Pagina's

woensdag 3 juli 2013

Het verraad van Carter en Obama


Obama's erfenis van Carter's politiek

In verband met de onrust in Egypte is het van groot belang om een artikel te lezen hoe de huidige president Barack Obama de politieke erfenis heeft gekregen in zijn beleid ten aanzien van het Midden-Oosten. Dat de Amerikaanse president Barack Obama de fatalistische politiek van zijn voorganger Jimmy Carter heeft geerfd, is niet verrassend. Beiden zijn lid van de Democratische Partij. Ze hebben met heel veel dingen gemeen. Zowel Jimmy Carter als Barack Obama bedrijven dezelfde politiek, die verwoestende gevolgen heeft voor de veiligheid van de wereld, in het bijzonder het Midden-Oosten. Beide heren hebben de lont in het kruitvat gelegd dat het de wereld tot ontploffing kan brengen. Niet het islamitische extremisme maar de politiek van Jimmy Carter en zijn geesteskind Barack Obama is de oorzaak van de alsmaar groter wordende instabiliteit van de wereld. Zonder bemoeienissen van Carter en Obama zouden de moslimextremisten waarschijnlijk geen kans krijgen om een revolutie te ontketenen en naar de macht te grijpen. Dankzij Carter en Obama is het islamitische extremisme een grote bedreiging voor de hele wereld geworden.

President Barack Obama (links) praat met voormalige
president Jimmy Carter
Israel Today heeft een heel interessante en verhelderende artikel, geschreven door dr. Avshalom Kapach, gepubliceerd waarin staat te lezen hoe Carter en Obama hun trouwste bondgenoten hebben verraden en overgeleverd aan de islamitische wolven.

De verraderlijke rol van Carter in de Iraanse Revolutie van 1979

Jimmy Carter, de 39ste president van de Verenigde Staten, democraat en winnaar van de Nobelprijs voor Vrede, won in 1976, kort na de Watergate-affaire, de Amerikaanse verkiezingen. De mensenrechten en gerechtigheid zouden de speerpunten van zijn nieuwe beleid moeten worden. In die tijd werd Iran geregeerd door sjah Reza Pahlavi, een trouwe bondgenoot van de Verenigde Staten. De toenmalige en alom gerespecteerde minister van Buitenlandse Zaken, Henry Kissinger, zag in Iran een 'oase van stabiliteit in een turbulente regio.' Vanwege de nauwe banden met de VS en de door hen geleverde technologie werd Iran de zesde militaire macht ter wereld. De sjah feliciteerde Carter met de verkiezingsuitslag, maar een reactie daarop vanuit de Verenigde Staten liet op zich wachten. De sjah werd pas een jaar later uitgenodigd voor een bezoek aan de VS. Toen hij in 1977 op het Witte Huis werd ontvangen, zond de Amerikaanse televisie een documentaire uit waarin Iraniërs een gewelddadige demonstratie hielden tegen de sjah. De sjah en zijn delegatie voelden zich beledigd. Tot op de dag van vandaag worden de woorden in herinnering gebracht, die de sjah destijds sprak:"De ijzige ogen van Carter tonen geen gevoel!" De sjah voelde aan dat Amerika Iran zou laten vallen. Om dit te voorkomen paste hij zijn beleid aan door in de lijn van Carter meer ruimte te geven voor mensenrechten en gerechtigheid. (1)

De sjah (links) op bezoek bij president Carter (rechts)
De Iraanse oppositie rook de overwinning en beschouwde Amerika's ontrouw aan de sjah als een historische kans. Een Amerikaans burger van Perzische afkomst, Ebrahim Yazdi, schreef aan de Iraanse oppositieleider Ayatollah Musavi Khomeini die als banneling in Irak verbleef:"De tijd is rijp, wij kunnen in actie komen. Carter zal de sjah niet meer ondersteunen." Yazdi werd later minister van Buitenlandse Zaken van het revolutionaire bewind van Khomeini. De sjah probeerde met een meer westers en minder repressief beleid zich te verzoenen met de Amerikanen. Liberale hervormingen werden doorgevoerd. Toen de eerste maatschappelijke onlusten uitbraken, zag de sjah ervan af Khomeini te liguideren, omdat hij bang was voor de reactie van Carter. In plaats daarvan zorgde hij ervoor dat Khomeini van Irak naar Frankrijk werd overgebracht. (1)

Reza Pahlevi vertrouwde op Carter, maar die liet hem in de steek. In december 1978 braken in Iran bloedige protesten uit. Links-liberalen vormden een alliantie met religieuze fanatici. Beide hadden verschillende beweegredenen om de sjah ten val te brengen. Radicale sjiieten wilden Iran veranderen in een theocratie. De sjah had geen andere keuze dan met zijn familie te vluchten. Dit gebeurde in januari 1979. De legerleiding probeerde nog om de macht over te nemen, maar Washington maakte de militaire staf duidelijk dat Amerika een militaire staatsgreep niet zou ondersteunen. Om hun posities binnen het Iraanse leger te behouden, sloten de generaals zich aan bij de Revolutionaire Garde. Met de islamitische (sjiitische) revolutie brak een nieuw tijdperk aan in het Midden-Oosten. (1)

De verraderlijke rol van Obama in de Arabische Lente

Dertig jaar later werd er weer een democraat tot president gekozen in de Verenigde Staten. Ook hij ontving de Nobelprijs voor Vrede: Barack Hussein Obama, de 44ste president van de VS. Ook hij stelde nieuwe richtlijnen vast voor zijn beleid: mensenrechten, vrijheid en de intentie om regionale conflicten in de wereld te verminderen. Op de lijst van landen die volgens hem 'de As van het Kwaad' vertegenwoordigen, staan Noord-Korea, Iran, Syrië, Soedan en Afghanistan. Zijn eerste interview als president wijdde hij aan de islamitische wereld. Dit werd uitgezonden door de Arabische televisiezender Al Arabiya. In juni 2009 maakte Obama zijn eerste officiële reis naar het Midden-Oosten, waarbij hij allereerst naar Caïro ging. Daar sprak hij opgetogen over de relatie tussen de VS en de moslimwereld, die een nieuw tijdperk zou ingaan. Vandaar vloog Obama direct door naar Saoedi-Arabië, zonder ook maar een voet op Israëlische bodem te zetten. Zijn doel was een regionaal vredesproces, waarbij Israël de ongewilde hoofdrol kreeg toebedeeld. (1)

Barack Obama (links) en Hosni Mubarak (rechts)
schudden hun handen
In december 2010 braken de eerste opstanden in de Arabische landen uit. Eerst in Tunesië, daarna in Egypte, Libië en Jemen en later ook in Syrië. Egypte dat altijd werd beschouwd als bondgenoot van de Amerikanen en in zeker zin fungeerde als brug tussen Washington en de islamitische wereld, zakte weg in interne conflicten. Ook daar werd een alliantie gevormd tussen links-liberalen en radicale moslims, net als destijds in Iran. Zij verenigden zich om president Mubarak ten val te brengen. Mubarak voelde zich, net als de sjah, in de steek gelaten. Zoals Carter de oppositie in Iran steunde, zo ondersteunde Obama de tegenstanders van Mubarak. In beide situaties kwamen uiteindelijk radicale moslims aan de macht. (1)

De doos van Pandora geopend door Carter en Obama

Carter en Obama: de twee verliezers
Dat Carters en Obama hun belangrijke en trouwe bondgenoten hebben laten vallen en de weg vrijmaken voor de islamitische dictaturen, zijn de tragische gevolgen niet uitgebleven. Toen Ayatollah Khomeini in 1979 de macht in handen nam, voerde hij een waar schrikbewind in, waarbij duizenden tegenstanders uit de weg waren geruimd. Radicale moslims scandeerden anti-Amerikaanse slogans en verbrandden Amerikaanse vlaggen in het openbaar. Amerika werd 'de grote satan' genoemd. Kort na de Iraanse Revolutie had de regering-Carter geprobeerd goede banden met het nieuwe dictatoriale bewind van de Ayatollahs in Iran op te bouwen door de militaire samenwerking voort te zetten. Maar toen de Amerikaanse regering op 22 oktober 1979 de gevluchte sjah toestond om in de Verenigde Staten behandeld te worden tegen kanker, bestormden de Iraanse studenten de Amerikaanse ambassade in Teheran en ze namen het personeel in gijzeling. De gijzelingsactie duurde van 4 november 1979 tot 20 januari 1981. Eén van de gijzelnemers was de voormalige Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad. Hij was één van de leiders van de radicale studenten geweest. Een van de gijzelaars herinnert zich de jonge Ahmadinejad als een hard en meedogenloos persoon die de gegijzelden meermalen ondervroeg. In een vlaag van verstandsverbijstering noemde Jimmy Carter de Ayatollah Khomeini een 'heilig man', 'man Gods'. Maar Khomeini was beslist geen heilige noch man Gods, maar een uiterst wreed tiran die onschuldige Iraanse kinderen - sommigen jonger dan 12 jaar - de dood had ingejaagd door hen naar het slagveld in de oorlog met Irak te sturen. Tienduizenden kinderen stierven als gedwongen 'martelaars met een sleutel voor het paradijs om hun nek.' De kinderen marcheerden in formatie de mijnenveld in om zo met hun lichamen een doorgang te maken voor de militaire voertuigen. Hun lichamen werden uiteen gerukt en het slagveld lag bezaaid met kledingstukken, verbrand vlees en botten. (2) Indien Carter Khomeini niet had openlijk gesteund, dan zou Iran zeker niet beschikken over eigen nucleaire programma! Momenteel werkt Iran ondanks westerse dreigementen en sancties aan eigen atoombom.

Zeer terecht wordt Jimmy Carter als een politieke idioot omschreven! Maar hij is niet alleen een politieke idioot, maar ook een verrader en aartsleugenaar. Carter had ook de pro-Amerikaanse president van Nicaragua, Anastasio Somoza, verraden door de Marxisitische sandinistenrebellen openlijk te steunen. De militaire dictator Somoza moest vervolgens naar Paraguay vluchten, waar hij later het anti-Carter boek "Nicaragua verraden" schreef. Dit boek veroorzaakte in Amerika opschudding en ondermijnde Carter's presidentschap en geloofwaardigheid. Later werd Somoza in Paraguay vermoord. (2) In het boek "The Liberal Left and Worldchaos" had de auteur Michael Evans een onthutsende beeld van Carter geschetst, waarin gewaarschuwd werd dat Carter druk bezig is Barack Obama te infecteren met zijn haat tegen de Joodse Staat Israël. (2)


Dat Barack Obama door Carter geinfecteerd wordt, is helemaal geen verrassing voor ons. We weten dat Obama in zijn eerste termijn als president ongekende druk heeft uitgeoefend op Israël om meer concessies aan de moordlustige Palestijnen te doen. In feite is Obama een geesteskind van Carter. Hij zet de traditie van Carter voort door ook verraad te plegen aan bondgenoten en vrienden. De vroegere Egyptische president Hosni Mubarak werd verraden door Barack Obama. Obama heeft de Moslim Broederschap ook krachtig gesteund en aan de macht geholpen. De door het Egyptische leger pas afgezette president en moslimbroeder Mohammed al-Morsi werd door de Amerikaanse president Obama en de EU-leiders als 'gematigd' geprezen, hetzelfde zoals Carter Khomeini als 'heilige man' had geprezen! Maar Morsi blijkt helemaal niet gematigd te zijn. Hij is en blijft een moslimbroeder in hart en nieren. Hij staat bekend als een fervente Jodenhater. Toen Morsi de islamitische gebedsdienst in een moskee in de Egyptische stad Marsa Matruh bijwoonde, vroeg een imam in een van de gebeden aan Allah om "de Joden en zij die hen steunen, te vernietigen, te laten verdwijnen, te verscheuren." Hierop zei Morsi:"Amen." De gebeden waren te zien op de Egyptische staatsomroep. In januari 2013 haalde de Amerikaanse krant The New York Times een toespraak van en een interview met Morsi uit 2010 boven water waarin hij antisemitische opmerkingen maakte over Joden en zionisten. Hij noemde de Joodse staatsburgers van Israël onder meer "deze bloedzuigers, deze agressors tegen Palestijnen, deze oorlogshitsers, deze afstammelingen van apen en varkens." De antisemitische opmerkingen waren op video's te zien.


Dat Obama van Morsi een nieuwe bondgenoot wilde maken, is hem niet in dank afgenomen door het Egyptische volk. Veel Egyptenaren nemen het Barack Obama zeer kwalijk dat hij hiervoor de Moslim Broederschap heeft gesteund om aan de macht te komen. Zeer veel Amerikanen en Europeanen weten nog niet dat Morsi betrokken was bij de terroristische aanval van 11 september 2012 op de Amerikaanse consulaat in Benghazi, waarbij verschillende Amerikanen, met inbegrip van het Amerikaanse diplomaat Chris Stevens, werden gedood. De Koeweitse krant Al Raï kreeg als de eerste het rapport van de Libische inlichtingendienst in handen. Volgens het onderzoeksrapport van Mahmoud Ibrahim Sharif, directeur van Nationale Veiligheid voor Libië, waren de daders van de terroristische aanval op het Amerikaanse consulaat Egyptenaren, allen leden van de moslimextremistische Jihadgroep Ansar al-Sharia. Uit verhoren van de daders was gebleken dat de opdrachtgever van de aanslag op het Amerikaanse consulaat niemand anders dan Mohammed al-Morsi was. Op de Arabisch gesproken video, waarop de aanval op het Amerikaanse consulaat te zien was, was te horen dat de terroristen in het Egyptische dialect riepen:"Niet schieten! Morsi heeft ons gestuurd!" (3) De video werd op Arabische nieuwszenders uitgezonden, maar NIET op westerse journaals! Ook werd de video van YouTube om "onbekende redenen" verwijderd! In de Verenigde Staten vroeg iedereen zich af waarom Obama het Amerikaanse consulaat in Benghazi niet had beschermd. Sommigen suggereren dat Obama banden heeft met de Moslim Broederschap. Helaas voor Obama-fans is dat wel de kern van de waarheid. In zijn beleid ten aanzien van  het nucleaire programma van Iran verkiest president Obama liever diplomatie boven militair ingrijpen. Daarmee begaat hij dezelfde fout als die van de Britse premier Neville Chamberlain die een vredesovereenkomst sloot met Adolf Hitler.

Zowel Carter als Obama denken de radicale islamitische bewegingen of landen te kunnen manipuleren en de machtsbalans in het Midden-Oosten te veranderen. In feite hebben ze allebei enorme dwaasheden begaan door de doos van Pandora te openen. Het openlijk steunen van islamitische radicalen heeft nog nooit positief uitgewerkt, zoals professor Barry Rubin heeft opgemerkt. (4) Nu Carter en Obama de doos van Pandora hebben geopend, zijn de verwoestende gevolgen voor de Verenigde Staten en Europa niet meer te overzien. Misschien realiseren Carter en Obama zich niet dat het Midden-Oosten een dodelijk wespennest is. Ze hebben nog nooit geleerd hoe ze voorzichtig moeten zijn in de wespennest. Gezien het feit zijn er in het Midden-Oosten extremistische groeperingen, ideologische en etnische verschillen, ambities van verschillende islamitische landen om een Kalifaat te stichten. (4) En niet te vergeten de eeuwigdurende strijd tussen soennieten en sjiieten. Dat kunnen westerse leiders en grootmachten niet doorgronden, want ze hebben totaal geen kaas gegeten van de Arabische en islamitische cultuur. Jimmy Carter en Barack Obama die zich met het Midden-Oosten bemoeien en Amerika's trouwe bondgenoten verraden, horen de Nobelprijs voor Vrede niet te verdienen! De geschiedenis zal zeggen dat Carter en Obama de politieke dwazen zijn.

Om Sions wil zal ik niet zwijgen. God zegene u.

                                                                                             Paul Parker



Het auteursrecht van dit artikel ligt bij de blogger. Zonder toestemming van blogger Paul zijn vermenigvuldiging, eigen gebruik en publicatie in een ander blog of website verboden.

Bronnen en referenties:

(1) Israel Today nr. 74: Carter en Obama. Door dr. Avshalom Kapach. Juli/augustus 2013
(2) Anti-Israël activist Jimmy Carter. Door dhr. Franklin ter Horst.
(3) Raymond Ibrahim: Libyan intelligence: Muslim Brotherhood Morsi involved in US
      consulate attack.
(4) Likoed Nederland: Tien historische fiasco's met moslimradicalen - die een waarschuwing 
      voor Obama zouden moeten zijn. 01-07-2013

1 opmerking:

  1. Het steunen van moslimfundamentalisten: een groot fiasco.

    http://likud.nl/2013/06/tien-historische-fiascos-met-moslimradicalen-die-een-waarschuwing-voor-obama-zouden-moeten-zijn/

    BeantwoordenVerwijderen