Pagina's

maandag 18 juli 2011

Wie zit achter de Arabische Lente? Deel I




Hoe het allemaal is begonnen..

De term Midden-Oosten ontstond in 1918, toen het Ottomaanse Rijk uiteengevallen was. Tot de Eerste Wereldoorlog sprak men van het Nabije Oosten dat was ontstaan vanwege de geografische nabijheid. Het Nabije Oosten is als term nog steeds gebruikt door archeologen, geografen en historici, terwijl de algemene term "Midden-Oosten" om politieke, geostrategische en economische redenen meer gebruikt wordt door politici, militairen, geostrategen, journalisten, verslaggevers en deskundigen. De benaming Arabische wereld voldoet niet echt aan de term, omdat die niet-arabische landen, zoals Iran, Israël en Turkije, buitensluit, terwijl die dikwijls wel tot het Midden-Oosten worden gerekend. Het Hebreeuwse equivalent van "Midden-Oosten" is Ha-mizrach Ha-tichon. In het Perzisch is dat Châvar-e Miyône. Het Arabische equivalent van Midden-Oosten is ash-Sharq-I-Awsat. Een ander oude term is de Oriënt. Deze term is afgeleid van Oriëntalistiek, die zich bezighoudt met de bestudering van de oosterse geschiedenis, cultuur, talen, religie en volkeren. (1) Het Midden-Oosten verbindt drie continenten; Europa, Azië en Afrika. Deze gebied is strategisch, cultureel en economisch van groot belang. Het is ook een eeuwenoude strijdtoneel, waar veel oorlogen zijn gevoerd en bloedige conflicten en vetes worden uitgevochten. Bijvoorbeeld de vete tussen twee halfbroers Izaäk en Ismaël is eeuwen later tot de vete tussen twee broedervolken, de Joden en de Arabieren, uitgegroeid. Het Midden-Oosten heeft heel wat toestanden en gebeurtenissen in de loop van vele eeuwen beleefd: de Romeinen, de Byzantijnen, de Kruisvaarders, de Ottomanen, de Mongolen, de Fransen, de Engelsen en de Amerikanen. Op cultureel gebied heeft het Midden-Oosten grote bijdrage geleverd aan andere beschavingen alsmede de beschaving in zijn algemeenheid. Immers, Babel was de eerste en oudste beschaving in het Midden-Oosten. (Genesis 11:1-9) Ook is het Midden-Oosten de bakermat van drie belangrijke, grote godsdiensten: het Jodendom, het Christendom en de Islam. Al deze drie religies hebben in het Midden-Oosten heilige plaatsen. Dat het Midden-Oosten van strategisch, politiek en economisch belang is voor de Verenigde Staten, Rusland, Europa en China, wordt 31% van de olie van de wereldolieproductie in deze gebied opgepompt. (1) Het in Egypte gelegen Suezkanaal is nu nog steeds een belangrijk scheepvaartroute.

Het Midden-Oosten
Echter als het om de Arabische Lente gaat, moeten we ervan uitgaan dat enkele Arabische landen niet tot het Midden-Oosten behoren, maar wel deel nemen van de Arabische wereld; Libië, Algerije, Tunesië en Marokko. Want deze vier genoemde landen liggen in Noord-Afrika.

De fundamenten van de Arabische wereld worden geschud door spontane volksbetogingen. De onrust duurt nog steeds voort tot de dag van vandaag en behelst een ware revolutiegolf in de vorm van grote volksopstanden, demonstraties en protesten in veel Arabische landen: Tunesië, Egypte, Algerije, Jemen, Libië, Bahrein, Oman, Syrië, Marokko, Jordanië, enz. Enkele volksprotesten worden omschreven als revoluties. Het volksprotest is vooral gericht tegen hoge werkeloosheid, corruptie, censuur, stijgende voedselprijzen en gevestigde orde. De betogers streven hun gezamenlijke doel na; aftreden van dictatoriale regimes, meer politieke vrijheid, democratie en mensenrechten, bestrijding van corruptie, werkeloosheid, woningnood en voedseltekorten. De opstand tegen de heersende orde begon allereerst met de zelfverbranding van Mohammed Bouazizi op 17 december 2010 in Tunesië. Mohammed Bouazizi had een universitair diploma op zak, maar doordat hij geen werk vond, begon hij met de verkoop van groente en fruit. Hij had hier echter geen vergunning voor. Daarom werd zijn koopwaar in beslag genomen. (2) Naar verluidt zou een vrouwelijke politieofficier hem in zijn gezicht geslagen hebben. Bouazizi diende vervolgens een klacht in, maar zijn klacht werd genegeerd. De arme jongeman zag ten einde raad geen andere oplossing dan zichzelf met benzine te overgieten en zichzelf in brand te steken. Hij werd met spoed naar het ziekenhuis overgebracht om behandeld te worden op de afdeling intensive zorg. Uiteindelijk bezweek hij aan zware brandwonden. Bouazizi wordt nu gezien als de nieuwe nationale held van Tunesië. De zelfverbranding van Mohammed Bouazizi moet worden gezien als het startsein voor de Arabische Lente. De demonstraties begonnen heel spontaan in Sidi Bouzid, Bouazizi's woonplaats. Hoewel de door de staat gecontroleerde media geen aandacht schonk aan de protesten, verspreidden ze zich als een snellopend vuur over het hele land. Hierna braken in januari 2011 ook in buurland

Mohammed Bouazizi zelfverbrand
Algerije ongeregeldheden uit onder de bevolking vanwege opgekropte frustraties, stijgende voedselprijzen en grote werkloosheid, gevolgd door protesten in Egypte. Op 14 januari ontbond de Tunesische president Ben Ali de regering en de noodtoestand werd afgekondigd. Zijn noodmaatregelen hadden echter geen effect en het volksprotest nam daarop nog toe. Ben Ali moest het onderspit delven en vluchtte naar Saoedi-Arabië. Premier Mohamed Ghannouchi nam het roer over en legde de eed af als zijn opvolger, zich beroepend op artikel 23 van de Tunesische grondwet dat stelt dat de president, indien afwezig, vervangen wordt door de premier. Echter artikel 26 zegt dat de voorzitter de nieuwe president wordt, indien de president het land ontvlucht. Daarom werd Fouad Mebazou de nieuwe waarnemende president van Tunesië, zodat de nieuwe verkiezingen zouden worden gehouden. (3)

De geslaagde Jasmijnrevolutie in Tunesië sloeg als een vonk over naar de Arabische buurlanden. In Egypte vonden grootschalige protesten in januari en februari plaats. Deze waren gericht tegen het autocratische regime van president Hosni Moebarak. Na enkele zelfverbrandingen op 17 en 18 januari, die in de media in verband werden gebracht met het begin van de Tunesische Jasmijnrevolutie, zwollen de protesten op 25 januari aan tot grootschalige demonstraties. De demonstranten, die sterk geinspireerd waren door de succesvolle Jasmijnrevolutie, vatten hun moed op, gingen de straat op en eisten het aftreden van Hosni Moebarak en het ontbinden van de noodtoestand. De noodtoestand, die al sinds het aantreden van Moebarak na de moord op Anwar Sadat van kracht bleef, onderdrukking door de regering, werkloosheid, armoede, woningnood, corruptie, gebrek aan vrijheid en toekomstperspectief waren voor de Egyptenaren de voornaamste redenen om de straat op te gaan. Voor het eerst in dertig jaar kwamen op dinsdag 25 januari 2011 de Egyptenaren in verzet tegen het regime van hun president. De demonstranten stroomden naar het Tahrirplein in Caïro, de hoofdstad van Egypte, en bleven daar bikvakkeren. De dag ging als de Dag van de Woede de geschiedenis in. De dag werd georganiseerd door de jongeren, de groepen rond de Facebook-pagina 'We are all Khaled Said.' Voor het eerst werd Facebook als een wapen gebruikt door de demonstranten. Mohammed el-Baradeï, de voormalige directeur van het Atoomagentschap, IAEA, die door sommigen als een marionet van de Moslim Broederschap werd beschouwd, wierp zich als de leider van het verzet op en werd onder huisarrest geplaatst. Moebarak weigerde hardnekking in te gaan op de eisen van de betogers en zette het leger in om de protesten te beëindigen. Al snel werd het hem en de legertop duidelijk dat het grote deel van het leger aan de kant van het volk stond. Op 11 februari trad Hosni Moebarak af en de macht werd overgedragen aan de Opperste Raad van de Strijdkrachten. Eerder op de dag was al bekend geworden dat Moebarak per helikopter het paleis in Caïro had verlaten en met zijn familie naar zijn villa in de badplaats Sharm el-Sheikh was vertrokken. De demonstranten vierden massaal feest op het Tahrirplein. Het officiële dodental was geschat op 102. Volgens de VN was het dodental boven 300 gestegen. (3) In Algerije, Bahrein, Jemen, Jordanië en Syrië waren er massale demonstraties gehouden. In Jemen eisten de demonstranten het vertrek van president Ali Abdullah Saleh. De demonstraties ontaardden echter in gewelddadigheden, toen de president weigerde toe te geven aan de eisen van de betogers dat hij opgestapt moest worden. Er braken vuurgevechten tussen het Jemenitische leger en de opstandelingen uit, waarbij vele doden waren gevallen. Op 3 juni raakte president Saleh zwaargewond bij een mortieraanval op het presidentieel paleis. Zijn vier lijfwachten kwamen om het leven. Twee dagen later werd Saleh voor medische behandeling naar Saoedi-Arabië gebracht, waar hij in de Saoedische hoofdstad Riaad geopereerd werd. In Sanaa, de hoofdstad van Jemen, werd het feest gevierd, toen men vernam dat Saleh het land had verlaten. De president had brandwonden opgelopen en een klaplong als gevolg van rondvliegende granaatscherven. (3)

Al Thoura:
De Arabische Revolutie

Arabische lente

De Tunesische jeugd in opstand

Massademonstraties in Egypte, Tunesië,
Syrië en Jemen
In Bahrein, hoewel het land een overwegend Sjietische bevolking heeft, heerst grote onrust. Veel Sjieten voelen zich door de Soennistische elite echter als tweederangsburgers behandeld te zijn. Toen de stabliliteit van Bahrein in groot gevaar kwam, kondigde de koning de noodtoestand af, maar het oproer bleef gewoon door. Ook riep de Bahreinse koning Saoedi-Arabië om hulp. De Saoedische regering had op diens verzoek 1000 militairen naar Bahrein gestuurd om de orde te helpen herstellen. In Libië kwam een groot deel van de bevolking in opstand tegen het dictatoriale regime van kolonel Moammar Khadaffi, die al 42 jaar lang het land met ijzeren vuist regeert. Het protest was uitgemond in een bloedig conflict dat als burgeroorlog kan worden omschreven. De demonstranten eisten het vertrek van Khadaffi en het houden van vrije en eerlijke verkiezingen. Toen Khadaffi geweigerd had de eisen van de betogers in te willigen, kwam de bevolking in opstand en de gewapende maar ongelijke strijd ontlaaide in alle hevigheid. Khadaffi schuwde geen harde middelen en zette het leger in de opstand bloedig neer te slaan, hetgeen hem op veel kritiek van de wereld kwam te staan. De burgeroorlog werd een feit. De VN-secretarisgeneraal Ban Ki-Moon riep via telefonische contact de Libische leider op om het geweld tegen de burgerbevolking onmiddelijk te staken en de rechten van het volk te erkennen. De EU-vertegenwoordiger Catherine Ashton had Khadaffi ook opgeroepen om de mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting te respecteren. Ze kondigde aan dat de onderhandelingen over een handelsovereenkomst tussen de EU en Libië werden stopgezet. (4) Na aanvankelijk succes van de opstandelingen ontstond al snel een patstelling, waarbij de oppositie Benghazi en andere steden in het oosten van het land onder controle had, terwijl Khadaffi zijn macht wist te handhaven in het westen van het land, inclusief de hoofstad Tripoli. De Khadaffi-getrouwen openden een nieuw offensief tegen de rebellen en brachten de oppositie verder in het nauw.  Eind februari kondigde de VN-veiligheidsraad in een resolutie al maatregelen, zoals een wapenembargo, aan. Op 17 maart 2011 nam de VN-Veiligheidsraad resolutie 1973 aan, waarin boven Libië no-flyzone werd afgekondigd en dat "alle middelen" konden worden ingezet om de burgerbevolking te beschermen. De NAVO besloot op 24 maart het vliegverbod boven Libië af te dwingen. Uiteindelijk leidde het tot militaire ingrijpen van de NAVO. De gevechtsvliegtuigen werden ingezet om "gronddoelen" uit te schakelen. Echter maakte het Westen een grote fout om zich in de interne gelegenheden van Libië te mengen. De Arabische Liga had zich eerder fel gekant tegen een buitenlandse interventie. Ook Turkije was tegen de inmenging. De westerse inmenging heeft verstrekkende gevolgen voor zowel het Westen als Libië: als gevolg van de acties, uitgevoerd door vliegtuigen, kruisraketten en helikopters in het kader van de internationale militaire interventie, vielen er in Libië burgerslachtoffers. Onder de burgerslachtoffers waren een zoon en drie kleinkinderen van Khadaffi. De NAVO moest toegeven dat er burgerdoelen waren geraakt door 'missers.' (4) Het lijkt erop dat de NAVO-actie een groot fiasco en een gezichtsverlies voor het Westen is geworden. Eerder werden de vette bankrekeningen van Khadaffi onder druk van de Verenigde Staten bevroren, met de argument dat 'de wreedheid van Khadaffi sancties verdient.' Ook Khadaffi's tegoeden werden bevroren en gebruikt als financiële injectie voor de rebellen. Voorlopig heeft Khadaffi genoeg geld om zijn leger met onder meer Afrikaanse huurlingen mee te betalen. Libië heeft immers een van de grootste oliereserves in Afrika en is één van de belangrijkste leveranciërs van gas en olie aan Europa. Het dodental is moeilijk te schatten. De Arabische nieuwszender al-Jazeera sprak zelfs van meer dan 10.000 doden. Uit beelden en getuigenissen bleek dat in Benghazi soldaten, die weigerden op de demonstranten te schieten, door andere militairen levend werden verbrand. Volgens de Libyan Human Rights League zijn er in heel Libië begin maart reeds 6000 slachtoffers. Een onafhankelijke controle van dit cijfer is voorlopig niet mogelijk wegens de aanhoudende strijd in Libië. (3)  Diverse landen als de Verenigde Staten, Frankrijk en Nederland hadden de Libische oppositie, de Libische Nationale OvergangsRaad (TNC) erkend als "de wettige vertegenwoordiger van het Libische volk." Dat had de internationale contactgroep Libië onlangs besloten. Tijdens de vergadering in Istanboel deelde de internationale contactgroep mede dat het bewind van Khadaffi geen enkele legimiteit meer heeft. De erkenning geldt tot in Libië een interimregering is gevormd. In de internationale contactgroep zitten zo'n dertig landen, waaronder de Verenigde Staten en Qatar. Nederland bekleedt er samen met Beligië een roulerend lidmaatschap in. (5) De NAVO-baas Rasmussen, die bij de Nederlandse premier Mark Rutte op bezoek kwam, en een groot aantal diplomaten zeiden dat het zeker is dat Khadaffi opstapt. In augustus 2011 keerde het tij. De rebellen boekten enorme successen dankzij de steun van de NAVO. Nadat ze twee steden veroverd hadden, was de weg naar Tripoli geopend. De slag om Tripoli was begonnen en de strijd in Libië belandde in de eindfase. Op verzoek van de rebellen had de NAVO zwaardere middelen ingezet en het hoofdkwartier van de Libische leider gebombardeerd. Op zaterdagavond 20 augustus vielen de rebellen Tripoli aan. Ze wisten de stad binnen te dringen. De dagen van Moammar Khadaffi lijken geteld te zijn: Khadaffi was helemaal in het nauw gedreven en zei bereid te zijn tot directe onderhandelingen met de Libische Nationale Overgangsraad. Dat had zijn woordvoerder meegedeeld. Hij riep de NAVO op om de opstandelingen over te halen de gevechten in Tripoli te staken. De Britse premier David Cameron, de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Franse president Sarkozy verklaarden dat het regime van kolonel Moammar Khadaffi definitief voorbij is. Ze riepen de Libische leider op het verdere bloedvergieten te mijden. "Hij begon het conflict en het is nu tijd dat hij de bevolking spaart,"aldus de woordvoerder van de NAVO. (4) In Libië waren twee zonen van Khadaffi opgepakt. Het ging om Saif al-Islam die als rechterhand van de Libische dictator werd gezien, en al-Saadi. De arrestatie werd bekendgemaakt door Mustafa Abdul Jalil, de leider van de Nationale Overgangsraad. Hij beloofde dat de zonen van Khadaffi "volgens internationale richtlijnen zullen worden berecht." Eerder werd tegen Saif al-Islam een internationaal arrestatiebevel uitgevaardigd. (4) Het is zeer de vraag of Khadaffi's zonen een eerlijk proces in Libië zullen krijgen. "De rebellen zullen Khadaffi levend gevangen nemen en hem eerlijk berechten,"beweerde de rebellenleider. "Ik respecteer de wet en het is ons doel om een rechtsstaat te vestigen. Daarom moet iedereen die slachtoffer werd, helpen om bewijzen te verzamelen,"zei Jalil. "Hij krijgt een eerlijk proces, al weet ik niet hoe hij zich kan verdedigen  na deze misdaden tegen het Libische volk en de wereld." (4) Khadaffi's zoon Saif al-Islam wist te ontsnappen en was gevlucht. Tot nu toe is hij net als zijn vader onvindbaar. De leider van de Overgangsraad Jalil waarschuwde dat er geen executies buiten de rechtspraak mogen gehouden worden. "Als wraak het motief wordt, neem ik ontslag,"liet hij weten. Ook de Amerikaanse president Barack Obama riep de Libische bevolking op niet over te gaan tot vergeldingsacties. Ondanks de oproepen begingen de rebellen en de Khadaffi-getrouwen enorme wreedheden. Ze maakten zich schuldig aan massa-executies. Het blijkt dat de rebellen die Tripoli hadden ingenomen, leden zijn van het terreurnetwerk al-Qaeda in Noord-Afrika. Er heerst enorme chaos in Tripoli en enkele andere steden. Algerije dreigde de Libische Nationale Overgangsraad niet te erkennen, als al-Qaeda niet meteen bestreden moet worden. (4) Ondertussen had al-Qaeda op 28 augustus aanslag in Algerije. De Libische leider Khadaffi is nog steeds onvindbaar. Sommigen denken dat hij in zijn geboorteplaats Sirte verbleef. Anderen zeggen dat hij naar Zimbabwe was gevlucht.

Spotprent; Amerika en Europa
als aasgieren
 In Syrië werd er ook betoogd tegen het regime van president Bashar Assad. Op 15 juli was er opnieuw gedemonstreerd door vele honderdduizenden mensen. Volgens de oppositiegroepen waren het de grootste betogingen sinds de protesten tegen Bashar Assad. In alle delen van het land waren mensen de straat opgegaan. Leger en politie traden hard op. Veel mensen ontvluchtten Syrië en staken de Turkse grens over. Bij het neerslaan van de betogingen in Syrië zijn de afgelopen maanden volgens de mensenrechtenorganisaties zeker 1600 mensen omgekomen. (3) De versplinterde Syrische oppositie heeft zich nu verenigd in een raad. De partijen willen daarmee met één mond tegenwicht bieden aan president Assad en Syrië democratisch maken. De in Istanboel pas opgerichte organisatie wordt de Nationale Raad van Verlossing genoemd. De raad telt 25 vertegenwoordigers van islamisten, liberalen en onafhankelijken. (5) Of Assad het veld zou ruimen voor de oppositie, zal de toekomst een uitkomst brengen. De Verenigde Staten hebben wel op de val van president Bashar Assad gezinspeeld. Het Syrische verzet had een nieuw icoon erbij gekregen: de 13 jarige gedode Syrische jongen Hamza al-Khatib. Hamza al-Khatib is één van de symbolen van de Arabische Revolutie geworden. Een maand nadat de jongen verdween, was zijn verminkte lichaam afgeleverd bij de familie. Op 29 april 2011 werd hij samen met andere demonstranten tijdens een groots opgezette klopjacht opgepakt. De You-Tube video, geplaatst door familieleden en bekenden van Hamza, vertoonde gruwelijke beelden van het stoffelijk overschot van het kind en zorgde voor internationale verontwaardiging. Op de videofilm staat duidelijk te zien hoe de jongen gemarteld en beschoten was. Wat verder opvalt, is dat het lichaam voor een groot deel bestond uit brandwonden, die het gevolg waren van elektrische schokken. Hamza had verschillende snijwonden en schotwonden op zijn lijf en nek. Alsof het nog niet genoeg was, was de jongen ook gecastreerd. (4)
Hamza al-Khatib

Onder: verminkt lijk van Hamza


De vraag was alleen wie de gruwelijke verminking van het kind op zijn geweten had. Volgens Syrische opposanten en internationale media was de 13 jarige jongen gemarteld en vermoord door de veiligheidsdiensten. Volgens het Syrische persbureau Sana was het verhaal van Hamza al-Khatib verdraaid tot een grote medialeugen. Volgens de verklaring van de Syrische autoriteiten was de jongen omgekomen bij een betoging, waarbij gewapende bendes schoten op bewakers. Het persbureau Sana meldde dat de Syrische president Assad ontmoeting had gehad met de vader van Hamza. Het is voor ons moeilijk om vast te stellen welke van de twee versies we moeten geloven. We moeten echter goed realiseren dat de internationale media aan de kant van de Arabische betogers staan en niet altijd de waarheid spreken. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Hilary Clinton, sprak haar afschuw uit en zei zeer bezorgd te zijn over de kwestie. "Ik denk dat dit symboliseert dat de Syrische regering totaal niet in staat is om te werken en te luisteren naar de eigen bevolking,"zei ze. "Ik kan alleen maar hopen dat deze jongen niet voor niets is gestorven." (6) Inmiddels was een Facebook-pagina opgericht met 66.000 volgers.

Facebook-pagina

Het domino-effect van de Arabische Revolutie

De Arabische Revolutie kenmerkt zich nu door massabetogingen, burgerlijke ongehoorzaamheid, zelfverbrandingen en gewapend verzet. Echter heeft de Revolutie een zware tol geeist; Naar schatting zijn er 12.000 doden en 2000 gewonden. (3) Exacte cijfers van het aantal doden en gewonden zijn nog niet vastgesteld. Ook is er een keerzijde van de medaille; Velen ontvluchtten Libië en Tunesië door naar het Italiaanse eiland Lampedusa. Door de slechte staat, waarin de boten verkeerden, en de enorme gevaren op zee verdronken er relatief veel Libiërs en Tunesiërs. De Arabische Lente sloeg ook over naar Saoedi-Arabië, Jordanië en Marokko. Ook Iran, een niet-Arabische en islamitische land, ontsnapte niet aan het om alles heengrijpende vuur van de revolutie. In de eerste grote krachtmeting tussen oppositie en regime in Iran moesten tienduizenden betogers het onderspit delven, toen de oproerpolitie, gesteund door milities, hen uiteen had gedreven. Op verschillende plekken in de hoofdstad Teheran raakten veiligheidstroepen slaags met actievoerders. Hoeveel doden en gewonden er gevallen waren, is dat nu nog niet duidelijk. Wel is het zeker dat de Iraanse autoriteiten geweld niet geschuwd heeft om elke protest in de kiem te smoren. GSM-diensten en stroom werden uitgeschakeld in gebieden waar de protesten plaatsvonden. Internet werd gecensureerd en buitenlandse journalisten en camera's waren ook geweerd. Agenten stapten bussen in en sloegen passagiers zomaar. De demonstranten riepen;"Dood aan de dictator!", een verwijzing naar Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad. Ook staken ze vuilnisbakken in brand om zich te beschermen tegen traangas. Honderden mensen waren gearresteerd. De oppositie had opgeroepen tot een solidariteitsbijeenkomst met de volksopstand in Egypte en Tunesië. De regering had de bijeenkomst verboden en gedreigd die keihard neer te slaan. (3) Het verbod werd op grote schaal genegeerd.

Marokko lijkt niet gedestabiliseerd te raken door de Arabische Lente. Hoewel koning Mohammed VI zijn autocratische vader Hassan II opvolgde, had hij meer liberaliseringen doorgevoerd. Ook had hij de dialoog met de oppositie aangehaald, bijgevolg dat hij in tegenstelling tot de meeste andere leiders in de Arabische wereld aanzien bij de bevolking genoot. Er waren ook echter in Marokko massale demonstraties gehouden, die ijverden voor meer rechten voor de Berbers en meer democratie. Grootschalige en gewelddadige rellen bleven echter uit. In maart 2011 kondigde de koning hervormingen aan, met name gericht op inperking van de macht van de vorst. Er werd een Marokkaans grondwetsreferendum op 1 juli gehouden dat Marokko tot een constitutioneel monarchie zou worden omgevormd. Volgens westerse diplomaten waren de voorstellen een oprechte poging van Mohammed VI om plaats te maken voor een democratisch Marokko. Er waren echter ook sceptici, die wijzen op voortdurende mensenrechtenschendingen onder de zittende koning en veel van de hervormingen als "cosmetisch" afdoen. De uitslag van het referendum wees echter op een hoog opkomstpercentage van 98,5% ja-stemmers. (3) Het lijkt wel dat Marokko gespaard wordt voor de Arabische Revolutie.

Koning Mohammed VI van Marokko

Saoedi-Arabië heeft getracht het overslaan van de Arabische Lente te voorkomen. Het verzet tegen armoede, corruptie en repressie in Saoedi-Arabië, zoals dat in andere Arabische landen op gang was gekomen, lijkt aanvankelijk beperkt te blijven. Het verzet werd afgeremd door het feit dat koning Abdullah 'geen gehaat man was en regelmatig van enige hervormingsgezindheid blijk had gegeven.' Daarnaast ging er ook een sterke remming uit van de te verwachten repressie van staatswege en van de zeer orthodoxe islamitische geestelijkheid, die allergisch reageerde op pogingen het gezag te tarten. Publieke uitingen van onvrede en woede, zoals het gebruikelijk is in veel Arabische landen, lijken in Saoedi-Arabië dan ook vrij zeldzaam te zijn. Het land zag zichzelf als een hoeder van stabliliteit in de regio en werd ook door het Westen als zodanig beschouwd. En toch...staat Saoedi-Arabië aan de rand van de afgrond. De Saoedische koning Abdullah en de Bahreinse koning Hamad bin Isa al-Khalifa waren al een geruime tijd geconfronteerd met het groeiende verzet van Sjieten tegen de soennitische heerschappij. In Bahrein bestaat de meerderheid van de bevolking uit Sjieten, terwijl het in Saoedi-Arabië gaat om een Sjietische minderheid. Vanwege het opgelaaide Sjietische verzet in Bahrein vreesde het Saoedische regime een soortgelijke scenario in eigen land. Er werden uiteraard demonstraties gehouden in Saoedi-Arabië. Diverse groepen hadden petities aan de koning overhandigd, waarin eisen werden gesteld. Daaronder viel de invoering van algemeen kiesrecht dat in het feodaal en islamitisch geregeerd land ondenkbaar was. Andere eisen waren het omvormen van absolute monarchie naar constitutionele monarchie, de erkenning van burgerrechten als de vrijheid van meningsuiting, een onafhankelijk rechtspraak, de vrijlating van politieke gevangenen en gelijke rechten voor vrouwen. De websites met petities, door duizenden mensen ondertekend, werden door de Saoedische autoriteiten geblokkeerd. Op 4 maart 2011 gingen circa honderd leden van de Sjietische minderheid in de Saoedische stad Hofuf de straat op om de vrijlating van geloofsgenoten, die gevangen gehouden werden, te eisen. Daarbij werden zeker 22 betogers gearresteerd. Het Saoedische ministerie van Binnenlandse Zaken legde twee dagen een verklaring af en zei dat betogingen "in strijd waren met het islamitisch recht en de tradities van de Saoedische samenleving." Ook de islamtisch raad van geestelijken verzette zich heftig tegen demonstraties en roep om hervormingen en achtte ze eveneens ontoelaatbaar. De waarschuwingen werden op 9 maart 2011 genegeerd, toen in het oosten van het land tweehonderd Sjieten de straat op gingen. De volgende dag schoot de Saoedische politie in de oostelijke stad Qatif in de lucht om de betogers, die de vrijlating van bij eerdere protesten opgepakte activisten geeist hadden, uiteen te drijven. Van 15 tot 18 maart was het behalve in Qatif ook zeer onrustig in drie oostelijke steden. Er vonden gewelddadige confrontaties plaats met de veiligheidstroepen en er vielen gewonden. Op 10 april werd er in de steden Jeddah en Riaad gedemonstreerd door tientallen werkloze academici en leerkrachten. Mensenrechenorganisatie Human Rights Watch (HRW) maakte op 19 april bekend dat sinds februari meer dan 160 dissidenten waren opgepakt. Koning Abdullah deed toezeggingen aan de oppositie en kondigde aantal maatregelen aan. De eerste maatregelen zouden jongerenhuisvesting, subsidies voor ambtenarensalarissen en beurzen voor degenen, die in het buitenland studeren, werkloosheidsuitkeringen en gezondheidszorg zijn.

Koning Abdullah van Saoedi-Arabië

Verder maakte de koning de vorming bekend van een nationale anticorruptie-instelling, die geleid zou worden door een hoge staatsfunctionaris met de status van minister en onder supervisie van de koning. Ook had de Saoedische regering aangekondigd dat de gemeenteraadsverkiezingen op 22 september zouden worden gehouden. Hoewel er een strikte scheiding tussen seksen in Saoedi-Arabië is en vrouwen bijzonder gediscrimineerd zijn, wordt het al snel duidelijk dat vrouwen ondanks toezeggingen van staatswege toch niet kiesgerechtigd zijn! (6)

Democratie in de Arabische wereld?

Toen Hosni Moebarak van het politieke toneel verdween, stroomden felicitaties uit de hele wereld naar het Egyptische volk en de Sjietische beweging Hezbollah in Libanon was als de eerste die het Egyptische volk gefeliciteerd had. "Hezbollah feliciteert het grootste volk van Egypte met deze historische en eerbiedwaardige overwinning. Het is de eenheid die het volk in deze revolutie toonde, vrouwen en mannen, kinderen en volwassenen, die geleid heeft tot de triomf van het bloed op het zwaard,"aldus de woordvoerder van Hezoballah. De VN-secretarisgeneraal Ban Ki-Moon had de militaire machthebbers in Egypte opgeroepen tot een "transparante, ordelijke en vreedzame machtswisseling" en "vrije, eerlijke en geloofwaardige verkiezingen." De Amerikaanse vicepresident Joe Biden reageerde opgelucht op het aftreden van Moebarak;"Dit is een cruciaal moment in de geschiedenis van Egypte en het Midden-Oosten. De machtsoverdracht moet onomkeerbare verandering betekenen. Het vertrek van Moebarak moet via onderhandeling leiden tot democratie. De rechten van de Egyptenaren moeten worden gerespecteerd en hun wensen moeten worden ingewilligd. Het zal niet alleen gevolgen hebben voor Egypte.." Ook de Britse premier David Cameron liet de pers weten met deze verklaring;"Egypte heeft nu een onschatbare kans op een regering die het land bijeen kan brengen. Als vriend van Egypte en het Egyptische volk staan we klaar om op elke manier te helpen. We vinden dat het een regering moet zijn, die de bouwstenen legt van een echt open, vrije en democratische samenleving. Wat vandaag is gebeurd, moet alleen een eerste stap zijn." De EU-vertegenwoordiger Catherine Ashton 'respecteert' het besluit van Hosni Moebarak om af te treden. Verder zei ze dat de EU klaar staat om Egypte te helpen bij een ordelijke overgang naar democratie en vrije en eerlijke verkiezingen. (6) In politiek Den Haag waren er ook reacties te horen. Vooral vanuit de links-progressieve hoek. Groen-links kamerlid Arjan el-Fassed juichte de machtswisseling in Egypte toe en zei;"Er is nu vrij baan gemaakt voor vrije en eerlijke verkiezingen en hervormingen in het land. Deze moeten geleid worden door de Egyptenaren zelf. Indien gewenst moet de Europese Unie daar waar mogelijk ondersteuning in bieden." (6) De PVDA-leider Job Cohen zei ook opgetogen;"Het Egyptische volk is opgestaan en heeft de droom van vrijheid, gerechtigheid en waardigheid in daden omgezet. Wij voelen ons op dit moment heel sterk met hen verbonden en willen dat Nederland en Europa nu de helpende hand uitsteken om de ontluikende democratie in Egypte de grootst mogelijke kans van slagen te geven." (6) Al hun lovende woorden klinken mooi maar zijn niet echt realistisch. De geschiedenis zal later geheel anders beoordelen dat de woorden van westerse politici zeker naïef zijn!

Affiche-poster van de
Melkweg in Amsterdam
 De G8, een machtig club van acht rijke en vooraanstaande industrielanden, had tijdens de topbijeenkomst in Deauville, Frankrijk, van 26 tot 27 mei besloten 40 miljard dollar, ruim 28 miljard euro, beschikbaar te stellen voor de ondersteuning van de nieuwe Arabische democratieën. Het ging om Egypte en Tunesië, die begin dat jaar een "democratische omwenteling" hadden doorgemaakt. Ook werd het bekendgemaakt dat de G8 steun vraagt van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, de EBWO, bij de ontwikkelingen van de Arabische Lente en het "democratiseringsproces" van de Arabische landen. De EBWO, die eerder betrokken was bij het democratiseringsproces van Oost-Europa, heeft een missie gekregen om een bijdrage te leveren aan nieuwe markteconomieën, die hun rol zouden spelen bij de democratisering in de Arabische landen. (7)

Nieuwe ideeën voor
de Nieuwe WereldOrde?

Top G8; De groten der aarde
De G8 heeft ook het "Deauville partnerschap" gelanceerd om landen, die hun steentje bijdragen in de Arabische Lente, te steunen. Echter werd de G8 topconferentie overschaduwd door de Euro-crisis in Griekenland, Ierland, Spanje, Portugal en Italië en het gigantische begrotingstekort in de Verenigde Staten. Guillaume Grosso, de Franse directeur van de anti-armoedegroep ONE, uitte kritiek op de G8-landen en stelde dat de G8-landen hun beloften niet nagekomen hadden in hun hulp aan hongerende Afrika. Hij zei:"Tijdens de top in Gleneagles in 2005 hebben de G8-landen 25 miljard dollar aan Afrika beloofd voor 2010. Het is nu 2011 en 40 procent van het geld is niet uitgekeerd." Grosso vond het goed dat de wereldleiders van de G8 democratie en vrijheid mogen omarmen, maar Afrika ten zuiden van de Sahara niet moeten vergeten. "De Arabische Lente kan een Afrikaanse zomerdroogte inluiden,"waarschuwde hij. "Het budget ontwikkelingshulp staat onder zware druk. Verschillende landen hebben fondsen bevroren of bezuinigen op ontwikkelingshulp." (8) De aap komt uit de mouw, toen het bleek dat de G8 besloten had niet over te gaan tot het kwijtschelden van de buitenlandse schuld van Tunesië, iets wat sommige waarnemers hadden verwacht. De Franse president Sarkozy, die de top voorzat, verklaarde tegenover de journalisten dat die keuze gemaakt was, omdat er "veel landen zijn die armer zijn dan Tunesië, die ook hulp nodig hebben." (8)

We zullen zien of de G8-landen hun beloftes zullen waarmaken in hun hulp aan het democratiseringsproces van de Arabische landen. Dat de Arabische Revolutie daadwerkelijk tot democratie zal leiden, zult u het tweed deel van het artikel "Wie zit achter de Arabische Lente?" gaan lezen.

                                                 Wordt vervolgd.

Om Sions wil zal ik niet zwijgen. God zegene u.


                                                                             Paul
   
Update: De val van Khadaffi is nabij. Het artikel is momenteel bijgewerkt.


Bronnen en referenties:

(1)  nl.wikipedia.org/wiki/Midden Oosten
(2)  nl.wikipedia.org/wiki/Mohammed Bouazizi
(3)  nl.wikipedia.org/Arabische Lente
(4)  NOS-TT, diverse media
(5)  nieuws-uitgelicht.infonu.nl/Saoedi-Arabië
(6)  DePers.nl
(7)  Parool.nl
(8)  Midden-Oosten Mondiaal Nieuws       

1 opmerking: