons die niet scheuren, maar laat ons daarover loten, wiens die zijn zal; opdat de Schrift vervuld worde, die zegt: Zij hebben Mijn klederen onder zich verdeeld en over Mijn kleding hebben zij het lot geworpen. Dit hebben dan de krijgsknechten gedaan."


Profetie: Psalm 69:34


"Ja, zij hebben Mij gal tot Mijn spijs gegeven; en in Mijn dorst hebben zij Mij edik te drinken gegeven."


Vervulling: Matthéüs 27:34


"Gaven zij Hem te drinken edik (andere vertaling: azijn) met gal gemengd; en als Hij dien gesmaakt had, wilde Hij niet drinken."


Profetie: Exodus 12:46


"In een huis zal het gegeten worden; gij zult van het vlees niet buiten uit het huis dragen, en gij zult geen been daaraan breken."


Profetie: Psalm 34:21


"Hij bewaart al Zijn beenderen; niet één van die wordt gebroken."


Vervulling: Johannes 19:33-36


"Maar komende tot Jezus, als zij zagen dat Hij nu gestorven was, zo braken zij Zijn benen niet. Maar een der krijgsknechten doorstak Zijn zijde met een speer, en terstond kwam er bloed en water uit. En die het gezien heeft, die heeft het getuigd, en zijn getuigenis is waarachtig; en hij weet, dat hij zegt, hetgeen waar is, opdat ook gij geloven moogt. Want deze dingen zijn geschied, opdat de Schrift vervuld worde: Geen been van Hem zal verbroken worden."


Profetie: Psalm 22:2


"Min God, Mijn God! waarom hebt Gij Mij verlaten, verre zijnde van Mijn verlossing, van de woorden Mijn brullens (andere vertaling: jammerklacht)?"


Vervulling: Matthéüs 27:46-50


"En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI, ELI, LAMA SABACHTANI! dat is: Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten! En sommigen van die daar stonden, zulks horende, zeiden: Deze roept Elias. En terstond een van hen toelopende, nam een spons, en die met edik gevuld hebbende, stak ze op een rietstok, en gaf Hem te drinken. Doch de anderen zeiden: Houd op, laat ons zien, of Elias komt, om Hem te verlossen. En Jezus, wederom met een grote stem roepende, gaf de geest."


Profetie: Psalm 16:10


"Want gij zult Mijn ziel in de hel niet verlaten; Gij zult niet toelaten, dat Uw Heilige de verderving zie."


Vervulling: Matthéüs 28:5-6


"Maar de engel, antwoordde, zeide tot de vrouwen: Vreest gijlieden niet; want ik weet, dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd was. Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft. Komt herwaarts, ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft."


Het graf van Jezus is leeg
Profetie: Psalm 110:1


"De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten."


Vervulling: Markus 16:19


"De Heere dan, nadat Hij tot hen gesproken had, is opgenomen in de hemel, en is gezeten aan de rechterhand Gods."


Profetie: Zacharia 12:10


"Doch over het huis Davids, en over de inwoners van Jerzualem, zal Ik uitstorten de Geest der genade en der gebeden; en zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als met de rouwklage over een enige zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterheid kermt over een eerstgeborene."


Vervulling: Handelingen 1:10-11


"En alzo zij hun ogen naar de hemel hielden, terwijl Hij heenvoer, ziet, twee mannen stonden bij hen in witte kleding; Welke ook zeiden: Gij Galilése mannen, wat staat gij en ziet op naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien heenvaren."


Bovenstaande Schriftgedeelten bewijzen dat Jezus waarlijk de beloofde Messias is.


                                                                       Wordt vervolgd


Om Sions wil zal ik niet zwijgen. God zegene u.


                                                                       Paul


Het auteursrecht van dit artikel ligt bij Arthur U. Michelson en de blogger. Zonder toestemming van blogger Paul zijn vermenigvuldiging, eigen gebruik en publicatie in een ander blog verboden.





Geen opmerkingen: